Geschiedenis van onderwijs opvoeding en vorming
1. Inleiding
1.1 Veranderingen m.b.t. opvoeding, onderwijs en vorming
Historisch pedagoog = een pedagoog, ≠ historicus. Beide kijken ze naar het verleden, maar
met een andere intentie. Andere gelijkenis: Veranderingen bekijken en eventueel opgang
trekken.
Voorbeelden
o Van buitengewoon onderwijs tot m-decreet: de manier van omgaan met mensen met
een handicap is veranderd. Vroeger werden ze in aparte scholen gestoken en
afzonderen, terwijl er nu sinds het m-decreet- een integratie is van deze kinderen in
het reguliere onderwijs.
o Van kinderarbeid tot leerplicht: De leerplicht bestaat nog maar iets meer dan 100
jaar. Pas begin 20ste eeuw kwam de wet Poulet die kinderarbeid verbood. De wet
werd opgesteld door een gevoel waarbij kinderen niet samen met volwassenen
konden werken. De wetten tegen kinderarbeid in de 19 de en 20ste eeuw zijn hierin
heel belangrijk geweest.
o Van gallei tot gesloten instelling: Volwassen worden in ons rechtssysteem gestraft,
jongeren hebben jeugdbeschermingsrecht. Hierbij worden kinderen niet gestraft,
maar doet men aan (her)opvoeding. We gaan ervan uit dat kinderen het verschil
tussen goed en kwaad nog niet kennen. Hier wordt geloofd in het goede van het
kind, niet iedereen is het daarmee eens. Vroeger werden kinderen met een
beperking weggestuurd naar een eiland met een boot(= de gallei) de pedagogie was
ver zoek.
o Van min tot kindercrèche: Bij de min werd vooral gefocust op het gezondheidsaspect
terwijl bij de kindercrèche het pedagogische centraal staat.
o De manier van straffen: lichamelijke straffen krijgen was vroeger heel erg normaal,
ook op school, nu worden kinderen op een andere manier gestraft. ( in schoolse
context: tik op de vingers met de lat <-> extra ondersteuning/oefeningen )
Uit deze voorbeelden kan je afleiden dat er de afgelopen 200 à 300 jaar een enorme evolutie
is geweest in het belang van de pedagogische waarden, maar welke waarde hebben deze
evoluties tot stand gebracht? De pedagogische tik is nog steeds een punt van discussie.
1.2 Wat is het object van de historische pedagogiek
Het object staat vaak ter discussie. De historische pedagogiek is volgens de prof
wetenschappelijk, want het bestudeert iets in de werkelijkheid nl veranderingen. Hierdoor
ga je proberen een geschiedenis te reconstrueren met behulp van de sporen in het verleden.
Hier stopt het niet, want niet alleen bezighouden met het verleden, maar ook met de
geschiedenis en narratieven.
,Het object van de historische pedagogiek is het verleden: alles wat zich op een bepaald
moment in het verleden heeft gemanifesteerd. Het verleden gaat gereconstrueerd worden
tot historische verhalen of narratieven.
De geschiedenis: resultaat van het werk van de historisch pedagoog, namelijk de teksten,
boeken, artikels… De geschiedenis kan om meerdere manieren beschreven worden. De wijze
waarop noemen we de historiografie of geschiedenisbeschrijving. De geschiedenis is relatief
en het verleden absoluut.
o Rombouts: Eerboek historische pedagogiek (1934). Rombouts hanteert een
katholieke insteek in zijn boek. Hij bepaalde enkele waardes van de geschiedenis
voor de opvoeder. De prof geeft hier een andere insteek aan. Voorbeeld dat de
geschiedenis relatief is.
1. Ze verschaft hem inzicht in allerlei problemen, want slechts het constateren van
de geleidelijke groei der dingen openbaart hun diepste wezen. Ze= de historische
pedagogiek. Door naar het verleden te kijken kom je uit op een soort van basisles,
inzicht in hou de dingen zich noodzakelijkerwijs ontwikkelen. Geschiedenis is de
leermeester en de basis voor de hedendaagse pedagogen.
