Maes Chelsea 2VBl Geriatrie – Chronische zorg Klinisch redeneren
Gerontologie
Geron = Oude man
Logos = De kennis, de leer
Gerontologie = De leer van het ouder worden of de studie van de biologische, psychologische en
sociale aspecten van het verouderen.
De wetenschap die zich bezig houdt met de veroudering in al haar vormen en de individuele en
sociale gevolgen van veroudering.
Focus op 3 onderwerpen om het begrip veroudering te analyseren/begrijpen:
-The aged -> Vanaf welke leeftijd behoort men tot de ouderen?
-Aging -> Veroudering als ontwikkelingsproces
-Age -> De leeftijd (chronologisch, biologisch, sociale of psychologische leeftijd)
The aged (bejaarden)
-Populatie vanaf bepaalde leeftijd
-Jong- en hoogbejaarden
-65+ of 75+?
Aging
-Focus op het proces
-Ontwikkeling
-Probleemsituaties
-Klachten, onlosmakelijk verbonden met leeftijd
-Biologisch, psychologisch, sociaal (B, P, S)
-Invloed op zelfredzaamheid
Age (leeftijd)
-Geboorte, pensioen, dood
-C, B, P, S:
-Chronologische leeftijd (kalenderleeftijd)
-Biologische (of functionele) leeftijd
-Psychologische leeftijd (adaptatie, cognitie, life events)
-Sociale leeftijd (rolpatroon, verwachtingen, gedrag)
Geriatrie = vorm van geneeskunde die zich richt op preventie, diagnostiek en behandeling van
ziekten die, wat hun oorzaak betreft, samenhangen met veroudering.
Ouderen in een zorgomgeving
De vitale oudere zorgontvanger
-Goed in staat voor zichzelf te zorgen, weten wat ze (niet) willen
-Afgelijnde klachten
-Oorzaak-gevolg relatie
-Vaak enkelvoudige aandoening met een gepaste behandelingsmethode
1
,Maes Chelsea 2VBl Geriatrie – Chronische zorg Klinisch redeneren
De pre-geriatrische zorgontvanger
-Stijgende kwetsbaarheid en bedreigde zelfredzaamheid
-Behoud van zelfredzaamheid mits aanwezigheid van (in)formele hulpverlening
-Ziekte of afwezigheid van hulpverlener kan zorgsituatie uit balans brengen,
met wildgroei aan problemen.
Geriatrisch profiel
-Sterk toegenomen kwetsbaarheid
-Complexe samenhang van ziekteproblemen als gevolg van stoornis
in lichamelijke, psychologische en sociale functies.
Deze laatste groep hebben een complex ziektebeeld waarbij
problemen in verschillende domeinen (lichamelijk, functioneel,
psychisch en sociaal) gelijktijdig optreden. Daarnaast beïnvloeden deze problemen elkaar onderling
waarbij oorzaak en gevolg vaak door elkaar heen lopen. Er ontstaat een wankel evenwicht en er is
een grote zorgvraag die inbreng vraagt van veel verschillende zorgverleners. Kortom, de zorgsituatue
is complex en het is niet altijd direct duidelijk wat wel en niet goed verloopt.
Zorgorganisatie:
-Het zorgmodel (of zorgen voor) versus
-Het ontwikkelingsmodel (of zorgen dat) streeft naar bescherming en versteviging van de autonomie
en zelfregie en biedt ontwikkelingskansen aan de ouder wordende mens.
Biologische gerontologie
-Bestudeert uitgangsvormen, mechanismen die het natuurlijk verouderingsproces proberen te
verklaren.
