Complete samenvatting LP6 KT1 van colleges, aantekeningen, boeken en verdieping
20 vues 2 fois vendu
Cours
Klinisch redeneren LP6
Établissement
Avans Hogeschool (Avans)
Volledige samenvatting van klinisch redeneren LP6 waarin colleges, aantekeningen uit de les, en opdrachten zijn verwerkt. Ook verdieping en informatie van overige bronnen die in de toets voor zijn gekomen zijn in het document verwerkt. Deze samenvatting is vergeleken met andere, waarbij hierin alle...
Leerdoelen:
- De student kan benoemen wat de essentie is van de beroepsuitoefening van de verpleegkundige
Maatschappij & Gezondheid (M&G);
- De student kan de meest voorkomende organisatievormen van sociale wijkteams benoemen en
weet welke disciplines er veelal deelnemen aan het sociale wijkteam;
- De student kan uitleggen welke casuïstiek toegewezen kan worden aan de verpleegkundige M&G;
- Kent het ICF-classificatiesysteem en kan hierop reflecteren in relatie tot andere
classificatiesystemen.
- Uitleg geven wat de invloed is van het werken vanuit een visie op gezondheid.
- Uitleggen wat de huidige visie inhoudt van ziekte & zorg naar mens & maatschappij.
- Uitleggen wat de rol is van verpleegkundige met betrekking tot de huidige visie ‘mens &
maatschappij’ en positieve gezondheid.
- Uitleggen wat gezondheidsindicatoren zijn en wat het belang hiervan is voor de verpleegkundige
beroepsuitoefening.
- Uitleggen wat epidemiologie is en wat het belang daarvan is bij de verpleegkundige
beroepsuitoefening.
Maatschappij & Gezondheid betreft alle verpleegkundige werksettingen buiten de instellingen
(extramurale gezondheidszorg):
- De jeugdverpleegkundige, werkzaam in de JGZ;
- De verpleegkundige openbare gezondheidszorg, werkzaam bij de GGD;
- De wijkverpleegkundige;
- De casemanager dementie.
8 Kernitems M&G:
- Uitgaan van de leef-, woon- of werksituatie van de cliënt;
- Combinatie van preventie en zorg;
- Niet alleen individueelgericht, maar ook groepsgericht en samenlevingsgericht werken;
- Anticiperen op maatschappelijke en politieke ontwikkelingen;
- Veronderstelt een brede manier van kijken;
- Niet alleen multidisciplinair, maar ook multisectoraal werken;
- Is het leren hanteren van belangenconflicten en ethische reflectie;
- Zelfstandig en verantwoordelijk werken.
De M&G-verpleegkundige richt zich op de combinatie van:
- Mensen die gezond zijn, zoveel mogelijk te ondersteunen in het gezond blijven en gezond
opgroeien: “(Collectieve) Preventie/ Public Health” met een gerichtheid op preventie, ontzorgen,
normaliseren, versterken van eigen kracht en empowerment.
- Waar nodig een bijdrage leveren aan herstel (cure).
- Mensen die niet meer kunnen genezen, zo goed mogelijk ondersteunen en verplegen, gericht op
behoud van 'kwaliteit van leven': binnen de eigen omgeving (care). Interventies richten zich (waar
mogelijk) op het behouden of verbeteren van zelfmanagement, zelfredzaamheid, zelfregie en
participatie.
,Essentieel is dat het daarbij juist gaat om de verbinding: een individueel probleem kan vertaald
worden naar een collectieve aanpak en andersom13.
Verschillende visies op gezondheid:
- Klassieke (medische/professionele) visie: afwezigheid van ziekte of lichaamsgebrek;
- Biologische gezondheid: aanpassing van het menselijk lichaam aan externe omstandigheden;
- Psychosociale visie: het behalen van zelfgestelde doelen en voorzien in geestelijke behoeften;
- Sociale visie: vervullen van sociale rollen in de maatschappij binnen de geldende waarden en
normen;
- Dynamische visie: in balans met zowel zichzelf als externe milieu.
