Maes Chelsea 3VBl VZOM pediatrie Inleiding in de pediatrie
Inleiding in de pediatrie
Verbinding maken met kinderen
-Co-regulatie leidt tot zelfregulatie
-Te hoge stress heeft impact op hersenontwikkeling
Basisvoorwaarden in 1e cruciale periode:
-Zelf gereguleerd zijn (kalmte)
-Beschikbaar zijn
-Slowful zijn
Hoe weet je dat een baby ontspannen is?
-Rustige, regelmatige ah
-Oogcontact met jou, rondkijken
-Roze huidskleur
-Handjes aan de wang, handen en voeten die naar elkaar worden gebracht (flexi houding
zoals in baarmoeder)
-Naar je vinger grijpen
-Rustig slaappatroon
Hoe kan je reageren op stresssignalen van een baby?
-Zoek naar de oorzaak (honger, moe, krampen, …)
-Meer huid op huid contact (kangoeroeën)
-Begrenzing geven: bv zijligging
-Praten, zachtjes zingen
-Vermijd externe stressfactoren zoals fel licht of geluid
-Zaky hand/inktvisje
Inbakeren van baby’s:
-Zorgt dat baby dieper slaapt, maar baby moét net licht slapen en frequent ontwaken ->
beschermt tegen wiegendood!
-Onderdrukt hongersignalen (handjes niet naar mondje), vroege hongersignalen gemist
en voedingen worden uitgesteld
-Onderdrukt natuurlijke bewegingspatronen (onnatuurlijke houding, spanning op heupen
en schouders bij lang inbakeren)
Inbakeren bootst de omgeving van de baarmoeder niet na:
-Baby voelt begrenzing
-Kan handjes wel naar mond brengen
-Hoort hartslag van mama
-Temperatuur is constant
-Kan beperkt bewegen
-Wordt heen en weer gewiegd
1
, Maes Chelsea 3VBl VZOM pediatrie Inleiding in de pediatrie
Inbakeren onderdrukt de moro-reflex:
-Reflex wanneer baby schrikt
-Voorloper van fight-flight-freeze respons
-Doel = baby kan ouder vinden en vastklampen bij gevaar
-Moro-reflex moet vaak kunnen afvuren om de reflex te doen integreren
Alternatieven voor inbakeren:
-Dutjes in draagsysteem
-Dutjes overdag onder toezicht in babynestje
-Kangoeroeën
-Samen slapen in maternele houding
-Witte ruis (monotoom geluid = kalmerend)
-Containment hold (hand plat op hoofd en billetje, niet aaien)
-…
Contact maken met kinderen:
-1e kennismaking: op hoogte van kind, kind volgen, eventjes meespelen, kleine babbel, …
-Kinderen worden graag toegesproken: ‘Dag Mia, heb je goed geslapen?’, zelfs baby’s
-Kinderen willen graag helpen: ‘Kan jij deze plakkers in het potje stoppen?’ , zo kan kind
ook wennen aan medisch materiaal dat later misschien gebruikt moet worden
Bestaansrecht van peuter valideren, niet over hoofd praten, praat over interesses (bv
Bumba)
Omgaan met pijn en angst p162 – 167
-Pijn en angst belemmeren het genezingsproces
-Ervaringen worden opgeslagen in onbewuste geheugen, op lange termijn: prikangst,
medisch noodzakelijke consultaties/ingrepen overslaan/vermijden
-Meer kans op depressie en angst als volwassene
Generieke kinderangsten:
-Normale angsten bij bepaalde ontwikkelingsfase
-Door ontwikkeling -> nieuwe situaties
-Verdwijnen vanzelf
Voorbeelden generieke kinderangsten:
-Zuigeling -> Onverwachte geluiden, bewegingen, scheidingsangst, verlatingsangst
-Peuter -> Water, toilet, donker, nacht, scheidingsangst, onbegrip situaties, vreemden
-Kleuter -> Eigen kwetsbaarheid, monsters, heksen, draken, ziekte, dood (straf)
-Schoolkind -> Gewetensangst, sociale afkeuring
-Adolescent -> Schoolprestaties, sociale afkeuring
Specifieke kinderangsten:
-Gekoppeld aan bepaalde situatie, oorzaak angst is verbonden met situatie
-Bv zh opname, narcose, bloedafname, CT-scan, …
Angstsymptomen:
2