2. Ze leert hem het succesvolle van het succesloze, het juiste van het verkeerde
onderscheiden, behoedt daardoor voor misgrepen en wijst veilige wegen. Leert
de opvoeder wat goed en wat fout is, succes ervaren zoals Locke. We kunnen
lessen trekken uit het verleden.
3. Ze wapent hem tegen onderschatting van het oude en overschatting van het
nieuwe, want ze scherpt zijn oordeel en doet hem zien, dat niet al het oude slecht
was en veel van het nieuwe reeds vroeger gefaald heeft. Onderschatting van het
oude en overschatting van het nieuwe: iets wat werkt in het verleden zal in het
heden ook wel werken, maar dat is fout. Deze visie is achterhaalt.
4. Ze doet hem de grote betekenis van de opvoeding … beter beseffen: S. Thomas
zegt: “het schoonste beroep is, zijn medemensen de waarheid te leren en ze
dichter bij God te brengen
God erbij betrekken vanwege zijn katholieke insteek. Ideologische opvattingen
spelen een rol. Vandaag kunnen we de geschiedenis gebruiken om opvoeding aan
te tonen.
o Gabriel Compayré: historische pedagogiek ontstaat eind 19de eeuw. In de
normaalscholen (opleiding leerkrachten) is de historische pedagogiek de basis van de
opleiding. Hij zag de geschiedenis in termen van de verlichting. De metafoor van het
licht: de geschiedenis is zoals elektriciteit. Het helpt je geest verlichten en een betere
leerkracht te worden en lessen te trekken uit wat zich vroeger voordeed. Door je te
verdiepen in de klassiekers kun je de morele energie die je daar vindt overnemen
maar ook geconfronteerd worden met hun geloof en toewijding!
1.3 Vooruitgangsideaal
De geschiedenis zal altijd gezien worden als vooruitgang. = vooruitgangsideaal. Het gaat van
slecht naar beter, een lineaire opgaande lijn, we leren uit de fouten die we maken. Lineaire
continue opgaande lijn in de tijd. De denkers creëerde vooruitgang waar wij nog steeds de
,vruchten van afwerpen. Er lijkt een bovennatuurlijk punt (= de perfectie) te bestaan van
waaruit we die evolutie op een objectieve manier kunnen meten (R.)
Er worden dingen geschreven op een waarachtige manier, maar volledig objectief is
onmogelijk in de pedagogische wetenschappen. Je schrijft altijd vanuit je eigen beeld
waardoor je bepaalde beelden zal laten wegvallen, vanuit je ideologische positie. De
denkers geloofde in universele wetten, wetten die men kon maken voor elke persoon op
aarde. Deze wetten zijn echter niet mogelijk en sinds de tweede helft van de 20 ste eeuw
hebben historische pedagogen in toenemende mate afstand genomen van deze
vooruitgangshypothese. De manier van denken is veranderd.
o Geschiedenis als ontmoeting
Dit is een derde boek geschreven door Noordam in 1968. Historia magistrata vitae=
de geschiedenis is een leermeester. Dit boek werd geschreven in tijden van de
opstanden van studenten in Parijs, Leuven…. maar we moeten niet zoeken naar
universele wetten en regelmatigheden. Er is ruimte voor verschillende waarheden,
mensen moeten zich niet plooien naar één waarheid. Zelfs al zou je DE waarheid
vinden, kan je deze niet toepassen op het heden. Vormen in plaats van leren, de
geschiedenis vormt je.
De inleiding is geheel anders dan bij Rombouts. Hierbij zijn geen universele wetten, als er
deze al waren dan hadden ze geen zin, want ze klopten toch niet. Noordam geloofde in het
leren door vormen. Bij Rombouts is het andere inferieur, bij Noordam is het andere het
verleden, iets dat je rijker maakt, iets wat je ontdekt door in dialoog te gaan. Hier is geen
bovennatuurlijke waarheid, maar een open visie waarbij je je eigen waarheden in vraag mag
stellen en daaruit kan groeien en rijker worden.
