1. De aarde
2. Weer, klimaat en landschappen op aarde
3. Landschappen in Nederland
4. Bevolking
5. Landbouw
6. Industrie
7. Diensten
1. De aarde
1.1 De aarde in het zonnestelsel
De aarde draait rond en neemt met haar maan een plaats in ons zonnestelsel in.
In ons zonnestelsel draaien acht planeten, waaronder de aarde, om de zon. De aardbaan wordt in
bijna één jaar voltooid. Elk jaar heeft de aarde, bovenop de 365 volle dagen van het jaar, zes extra
uren nodig om het rondje om de zon af te maken.
Om te voorkomen dat onze kalender langzaam zou verschuiven wordt er daarom om de vier jaar een
extra dag toe- gevoegd aan het eind van de maand februari.
Zo'n jaar noemen we een schrikkeljaar. Veel planeten in ons zonnestelsel hebben een of meer manen.
De aarde heeft één maan, die in ruim 27 dagen (een maand) om de aarde draait.
De aarde bestaat uit een derde land en voor twee derde uit water. De landoppervlakten bestaan uit
zeven continenten:
1. Europa
2. Noord-Amerika
3. Zuid-Amerika
4. Azië
5. Afrika
6. Australië
7. Antarctica
1.2 geografische coördinaten en tijdzones
De aarde draait in 24 uur (een etmaal) tegen de klok in rond haar as. De aardrotatie veroorzaakt dag
en nacht.
Het is dag op het deel van de aarde dat naar de zon toe is gekeerd en wordt beschenen door de zon.
Het deel dat van de zon is afgekeerd, wordt niet beschenen door de zon; daar is het nacht.
Door de draaiing van de aarde komt de zon op in het oosten en gaat ze onder in het westen.
Wanneer je bijvoorbeeld vanuit Nederland naar het oosten reist, komt de zon steeds vroeger op en
gaat deze steeds eerder onder. Naar het westen toe is dat juist andersom.
Om goede afspraken over de tijd te maken is de aarde verdeeld in 24 tijd- zones, zie figuur 2.4. Een
tijdzone komt overeen met 15 lengtegraden. Maar in de praktijk vallen de tijdgrenzen vaak samen
met de grenzen van een land. Zo is het in Finland een uur later dan in Zweden. In het Verenigd
Koninkrijk is het een uur vroeger dan in Nederland.
1
,1.3 de seizoenen: zomer, herfst, winter en lente
De denkbeeldige aardas, waar de aarde zelf in 24 uur omheen draait, staat daarbij altijd schuin en
dezelfde kant op.
Dat veroorzaakt tijdens het ronddraaien om de zon het ontstaan van seizoenen.
Wanneer de aardas recht zou staan, zouden er helemaal geen seizoenen op aarde zijn.
Kijk je in juni naar het noordelijk halfrond (het deel waar ook Nederland ligt), dan zie je dat dit deel
van de aarde naar de zon toegekeerd staat. Wanneer de aarde in 24 uur om haar as draait, legt het
noordelijk halfrond het grootste deel van deze omwenteling in het licht af en zijn de dagen langer dan
de nachten. Bovendien staat de zon in juni, vanaf de aarde gezien, midden op de dag hoog aan de
hemel. In juni is het dan zomer op het noordelijk halfrond.
In december is de situatie juist andersom. Het noordelijk halfrond staat nu van de zon afgekeerd.
Wanneer de aarde in 24 uur om haar as draait, wordt dan een groot deel van de omwenteling in het
donker afgelegd en een klein deel in het licht. De dagen zijn veel korter dan de nachten. Bovendien
vallen de zonnestralen onder een veel schuinere hoek in dan in juni. Vanaf de aarde gezien staat de
zon dan midden op de dag veel lager aan de hemel dan in juni. De schuiner invallende zonnestralen
moeten dan een veel groter oppervlak verwarmen. Het wordt daardoor minder warm. In december is
het dan winter op het noordelijk halfrond. Tussen de zomer en de winter zijn er overgangsseizoenen:
najaar (herfst) en voorjaar (lente).
Op 21 september en op 21 maart
zijn de dagen en nachten overal
op aarde precies even lang.
Op het zuidelijk halfrond zijn de
seizoenen wat tijdstip betreft
precies omgekeerd aan de
seizoenen op het noordelijk
halfrond. Wanneer het
bijvoorbeeld winter is in
Nederland, is het in Australië
zomer en omgekeerd. Zo is het
ook met de herfst en de lente.
2
, 1.4 de getijden: eb en vloed
De maan draait in ruim 27 dagen om de aarde, waarbij steeds dezelfde kant van de maan naar de
aarde toegekeerd staat. Het oceaan- en zeewater staat onder invloed van de aantrekkingskracht van
de maan, de zon en een kracht die ontstaat door de draaiing van de aarde.
De totale aantrekkingskracht is een optelsom van deze krachten. Het gevolg is dat er op aarde als het
ware twee bulten ontstaan waar het water wordt aangetrokken. Daar is het vloed met de hoogste
waterstand. Tussen die bulten liggen twee gebieden waar juist minder water is. Daar is het eb met de
laagste waterstand.
De vloed- en eb gebieden blijven steeds op dezelfde plek liggen ten opzich te van de maan.
Maar er is wel een andere beweging die veel sneller is: de draaiing van de aarde om haar as.
Een gebied op aarde, bijvoorbeeld Nederland, draait door de omwenteling van de aarde als het ware
door de gebieden heen waar het vloed en eb is (omdat die ten opzichte van de maan op nagenoeg
dezelfde plaats blijven liggen).
Daardoor ontstaat er voortdurend opgaand tij (vloed) en dan weer afgaand tij (eb). Omdat er twee
gebieden met vloed en twee gebieden met eb zijn op aarde, wordt het dus twee keer vloed en twee
keer eb in 24 uur. Dat betekent dat een getij ongeveer zes uur duurt. Tussen maximale vloedstand en
minimale ebstand zitten dus ook ongeveer zes klokuren.
In oceanen, zeeën en ook in zee-inhammen (denk aan de Biesbosch, de Westerschelde en in fjorden)
zijn getijden merkbaar.
1.5 endogene krachten
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maxveenbrink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.