Door aanpassingsvermogen is iemand in staat de regie te houden
over eigen gezondheid;
- Humana, multicausale visie: verbintenis van de biologische-,
psychosociale- en sociale visie. Het is een bredere kijk.
Classificatiesystemen:
- International Classification of Functioning, Disability and Health
(ICF): classificatie van de gezondheid en gezondheidsgerelateerde
domeinen. Het geeft weer hoe mensen omgaan met hun
gezondheid en neemt het gezondheidsprobleem van de patiënt of
patiëntengroep als uitgangspunt. De gezondheid wordt bekeken
vanuit een bio psychosociaal model en wordt de mens gezien als
holistische eenheid.
- ICD-systeem: Het ICD-systeem helpt om de sterfte- en
ziektepercentages wereldwijd te monitoren en de voortgang van de
millenniumdoelstellingen van de WHO te meten.
Gezondheidsindicatoren en epidemiologie:
- Gezondheidstoestand: gezondheid beschrijven van een individu of een groep.
- Gezondheidsindicatoren: Gezondheidstoestand kan worden beschreven m.b.v. indicatoren. Dit zijn
objectiveerbare en meetbare grootheden van gezondheid en ziekte. Gezondheidsindicatoren geven
aan welke gezondheidsproblemen veelvuldig voorkomen en welke gezondheidsproblemen leiden tot
een hoge sterfte of veel zieken.
- Mortaliteit: aantal personen dat sterft aan een bepaalde aandoening gedurende een
bepaalde tijd. Hiermee breng je een bepaalde impact of epidemie in beeld;
- Levensverwachting: aantal verwachte levensjaren gemeten vanaf de geboorte;
- Gezonde levensverwachting: aantal jaren dat in goede gezondheid wordt doorgebracht;
- Ervaren gezondheid: geeft de kwaliteit van leven in brede zin weer;
- Morbiditeit: geeft het percentage mensen aan met een bepaalde ziekte;
- Incidentie en prevalentie: om morbiditeit vorm te geven. Incidentie geeft aantal nieuwe
gevallen weer, prevalentie geeft het totaal aantal weer;
- ADL-maten: geven aan in welke mate functiestoornissen het dagelijks leven belemmeren en
bieden een handvat bij de indicatiestelling voor opname in bijvoorbeeld een verpleeghuis.
Daarnaast biedt het inzicht over de kwaliteit van leven;
- Sip: maat om functiestoornissen weer te geven;
- Ziekteverzuim;
, - Compressie van morbiditeit: aantal jaren dat mensen leven met beperkingen is sterk
gedaald;
- Qaly: gaat over de kwaliteit van leven van een persoon en de verwachte resterende
levensduur. Dit kan ook gepaard gaan met een ziekte/handicap. 1= optimale kwaliteit
van leven, 0= minst goede kwaliteit;
- Daly: kijkt naar de verloren gezonde jaren door ziekten of aandoeningen.
- McGill Pain Questionnaire: een specifieke vragenlijst voor functiestoornissen met
betrekking tot pijn. Deze maakt de beleving en gevolgen van pijn inzichtelijk.
Vormen van sociale wijkteams
Model A; breed integraal team, waar zoveel mogelijk (specialistische)
hulpvragen binnen het (wijk)team worden opgepakt. Zo nodig met
kennis van buiten het team (bijv. bij psychische problematiek).
Doelgroep: 0-100 jaar. Deze vorm komt het meeste voor.
Model B; domein/doelgroep specifieke teams. Meerdere teams
functioneren naast elkaar op afgebakende domeinen of doelgroepen.
Heldere werkafspraken voorkomen overlap. Afhankelijk van de hulpvraag
komt de casus bij een van de teams terecht: bijvoorbeeld in het
volwassenenteam of het team jeugd en gezin, of in een team voor
meervoudige problematiek.
Model C; Generalistisch (wijk)team functioneert als voorpost met
daarachter een of meerdere domein specifieke teams waar indien nodig
naar doorverwezen kan worden. Vanuit de burger is er één toegangspunt.
Het belang van werken met sociale wijkteams:
1. Integrale aanpak: breed integraal team: jeugdhulpverlener, MEE-consulent, Maatschappelijk
werker, Wmo-consulent, wijkverpleegkundige, jeugdverpleegkundige.