-Senescense = verouderen
-Biologische verandering: Omvat de gevolgen van het ouder worden op het menselijk lichaam
-Consequenties van verouderingsinvloeden op verschillende orgaansystemen
Normaal verouderingsproces: (primair verouderen)
-Geen aanwijsbare pathologie aanwezig primair of secundair
Pathologisch verouderen:
-Lichamelijke veranderingen leiden tot beperking of dood
Primair verouderen:
-Onvermijdelijk, inherent aan het systeem: genetische basis
-Cumulatie van defecten, geen externe factoren
-Geen beperkingen door klachten
-Geen impact op maximale levensduur
Secundair verouderen:
-Oorzaken in de omgeving en/of levensstijl (externe factoren)
-Externe factoren kunnen negatieve invloed hebben op ontstaan van ziekten
-Preventie waardoor gemiddelde levensverwachting kan toenemen
2
,Maes Chelsea 2VBl Geriatrie – Chronische zorg Klinisch redeneren
Primair ‘Normaal verouderen’ Secundair
verouderings- Optimaal verouderen verouderings-
proces (genetisch) Ideaal verouderen proces (uitwendige
factoren, leefstijl)
Verouderingsprocessen
De huid, haren, nagels en klieren
PRIMAIR
-Verlies van delingscapaciteit: zwakkere huid, tragere heling
-Verschillende lagen in de huid minder ‘plakkerig’: sneller skintears
-Verlies collageen (rimpels)
-Verlies pigmentcellen (melanocyten) -> Daling bescherming UV straling, ouderdomsvlekken
-Verschrompeling (zweet)klieren (droogte
-Minder snel zweten, minder vlug afvoeren van lichaamswarmte (gevoelig hittegolf)
-Zenuwuiteinden voor tastzin verminderen in aantal
-Minder gevoelig voor pijn- en temperatuurprikkels
-Fijne motoriek neemt af
-Verlies van spiermassa, toename van vetmassa
-Energiebehoefte en stofwisseling dalen
-Distributievolume voor vetoplosbare geneesmiddelen neemt toe, voor wateroplosbare
geneesmiddelen neemt deze af (Vetoplosbare geneesmiddelen: meer gespreid
aanvangsdosis verhogen. Wateroplosbare geneesmiddelen: frequenter en gefractioneerde
toediening, lage aanvangsdosis)
-Perifere doorbloeding neemt af (opgelet voor lichaamstemperatuur)
-Ouderen ervaren sneller koude (voelen sneller koud aan)
-Verminderde thermoregulatie
-Bleker uitzicht
-Bloedvaten onder huid duidelijk zichtbaar
-Nagelgroei verloopt trager
-Nagels zijn droger, breekbaar, veranderen van kleur
-Haarkleur en verdeling veranderd
SECUNDAIR
-Basale epithelioma
-Melanoom
-Skintear
-Decubitus
-Ulcus
3
, Maes Chelsea 2VBl Geriatrie – Chronische zorg Klinisch redeneren
Het bewegingsstelsel
PRIMAIR
Mate van het verlies is afhankelijk van geslacht, genetische en leefstijlfactoren
-Spieren
-Verlies spiermassa = sarcopenie
-Verlies van functionele capaciteit (frailty)
-Verlies spierkwaliteit
-Impact op ADL
-Verlies van spierkracht
-Skelet
-Bot wordt poreuzer = osteoporose
(Tijdens menopauze meer verlies van botweefsel)
-Persoonsgebonden factoren:
-Geslacht, leeftijd, lichaamsbouw, huidskleur, afkomst
-Gewrichten
-Kraakbeen verstijft:
-Gewricht beperkt in mobiliteit
-Ruggenwervel wordt minder dynamisch
-Lichaamslengte neemt af
-Synoviale gewrichten:
-Verlies van kraakbeen, gewrichtsspleet versmalt, zwelling gewricht
-Osteoartrose: zodra er klachten zijn -> secundair ouderdomsverschijnsels
SECUNDAIR
-Botfractuur door osteoporose
-Negatieve effecten door roken, bijzondere diëten, medicatie (cortisonen), alcoholgebruik
en een weinig actieve levensstijl
Valpreventie!
-Bewegingsbeperking tgv artrose (meest voorkomende reumatisch aandoening op oudere leeftijd),
klachten: pijn, stijfheid, instabiliteit, nemen toe bij belasting
4