Samenvatting van alle colleges van het vak ‘Fonetiek en geluidsleer (LOGODA01K1) ’ voor de opleiding Logopedie aan de Hogeschool Rotterdam (1e jaar). .
• Wat is fonetiek?
- De taak van de fonetiek is de relatie tussen de abstracte
structuur van taal en de manifestatie van deze structuren in
fysiek waarneembare vormen zoals spraakgeluid, duidelijk te
maken.
- De fonetiek houdt zich bezig met spraakgeluid (fase 4).
- De fonetiek houdt zich dus bezig met hoe kan het dat iets wat in
mijn hoofd zit dat ik dat fysiek waarneembaar kan maken door
spraakgeluid en dat jullie het dan ook echt horen.
• Schriftsoorten:
1. Beeldverhaal: een plaatje dat een voorstelling is van een bepaalde situatie en zou dus
bijvoorbeeld een hele zin kunnen beschrijven.
2. Beeldschrift: krijgt een woord een plaatje. Een plaatje is een weergave van een woord. Een
plaatje van een vis is een vis, een plaatje van een bij is een bij.
3. Woordschrift: je kan een plaatje gebruiken waarbij je niet de betekenis van het plaatje
gebruikt maar de klanken gebruikt en dat noem je een fonogram. Een fonogram is een visuele
weergave van klanken. Dit zie je vaak bij een rebus.
4. Syllabeschrift: (Syllabe= lettergreep). Elke syllabe (lettergreep) heeft een eigen tekentje en
door die tekentjes te combineren krijg je een woord. Bijvoorbeeld het spijkerschrift.
5. Alfabetisch schrift: iedere klinker of medeklinker wordt voorgesteld door een eigen symbool,
een eigen letter. Het aantal klinkers en medeklinkers waarmee syllaben in een taal worden
opgebouwd, is altijd klein en zeker niet groter dan 100.
• Letters en klanken:
- Zijn letters hetzelfde als klanken? Nee, zie voorbeeld hieronder.
Verschillende letters voor dezelfde klank:
Buigen Juichen
Buigen Juichen
Verschillende klanken bij dezelfde letter:
Yoghurt Enzym Rok Roken
Yoghurt Enzym Rok Roken
• Fonetisch schrift (IPA:international phonetic association):
- Geeft aan hoe iets daadwerkelijk uitgesproken moet worden. Aan elke klank zit een teken
gekoppeld.
- Heeft niks met spellingsregels te maken, het gaat echt om de uitspraak.
- IPA zorgt ervoor dat je precies weet hoe je het woord uit moet spreken.
- Als je iets in IPA zet dan zet je het altijd tussen schuine strepen. Rok / ʀɔk /
• Foneem: klank
,Opdracht 1
Doelwoord Aantal letters Aantal Globale IPA
fonemen transcriptie / …. /
Weeg 4 3 / ʋ e ɣ / of / ʋ e χ /
Klas 4 4 /klɑs/
Schril 6 5 / s χ rɪ l / of /s ɣ r ɪ l /
Bloed 5 4 /blut/
, Fonetiek hoorcollege 2
• De bouw en werking van de spraakorganen
• Subglottale systeem, het glottale systeem, supraglottale systeem
• Glottis: stemspleet, de ruimte die tussen de stembanden zit.
• Subglottale systeem (onder de glottis):
- Hierbij behoren de longen met alle bijbehorende spieren en de onderste
luchtwegen.
- Biologische functie: aanzuigen van lucht, omdat wij zuurstof nodig hebben. De
uitgeademde lucht gebruiken we om te spreken.
- Luchtstromen
- Spreken
• Glottale systeem:
- Onderkaak, tongbeen en het strottenhoofd.
- Biologische functie: stembanden zorgen voor stemgeluid.
Spraakgeluid produceren.
- Als we spreken, gaan de stembanden bijna helemaal dicht
waardoor er een druk van onder komt en die druk
(luchtdrukverschillen) zorgen ervoor dat de stembanden gaan
trillen. Geluid is trilling van de lucht.
• Supraglottale systeem:
- Functie: verschillende klanken maken
- Door de mondholte, keelholte en neusholte van vorm te veranderen,
kunnen er allerlei klanken gemaakt worden.
• Vocalen: klinkers
- a, e, i, o, u
- aa, ee, ie, oo, uu, ei, oe
- Zonder obstakels, de lucht wordt dus niet tegengehouden!
- Tweeklanken: au, ui
• Consonanten: medeklinkers
- Met obstakels, dus we doen iets met onze mond waardoor de luchtstroom
een beetje wordt tegengehouden!
- Wijze van articulatie: “op welke wijze/mate wordt de luchtstroom
tegengehouden?”
- Plaats van articulatie: “op welke plaats zit het obstakel/waar wordt de lucht tegenhouden?”
- Stemgeving: “gebruik je wel de stembanden of gebruik je ze niet?”
• Wijze van articulatie:
- Plosieven: er is een korte onderbreking van de luchtstroom. Bv bij de / p / b / t / d / k
- Fricatieven: (wrijfklanken) gekenmerkt door een turbulente luchtstroom -> het obstakel is zo
groot dat je een wrijving hoort als je de klank uitspreekt. Bv bij de / f / v / s / z / ʃ / : chagrijn /
χ / : chloor.
- Liquidae: klanken waarbij de uitstromende lucht nauwelijks wordt gehinderd. / l / r
- Halfklinkers/semivocaal: de uitstromende lucht wordt nauwelijks gehinderd. / j / w / h
- Nasalen: luchtstroom gaat door je neus en de mondholte wordt afgesloten. / m / n / ŋ / : lang.
• Obstruenten: plosieven en fricatieven (luchtstroom wordt heel erg tegengehouden).
• Approximanten: liquidae en halfklinkers
• Sonoranten: liquidae, halfklinkers en nasalen (luchtstroom wordt minder tegengehouden).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nnnurr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.