2. Multidisciplinair werken: Veilig Thuis, politie, woning corporatie, Centrum Jeugd & Gezin,
Tweedelijnszorg.
3. Laagdrempeligheid
4. Preventie en signalering: Generalist: hulpverlener die over allerlei onderwerpen een behoorlijke
basiskennis heeft om de problematiek vanuit verschillende levensdomeinen in kaart te brengen.
Specialist: wordt ingeschakeld bij specifieke vraagstukken die specialistische kennis vereisen. T-
shaped professional: is een combinatie van beide, namelijk een professional die een eigen
specialisme heeft, maar naar buiten toe als generalist optreedt en signaleert.
Deelnemers van het sociale wijkteam:
wijkverpleegkundige, jeugdverpleegkundige, sociaal werker, huisarts, maatschappelijk werker,
psychologen, opbouwwerker, WMO-consulent, jongerenwerker, MEE-consulent.
Het team werkt samen met:
Mantelzorgers, vrijwilligers, huisartsen, wijkverpleging, scholen, specialistische hulp, overige
organisaties die iets kunnen betekenen voor inwoners.
, Belangrijkste doelstellingen van het sociale wijkteam: voorkomen/uitstellen van zwaardere zorg,
integrale aanpak van multiproblematiek, preventie, betere zorg en ondersteuning, vergroten
zelfredzaamheid burgers, ondersteuning tegen lagere kosten, betere zichtbaarheid en
nabijheid/bereikbaarheid, versterken zelfregie burgers, vergroten participatie, versterken van
onderlinge betrokkenheid bij burgers.
Gespreksvoering die leefstijlen promoten:
- MGV
- Nudging; mensen worden subtiel gestimuleerd om zich op een gewenste manier te dragen (een
porretje geven) (bijv. hollebollegijs)
- Tiny habits: eenvoudige en leuke manier om gedrag te veranderen. Er wordt gefocust op wat
gemakkelijk te verandern is, niet op wat moeilijk is.
1. Welke van onderstaande hulpverleners is in de meeste sociale wijkteams een deelnemer van het
team? WMO-consulent
2. Alle gemeentes hebben een sociaal wijkteam. Onjuist
3. Wat is het doel van een sociaal wijkteam? Burgers kunnen laagdrempelig hulp inschakelen en er
wordt meer multidisciplinair gewerkt.
4. Er zijn verschillende vormen van organisatie van een sociaal wijkteam. Juist.
5. Een sociaal wijkteam bestaat altijd uit een combinatie van generalisten en specialisten. Onjuist.
Een toegangsteam werkt in de regel met voornamelijk generalisten, terwijl een expertiseteam vaak
uit medewerkers met meer specialistische kennis bestaat
6. Iedere burger mag gebruik maken van het sociaal wijkteam. Juist
7. Een sociaal wijkteam zorgt voor een integrale aanpak: 1 regisseur met meerdere zorgplannen voor
één gezin. Onjuist
Amoxicilline doodt bacteriën (antibioticum). Bij infecties van onder andere longen, luchtpijp, keel,
bijholtes, middenoor, blaas, huid, hart, maag en darmen. Ook bij de ziekte van Lyme,
hersenvliesontsteking en geslachtsziekten zoals chlamydia en gonorroe. Amoxicilline werkt binnen
enkele dagen.
Riluzol is een medicijn dat ervoor zorgt dat de spierkracht minder snel achteruit gaat. Patiënten die
riluzol gebruiken hebben een iets langere levensverwachting dan patiënten die dit niet gebruiken. De
gemiddelde levensverlenging is drie maanden. Vooraf is niet aan te geven welke patiënten de meeste
baat bij riluzol zullen hebben. Het ALS Centrum adviseert zo spoedig mogelijk na de diagnose te
starten met riluzol en het te blijven innemen gedurende het verloop van de ziekte. Uit onderzoek
blijkt dat patiënten die in een vroege fase van de ziekte met riluzol starten ook langer in die vroege
fase blijven.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ninavandespijker. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.