Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting micro economie €7,39   Ajouter au panier

Resume

samenvatting micro economie

 27 vues  0 fois vendu

Een samenvatting van de les + slides. Elke grafiek tot in detail uitgelegd en de wiskundige analyses worden ook stap voor stap in woorden uitgelegd.

Aperçu 10 sur 234  pages

  • 5 octobre 2023
  • 234
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)
avatar-seller
emilietuffin
MICRO – ECONOMIE
Sam Cosaert



1. Inleidend hoofdstuk (vooral de slides kennen)
Wijken heel hard af van het boek, dus leer vooral de slides

1.1 a few general remarks




We gaan vooral werken met een gemengde economie  combinatie vrije markt en centraal geleide
markt economie

- Consumenten kunnen vrij beslissen om wel / niet te kopen (vrije markt economie)

- De staat heeft enkel het recht om te produceren (centraal geleide economie)

Gemengde economie in deze cursus omdat:

- We hebben vrije markten  kapitalisme, maar er zijn ook elementen van socialisme

- Er zijn ook openbare bedrijven ,dus we hebben een combinatie van de twee

Gemengde economie heeft veel welvaart gecreëerd, maar er zijn ook veel problemen mee:

1) Impact van het economisch systeem op het milieu, de leefomgeving  klimaatveranderingen

2) De verdeling van de welvaart  de som / het gemiddelde kan er wel globaal op vooruitgaan
maar er kan een meer extreme verdeling tot stand komen




1

, 1.1.1 The mixed economy has worked well…


Een beeld dat de gemengde economie zeer goed
heeft gewerkt
- Een lang tijdsverloop
- We gaan kijken naar Groeivoet van het bbp per
capita doorheen de tijd EN tussen verschillende
landen
- Verticale as  telkens een verdubbeling




hoe interpreteren:
* een rechte lijn zou betekenen dat we een constante groei hebben in elk jaar
* hoe steiler de lijn hoe sterker de groei
* horizontale groei betekent bijna nulgroei  bbp per capita blijft dan hetzelfde
 van het jaar 1000 tot het jaar 1700 een constante groei  bbp per capita blijft bijna op 0



Explosieve stijging

- Begint bij verschillende landen op een verschillend moment

* VK gaat snel

* China en India gaat minder snel  India en China zijn losgekomen van koloniale heerschappijen,

kregen zelf dus meer controle over hun markt

- Correlatie  ieder land heeft een vorm van een hockey stick profiel

- deze stijging is te verklaren door het kapitalistisch systeem



 Kenmerken kapitalistisch systeem:

- inputs en outputs eigendom van de ondernemingen zelf, niet meer van de staat

- ondernemingen worden de belangrijkste eenheid van productie en niet de staat

- konden met hun producten, goederen en diensten naar een vrije markt gaan



 Verklaring van het succes van het kapitalistisch systeem:

1) technologische vooruitgang

2) specialisatie van werktaken / de arbeid  was dus mogelijk omdat bedrijven groeiden en hoe
groter een bedrijf hoe makkelijker het is om te specialiseren in bepaalde taken


2

,BELANG VAN INSTELLINGEN ONDERSTREPEN

1) Zuid Korea

 Beste leerling van de klas, grootste
succesverhaal

 Overheid wou onderwijs hard promoten
(succes van de instellingen)

 Internationaal competitief zijn van hun
ondernemingen (succes Samsung, LG,…)




2) Botswana (ruwe olie)

 groter succes dan Nigeria (diamanten)

 Zijn eigenlijk beide zeer rijk aan natuurlijke grondstoffen

 Verschil is de kwaliteit van de instituties/ instellingen

 In Nigeria meer corruptie/ misbruik van fondsen dan in Botswana wat zich vertaalt in het
verschil van bbp per capita

Wat nu met Alternatieve systemen?

- Oost Duitsland (communistisch) en West Duitsland (kapitalistisch) zijn een mooi voorbeeld van
waarom kapitalistisch systeem beter werkte

 West Duistland heeft het veel beter gedaan dan Oost Duitsland

- Rusland en de former Soviet Union

 Zwarte lijn (republiek Sovjet)  meer communistisch systeem  ging niet zo slecht en kende
een redelijk constante groei

* bij het instorten van de Sovjet Unie hebben ze bepaalde types van kapitalisme overgenomen

en dat heeft eigenlijk niet voor een verbetering gezorgd

* Instellingen zijn dus weeral zeer belangrijk  succes van het kapitalistisch systeem is zeer

gevoelig  aan marktfalingen, als er te weinig concurrentie is tussen bedrijven kan dat snel

tot problemen leiden, als privaat eigendom niet wordt beschermd heb je ook weer

verlies van productiviteit en corruptie




3

, 1.1.2 … but the mixed economy is far from perfect
Bezorgdheden:

1) Vervuiling  Environmental concerns: global warming, increasing pollution, excessive use of
natural resources

2) Globalisering heeft voordelen gebracht voor de maatschappij in zijn geheel, maar er is
natuurlijk veel verschil tussen regio’s ( de ene regio is meer vooruit gegaan, dan de andere) 
Potential negative effects of globalization

3) Meer algemeen ongelijkheid niet alleen tussen landen, maar ook in een land  Inequality,
both between and within countries

4) Armoede  poverty



De vervuiling (1)

- Als economie zijn we een deel van meer algemene systemen

- Enge zin bestaat economie uit:

* ondernemingen en consumenten  ondernemingen leveren diensten en goederen aan de

consumenten

* ondernemingen vragen arbeid

* Huishouden vragen goederen en grondstoffen en hebben
arbeid te bieden

* ondernemingen hebben zelf grondstoffen nodig en trekken
dit natuurlijk uit de bodem

 zowel ondernemingen als huishoudens vervuilen




Het meest problematische van de vervuiling is de opwarming:




