Maes Chelsea 3VBl VZOM pediatrie Pedagogie
Toegepaste pedagogie binnen de pediatrie
Inleiding
Definitie:
-Transactionele ontwikkelingstheorie -> Ouders ontwikkelen zich transactioneel samen
met hun kind in de omgeving waar ze leven. Ontwikkeling en opvoeding horen bij elkaar
en zijn beide activiteiten van zowel ouders als kind.
Er zijn 3 actoren -> opvoeder, kind, omgeving
Factoren die deze actoren beïnvloeden:
-Opvoeder -> Beleving ouderschap, kennis, vaardigheden, eigen opvoedingsgeschiedenis
-Kind -> Lichamelijke eigenschappen, capaciteiten, temperament
-Omgeving -> Kinderopvang, school, speelmogelijkheden, buurtklimaat, opvoedingssteun
(op maat)
4 opvoedstijlen: (ex: opvoedstijl staat beschreven, zeg over welke opvoedstijl het gaat)
o Permissieve / toegeeflijke stijl
-Er wordt veel gepraat
-Er zijn weinig regels (of controle)
-Het kind krijgt vaak gelijk
-Alles wordt goedgepraat
-De schuld ligt bij de andere
o De verwaarlozende opvoedstijl
-Kinderen mogen alles
-Kinderen kunnen het nooit goed doen (itt permissieve opvoedstijl)
-Veroorzaakt veel conflicten tussen ouders en pubers
o Autoritaire opvoedstijl
-Veel regels en discipline
-Ouders bepalen
-Geen inspraak van kind
o Democratische opvoedstijl
-Kinderen luisteren naar ouders
-Ouders luisteren naar kinderen en beslissen
Bij baby’s en jonge kinderen -> autoritaire opvoedstijl
Puberteit -> democratische opvoedstijl
Basishouding van de opvoeder:
-Opvoeden leer je al doende, wees niet te kritisch voor jezelf
-Probeer geduldig te zijn, nervositeit heeft averechts leereffect
-Elk kind heeft individuele aanpak nodig
-Je bent zelf een voorbeeld, kind stelt kopieergedrag
-Geef fouten die je maakt aan, zo leer je het kind dat falen mag
-Wees zo consequent mogelijk om een vertrouwensvolle opvoeder te zijn
-Ouders zijn belangrijkste aanspreekpunt, informeer ouders over afspraken die je wil
maken met hun kind
-Creativiteit en humor helpen om opvoeding beter te doen verlopen
Opvoeden vanuit de motivatiepsychologie: (psychologische behoeften van kind) (ex)
1
, Maes Chelsea 3VBl VZOM pediatrie Pedagogie
-Autonomie -> Kinderen kiezen graag (bv gaan we nu in bad of straks. Bad is niet leuk,
kiezen motiveert)
-VerBondenheid -> Zorg voor warme, hechte band met kind
-Competentie -> Laat kind zelf doen wat het zelf kan en toon waardering, dit zorgt voor
betere samenwerking en versterking van zelfvertrouwen kind
Opvoeden in de praktijk
-Zorg voor een positieve vertrouwensrelatie -> samen dingen doen, echt tijd maken,
benoem emoties van het kind (dit hebben ze graag)
-Regels -> veiligheid (grenzen), aangepast aan leeftijd en capaciteiten van kind
-> duidelijk, redelijk en kort op de bal
Eensgezind ouderschap: (ex)
-Ontwikkel samen een visie over wat je als partners belangrijk vindt in de opvoeding van
je kind
-Het is van belang in de aanwezigheid van het kind, je partner te steunen in zijn
boodschap. Later kan je onderling in gesprek gaan om weer op 1 lijn te staan.
-Erg belangrijk, zeker bij chronisch medische problemen bij kinderen
Steun:
-Advies van omstaanders mag niet belerend/dwingend zijn
-Kan je jezelf toelaten om raad te vragen?
-Ouders mogen fouten maken
-Netwerk om op terug te vallen is belangrijk
Structuur, duidelijkheid, voorspelbaarheid en regels:
o Structuur
-Bv enkel choco op woensdag, enkel op maandag en donderdag cornflakes
-Weekschema -> activiteiten, hobby’s, klusjes
o Duidelijkheid
-Iedereen moet weten wat van hem verwacht wordt
-Bv ‘straks mag je een ijsje’ is onduidelijk, beter: ‘als ik klaar ben met stofzuigen
mag je een ijsje.’
o Voorspelbaarheid
-Zo min mogelijk onverwachte veranderingen aanbrengen in weekschema
-Kondig veranderingen aan, bv ‘niet zwemmen woensdag want opa moet naar zh’
2