1.4 Historiografische evolutie
o Hagiografie: visie op geschiedenis die het leven en de werken van bepaalde
toonaangevende pedagogen hagiografisch behandeld. Pedagogen werden gezien als
heiligen
o Lerarenopleiding: visie op geschiedenis waarbij het verleden als inspiratiebron voor
leerkrachten in spe wordt ingezet. De lerarenopleiding waarvan Rombouts
voorstander is.
o Sociale geschiedenis: visie waarbij onder meer wordt aangetoond hoe opvoeding,
onderwijs en vorming een belangrijk rol spelen in de reproductie van ongelijkheden
in de samenleving (cf. Marxistische traditie): Na WOII is er een kritische periode
geweest voor het onderwijs: komt tot uiting in de sociale geschiedschrijving. De
school kon in het begin niets misdoen, maar er is toch een schaduwzijde aan het
onderwijs waardoor dit veranderde. (Reproduceren van ongelijkheid: als je arm
geboren wordt kun je moeilijk opklimmen via school naar de middenklasse). De
school deelt alles op in klassen, dit is de marxistische visie. De school draagt bij aan
de vorming van de maatschappij op deze manier en dat is niet altijd even positief. =
belangrijke revolutie!!
o Nieuwe Culturele Geschiedenis van Opvoeding, onderwijs en vorming.
Hedendaagse visie
, Challenging orthodoxies is een kritische reflectie t.o.v. de pedagogie. De positieve
bedoelingen kunnen soms een averechts effect hebben.
Linguistic turn of talen gewende: bewustwording dat taal iets doet met de werkelijkheid.
Taal is geen neutraal gegeven, geen exacte kopie van de werkelijkheid. Bv de relatie tussen
een stoel en het woord ‘stoel’. Er is een één op één relatie tussen het geschreven, gesproken
woord en het ding. Het woord draagt niet bij aan het voorwerp. Dit is anders bij ADHD. Het
woord schept bepaalde verwachtingen, projecties, waarden…. De taal is geen
weerspiegeling van het kind met adhd wat hij kan en niet kan. Taal laat ons de werkelijkheid
zien. Geschreven vanuit een bepaald perspectief.
o Waarheid en perspectivisme en deconstructie van het archief
In het archief kan de waarheid niet gevonden worden, omdat een archief een soort
van geconstrueerd iets is. Je hebt mensen die beslissen wat wel of niet bijgehouden
wordt, je gaat voort op keuzes die ooit door andere mensen gemaakt zijn dus het is
gekleurd. Ook het archief dat je kiest bepaald mee de “kleur”.
o Decentralisering van het subject
Wat zich voordoet in de tijd is niet enkel het resultaat van denkprocessen en
handelingen van individuen, het menselijke wezen is niet de motor van de
geschiedenis. De mens is de resultanten van historische processen. (keren het om
want vorige zagen het wel als het fundament)
Wij worden bepaald door allerlei processen die ons omgeven en wat wij doen wordt
niet altijd veroorzaakt door ons meest innerlijke zelf, hoe we handelen wordt
misschien bepaald door dingen die ons omgeven.
1.5 Het onvermogen van de representatie
Vroeger was er het geloof dat het mogelijk was om het verleden in een tekst te tonen zoals
het zich toentertijd heeft voorgedaan. De taal is een soort van spiegel, de subjectiviteit van
de historisch-pedagoog speelt geen enkele rol bij de representatie van het verleden.
Nadien was er de overtuiging dat elke representatie van het verleden tekort schiet. Men kan
nooit alles in een tekst representeren, dat wat men representeert is altijd in zekere zin
vervormd door de eigen blik, door de keuzes die gemaakt worden. De waarheid kan nergens
gevonden worden, ook niet in het archief. De teksten zijn altijd geconstrueerd, een selectie
van het verleden. Je beeld zal altijd een beetje gekleurd zijn ondanks dat je alle info gebruikt
die voorhanden is.
Geschiedenis is er niet alleen gekomen door mensen en het menselijke wezen is ook niet de
motor van de geschiedenis. Wij zijn een restante van de historische processen. De relatie zou
zelfs omgekeerd kunnen zijn, dat we zijn wie we zijn door de geschiedenis en dat wij de
geschiedenis helemaal niet gemaakt hebben.