Compleet overzicht van college slides & aantekeningen voor het vak gezondheidseconomie, onderdeel van het overkoepelende vak structuur van het zorgstelsel. Duidelijke uitleg. Heb dit geleerd voor het tentamen en daar ook ruim voldoende aan gehad.
Economie houdt zich bezig met hoe we schaarse middelen aanwenden (allocatie):
o Schaarse middelen zijn heel breed, het zijn dingen die niet oneindig aanwezig
zijn
o Schaarste: onze wensen zijn onbeperkt, onze middelen zijn beperkt
o Allocatie: hoe zet je de middelen die je hebt in om zoveel mogelijk welzijn te
creëren in de maatschappij
Gezondheidseconomie: allocatie schaarse middelen toegepast in gezondheidzorg
o Wetenschappelijke discipline over de optimale verdeling van middelen (geld,
tijd, etc.) om zo veel mogelijk gezondheid te creëren (QALY, voorkomen
ziektes, etc.)
Gezondheidseconomen houden zich niet bezig met besluiten die bepalen welke
zorginnovaties er in het verzekerde basispakket komen.
o Ze sturen/adviseren de besluitvorming, maar maken zelf de besluiten niet.
Opportuniteitskosten: “alternatieve kosten”, ofwel de misgelopen opbrengsten van
het beste alternatief. De baten/opbrengsten die iemand misloopt als je een keuze
voor een optie hebt gemaakt.
4 basisprincipes van zorg:
1. Toegankelijk
2. Voor iedereen hetzelfde
3. Hoge kwaliteit (waarde)
4. Land-specifiek (zorgbehoefte van NL)
Er is een probleem: we hebben onbeperkte zorgwensen waardoor er een snelle groei
van zorguitgaven is, maar voor de zorgsector zijn maar beperkte middelen
beschikbaar
Hoe kiezen we tussen de dingen die we willen doen, hierbij helpt de
gezondheidseconoom.
Zorgkosten van vrouwen nemen sterker toe, omdat vrouwen het sterke geslacht zijn
Oorzaken in stijgende zorgkosten
o Vergrijzing: zorgkosten stijgen met de leeftijd;
Vrouwen leven langer dan mannen, ze blijven langer alleen leven en
de zorgkosten voor vrouwen zijn daarom hoger.
Red herring debat ("Time-to-death”-hypothesis): in het laatste jaar van
je leven wordt je duur, er is veel zorg nodig. Als je ouder wordt
schuiven de zorgkosten (van dat laatste jaar) verder op. Niet leeftijd is
bepalend voor de zorgkosten, maar tijd tot overlijden. Als we dit
verwerken in een demografische kostenprojectie, vallen de
vergrijzingslasten lager uit dan je zou denken.
, o Technologische innovatie: betere maar ook duurdere
gezondheidstechnologieën;
o Verschuivende voorkeuren: meer welvaart we willen relatief meer zorg;
We eisen meer van de zorg, eerder een scan willen bijvoorbeeld.
o Minder mogelijkheden tot automatisering & standaardisering
Baumol effect er is minder automatisering mogelijk in de
zorgsector. Relatief gezien stijgt de prijs van de zorg sneller dan die
van andere producten/diensten (andere sectoren).
De 5 stelselwetten
o Zorgverzekeringswet: bevordering of handhaving van de gezondheid, in dit
deel van de zorg gaat het meeste geld om. Zorg kan zowel chronisch als
tijdelijk zijn.
o Wet langdurige zorg: Permanente en langdurige verzorging (24-uurs zorg)
o Wet maatschappelijke ondersteuning: Ondersteuning, participatie in de
maatschappij. Zowel kortdurende als langdurige zorg.
o Jeugdwet: Gezond en veilig opgroeien. Jeugdhulp, -bescherming en -
reclassering. Op vrijwillige basis of gedwongen.
o Wet publieke gezondheid: Bevordering en bescherming volksgezondheid (bijv.
infectieziekten bestrijding, bevolkingsonderzoek, consultatiebureau)
In het huidige zorgsysteem wordt zoveel mogelijk aan de markt overgelaten: als je
een goed werkende markt hebt dan zorgen vraag & aanbod dat er een allocatie van
middelen ontstaat die het welzijn van de maatschappij maximaliseert.
o In de zorg zitten veel marktfalen: de overheid
moet instappen, deze pakt een stuk
verantwoordelijkheid van de markt weg om
de uitkomst te verbeteren.
o Zorgverzekeringsmarkt: zorgverzekeraars
concurreren en zorgverzekering wordt
ingekocht
o Zorgverleningsmarkt: mensen behandelen
o Zorginkoopmarkt: zorgverzekeraars kopen zorg in van zorgaanbieders
Effectiviteit & kwaliteit van zorg:
o Zorginstituut Nederland: vormen van zorg toetsen om te kijken of het in het
basispakket moet.
o Zorgverzekeraars: kopen en vergoeden zorg waarin zij de meeste waarde zien,
ze letten op de effectiviteit maar ook vooral op de kwaliteit.
o De automatische uitstroom kan nog heel erg verbetert worden.
Toezichthoudende organisaties: NZa, IGJ, ACM
o NZa: betaalbaarheid en toegankelijkheid. Bepalen welke zorg er vrij
onderhandelt mag worden en welke zorg in tarieven moet worden
vastgesteld, zij bepalen deze tarieven.
o IGJ: Kwaliteit en veiligheid. Inspectie van gezondheidszorg, ze bekijken de
veiligheid van de zorg en kijken of organisaties aan de regels voldoen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lynnverver. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.