Iedereen heeft 206 beenderen, ook het aantal spieren zijn gelijk.
Enkel de ontwikkeling van spieren kunnen verschillen.
Maar er zijn natuurlijk soms uitzonderingen.
❖ Systematische anatomie: beschrijft lichaam volgens stelsels/systemen
• Gastro-intenstinaal stelsel
• Neurologisch stelsel
• Locomotorisch systeem:
- Osteologie (= studie van de beenderen)
- Arthrologie of syndesmologie (= leer van de verbinden)
- Myologie (leer van de gestreepte spieren)
❖ Topografische anatomie: verdeelt lichaam in regio’s, wat ruimtelijke
ordening en onderlinge relaties verduidelijkt.
• Anatomische houding
- Persoon staat rechtop
- Persoon houdt het hoofd rechtop, aangezicht naar voor
- Persoon houdt de armen gestrekt naast het lichaam
- De handpalmen zijn naar voren gekeerd
- De voeten zijn iets gespreid, voeten naar voren
Pagina 1 van 60
, Oriëntatietermen
1. Drie vlakken
Bewegingen in één vlak zijn altijd aan één as gekoppeld.
• Transversaal vlak (platen onder en boven raak je niet)
= horizontale vlak
Alle bewegingen in het transversaal vlak gaan door verticale as:
➢ Exorotaties of endorotatie / torsie
✓ Verticale as of longitudinale as
• Frontaal vlak (muur voor en achter je raak je niet)
Bewegingen in het frontaal vlak gaan door een sagittale as:
➢ ABductie (naar buiten toe) of aDductie (dicht naar mij toe)
✓ Sagittale as
• Sagittaal vlak (muren naast je raak je niet, zijaanzicht)
Bewegingen in het sagittale vlak gaan door een frontale as:
➢ Flexi (buigen) en extensie (strekken)
✓ Frontale as of transversale as
Pagina 2 van 60
,2. Drie assen
Verticale as (longitudinale): exorotatie en endorotatie / torsie
Sagittale as: abductie en adductie
Frontale as (transversale): flexie en extensie +
retroversie en anteversie (beweging die gebeurt in de pelvis → bekken)
3. Algemene oriëntatie termen
- Superior = boven (craniaal: in de richting van het cranium = schedel)
- Inferior = onder (caudaal: in de richting van de cauda = staart)
- Anterior = vooraan (ventraal: in de richting van de venter = buik)
- Posterior = achteraan (dorsaal: in de richting van het dorsum = rug)
- Mediaal = naar het midden
- Lateraal = naar buiten
- Superficiaal = oppervlakkig
- Profundus = in de diepte
4. Specifiek voor extremiteiten
- Proximaal = naar de romp toe
- Distaal = op een afstand van de romp, verder weg naar het uiteinde
- Palmair en plantair = naar de handpalm en voetzoolgericht
- Ventraal = naar voor gericht
- Dorsaal = naar achter (naar de handrug of voetruggericht)
- Radiaal en ulnair = aan de kant van de duim respectievelijk de pink
- Tibiaal en fibulair = aan de kant van de grote teen en kleine teen
Pagina 3 van 60
, 5. Algemene basisbewegingen
- Flexie (buigen) en extensie (strekken): bewegingen rond een frontale
as in het sagittale vlak. Anteflexie in schouder.
- Abductie (afvoeren) en adductie (aanvoeren): bewegingen rond een
sagittale as in het frontale vlak.
- Exorotatie (naar buiten draaien) en endorotatie (naar binnen
draaien): bewegingen rond verticale as in het transversale vlak.
6. Specifiek voor voorarm en voet
- Supinatie: beweging van de voorarm waarbij de handpalm naar voor
komt en beweging van de voorvoet zodat de zool mediaal wijst.
- Pronatie: beweging van de voorarm waarbij de handpalm naar achter
komt en beweging van de voorvoet zodat de zool lateraal wijst.
7. Specifiek voor voet
Plantairflexie: de voetrug beweegt weg van de voorzijde van het been.
Dorsiflexie: de voetrug beweegt naar de voorzijde van het been.
Inversie: beweging van de ganse voet zodat de voetzool naar mediaal
wijst. Gaat gepaard met een supinatie en adductie van de voorvoet en
een plantairflexie in de enkel.
Eversie: beweging van de ganse voet zodat de voetzool naar lateraal
wijst. Gaat gepaard met een pronatie en abductie van de voorvoet en een
dorsiflexie in de enkel.
8. Herhaling
• Bewegingen rond frontale/transversale as
- Flexie: buigen
- Extensie: strekken
• Bewegingen rond sagittale as
- Adductie: aanvoeren
- Abductie: afvoeren
• Bewegingen rond verticale as
- Exorotatie: naar buiten draaien
- Endorotatie: naar binnen draaien
Pagina 4 van 60
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur romyhbs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.