Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Uitwerking examenvragen 'De Globale Economie' 18/20 €13,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Uitwerking examenvragen 'De Globale Economie' 18/20

2 revues
 174 vues  14 fois vendu

Dit document bevat een document dat ik zelf gemaakt heb waarin ik een 60-tal examenvragen van 'De Globale Economie' uitleg, inclusief telkens het juiste antwoord. Door dit document heb ik een 18/20 gescoord! Dit document is zowel handig voor studenten handelsingenieur, TEW en EW.

Aperçu 4 sur 54  pages

  • 26 septembre 2023
  • 54
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)

2  revues

review-writer-avatar

Par: ninadewispelaere • 6 mois de cela

review-writer-avatar

Par: marleenvanerum • 8 mois de cela

avatar-seller
dejonghemarie
Vraag 22 2020 reeks 1 juli

Welke uitspraak is juist?

1. Het uitgangspunt van de wet van Say is dat de consumenten hun inkomen niet volledig
consumeren, maar ook een deel sparen. Daardoor wordt een deel van de inkomens aan de
kringloop van goederen en diensten onttrokken.
2. De spaarparadox stelt dat een individuele spaarder rekening houdt met het collectieve effect
van het toegenomen sparen en daarom minder spaart.
3. De identiteit van Fisher stelt dat de nominale geldhoeveelheid zich aanpast aan het nominale
bbp. Als het nominale bbp toeneemt, dan zal dit een toename van de geldhoeveelheid
veroorzaken.
4. Uit de identiteit van Fisher volgt dat bij een constante geldhoeveelheid, een toename van het
prijspeil zal zorgen voor een toename van de omloopsnelheid, ceteris paribus.


Uitleg:
1. Wet van Say stelt dat sparen onmogelijk is
2. Dit is een effect! Het individueel rationeel denken tot sparen leidt tot een niet-
collectief resultaat. Als men meer begint te sparen, zal de vraag naar goederen dus
dalen waardoor het inkomen zal dalen en men dus minder geld aan de kant kan
zetten om te sparen. Hij kan dus minder sparen dan oorspronkelijk de bedoeling was.
3. Identiteit van Fisher: MV = PQ
 Heeft dus niets te maken met het bbp
4. Juist
Identiteit van Fisher: MV = PQ
Bij een constante geldhoeveelheid zal M dus niet kunnen veranderen. Als P dan zou
stijgen, zullen we dit volledig moeten wijten aan V aangezien M niet kan veranderen.

,Vraag 2 2020 reeks 1 augustus

Welke uitspraak is juist?

1. Als individuen de beslissing nemen om niet te sparen wanneer ze dit, rationeel gezien, beter
wel zouden doen, dan spreken we van de spaarparadox.
2. Cyclische bewegingen in de productie kunnen ontstaan doordat bedrijven onzeker zijn en
naar elkaar kijken bij het beslissen om al dan niet te investeren. Dit fenomeen noemde
Keynes de ‘Animal spirits’.
3. Het uitgangspunt van de wet van Say is dat de consumenten niet hun volledig inkomen
consumeren, maar ook een deel sparen. Daardoor wordt een deel van de inkomens aan de
kringloop van goederen en diensten onttrokken.
4. De Keynesiaanse benadering neemt het model van de perfect competitieve marktwerking uit
de micro-economie volledig over. Volgens Keynes is er dan ook geen overheid nodig om het
evenwicht in de economie op korte termijn te herstellen.



Uitleg:

1. Spaarparadox: als men meer zal sparen, dan zal de vraag naar goederen dalen waardoor de
productie zal dalen en het inkomen dus mee zal dalen. Als het inkomen daalt dan zal men
dus minder kunnen sparen dan ze oorspronkelijk in gedachten hadden. De definitie die
hierboven dus gegeven is, is niet correct!
2. Juist
3. Wet van Say: als consumenten hun volledig inkomen terug investeren in consumptie, dan zal
dit leiden tot een vraag naar nieuwe goederen. Wet van Say zegt dat sparen onmogelijk is!
4. Keynes zegt dat onevenwichten op de markt niet altijd zichzelf zullen uitwerken, maar dat we
soms een tussenkomst van de overheid nodig hebben om dit op te lossen.

,Vraag 6 2015

Welke uitspraak is juist?

A. De overheidsschuld in België is een stroomvariabele.
B. Volgens de spaarparadox zal het verminderde sparen van gezinnen ertoe leiden dat er
effectief ook minder gespaard kan worden.
C. Volgens de Keynesiaanse analyse nemen de budgettaire tekorten bij een recessie toe.

D. Volgens de kwantiteitstheorie van het geld, uitgedrukt in de vergelijking van Fisher, moet
een stijging in de omloopsnelheid bij een gelijkblijvende geldhoeveelheid, een afname in de
nominale productie teweegbrengen.



Uitleg:

B. Spaarparadox stelt vast dat als meer mensen sparen, de vraag naar goederen zal dalen en
de productie dus ook zal dalen. Als de productie daalt zal het inkomen dalen en zal men dus
minder kunnen sparen dan deze oorspronkelijk in gedachten hadden. Als gezinnen dus meer
willen sparen, zullen ze dus uiteindelijk minder kunnen sparen want dit individueel rationeel
gedrag leidt tot een niet-collectief rationele uitvoering.

D. De identiteit van Fisher: MV = PQ, als M dus constant blijft en niet kan veranderen dan zal
een stijging in V altijd leiden tot een stijging in oftewel de nominale productie (Q) of in het
prijspeil (P). Een stijging van een variabele kan hier dus nooit leiden tot een daling van
productie!

C. Juist

, Vraag 18 2015

Welke uitspraak is juist?

A. Indien in België het NNBI kleiner is dan het NNI, zou dat betekenen dat de
factorvergoedingen die de Belgen ontvangen uit het buitenland, kleiner zijn dan de
factorvergoedingen die betaald worden aan de buitenlanders in België.

B. De aankoop van 37 pantservliegtuigen bij een Belgische firma door het Franse ministerie
van defensie vermindert het BBP van België.

C. Wanneer België ontwikkelingshulp aan Nepal geeft, zal het BBP van België verminderen en
het NNBI van Nepal vermeerderen.

D. Wanneer Stromae (Belgische artiest) een optreden in Frankrijk geeft, stijgt het Franse BBP
en het Belgische NNI.


Uitleg:
1. Fout: NNBI = NNI + NTRA
We hebben hier dus te maken met transfervergoedingen (NTRA), en niet met
factorvergoedingen (NFIB).

2. Fout:
De import zal stijgen waardoor het BBP eerst zal dalen, maar dit wordt dan terug opgenomen
in investeringen of in consumptie waardoor het BBP uiteindelijk gelijk blijft.

3. Fout:
Met het BBP van België zal niets gebeuren, deze ontwikkelingshulp (NTRA) zal er enkel
voor zorgen dat het NNBI van Nepal zal stijgen, en de NNBI van België zal dalen. In het BBP
wordt niets van transfers vermeld.

4. Juist
Dit zal bijdragen aan het BBP van Frankrijk aangezien dit een toegevoegde waarde verleend
aan Frankrijk, maar het NNI van België zal wel stijgen want deze factorinkomens stromen
dan toe naar België.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dejonghemarie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€13,49  14x  vendu
  • (2)
Ajouter au panier
Ajouté