4

, - Zeer lange tijdsreeks jaar 1000 tot het jaar 2000

- Rechterkant  verbranding van fossiele brandstoffen

* steenkool, olie, gas, …

* vanaf industriële revolutie jaar 1800  verbranding van fossiele brandstoffen is beginnen

toenemen



- Linkerkant  concentratie CO2 in de atmosfeer

* wordt gemeten door het hoeveelheid co2 deeltjes te verdelen per miljoen deeltjes zuurstof

* is zeer lang stabiele gebleven

* vanaf industriële revolutie  deeltjes exponentieel toegenomen

 Deze problemen gaan zonder interventie niet kunnen worden opgelost (1)

Nog een voorbeeld waarom interventie noodzakelijk is  gezondheidsproblematiek (2)

Overheidsinterventie -> met doel:
aantal spoedgevallen controleerbaar
bleef

- Verticale as  aantal
besmettingen per dag

- Paars is zonder interventie

* piek is zeer hoog EN wordt
redelijk snel bereikt



- Streepjes is met interventie

* piek wordt uitgesteld, dus iets meer tijd om in te grijpen

* piek is veel lager  een veel vlakkere verdeling dan die zonder interventie

* in totaal ook veel minder besmettingen



Gevaar interventie  economische kost heel hoog

- horeca, Retail, non- food en recreatie waren het
zwaarst getroffen

- Is daar dan ook een bepaald kwetsbaar profiel van de
mensen die werken in deze sectoren

* zelfstandigen  gemiddeld gezien 22% van de bevolking
werkt als zelfstandige



5

,  in de horeca is dat 45% en in de recreatie is dat 46%  aantal zelfstandigen is dus veel

hoger in de zwaar getroffen sectoren

* in deze sectoren zijn de meeste mensen Meestal jonger, laaggeschoold, alleenstaand,

huurders, parttime werk, tijdelijke contracten,…

 veel aspecten dat er op wijzen dat ze een kwetsbaarder profile hebben



Persistent inequality – Piketty (2)




Pikkety

- Veel date verzameld over de evolutie van ongelijkheid van 1910 tot 2010

- Aandeel van de rijkste 0,1 % in het totale inkomen van een land  wat is het percentage van
het totale inkomen dat in bezit is van het rijkste 0,1 %

- Ongelijkheid is over de laatste 100 jaar in het algemeen afgenomen

- 2000 - 2010  een soort van stabilisering, de ongelijkheid gaat niet verder naar beneden 
persistent inequality = blijvende ongelijkheid



Waarom gaat ongelijkheid niet weg?

1) Marginale productiviteit van arbeid

* sommige mensen zijn gewoon productiever dan andere mensen

* hebben een hoger loon dan anderen ( heeft te maken met scholingsgraad natuurlijk)

* onderwijs wordt wel redelijk toegankelijk voor iedereen MAAR misschien is de

democratisering nog niet sterk genoeg om eigenlijk een andere evolutie mee te volgen

namelijk technologische vooruitgang en deze heeft echt wel zeer sterke nood aan hoog

opgeleide profielen



6

,2) Productiviteit is gewoon moeilijk meetbaar

- Hoe meet je de productiviteit van een individu

- Als je dan kijkt naar de superkader: de 10% ceos,… is het heel moeilijk te zien wat de
productiviteit is

3) De impact van de overheid

- Deze grafiek vergelijken met de vorige grafiek

* ongelijkheid bij deze grafiek is nog veel hoger

* bij vorige een persistente ongelijkheid, maar bij

Angelsaksische landen is dit dus nog een stuk hoger

4) Hoogte minimumloon

5) Sociale zekerheid

 Deze twee grafieken onthouden dat ongelijkheid niet alleen te maken heeft met vermogens
(inkomen uit vermogens)  heeft ook te maken met inkomen uit arbeid door een zeer groter variatie
uit arbeidslonen krijg je natuurlijk ook die ongelijkheid



Ongelijkheid in het vermogen zelf (3)




Waar komt dat vandaan?

- Zeer lange tijdsreeks jaar 0 tot in de toekomst

- 2 variabelen

* groeivoet van de hele economie  G / de witte vierkanten

* het rendement van kapitaal / interestvoet  R

- Als R groter dan G  dan is er concentratie van het kapitaal / van het vermogen



7

, - Als de economie veel sneller zou groeien, de productie groeit veel sneller dan kapitaal  dan
is een vermogen uit het verleden heft minder impact

* stel interestvoet is 5% en de groeivoet is maar 1% en je slaagt erin om 1/5 van uw vermogen

inkomen te sparen  dan gaat het vermogen altijd sneller groeien dan de hele economie



Wat is de situatie vandaag?

- Interestvoeten zijn weer gestegen redelijk recent

- Door robotisering  is het rendement van kapitaal, is de interestvoet wel redelijk goed in
vergelijking met de groeivoet van de economie (door technologische vooruitgang loont het
dus om echt geld te investeren in kapitaal)

- dat kan er voor zorgen dat er meer ongelijkheid komt vooral omdat er een correlatie is tussen
het vermogen en het rendement  hoe groter vermogen hoe groter rendement (door
schaalvoordelen omdat je experts kunt inhuren; door dat je kan sparen over verschillende
generaties, doordat je meer risico kunt nemen) is er een positieve correlatie tussen rendement
en vermogen

- Ook een positieve correlatie tussen arbeidsinkomen en vermogen ( want een zeer rijke
ondernemer die veel geld heft verdiend uit arbeid kan dat natuurlijk beleggen en dan krijg ja
natuurlijk weer een soort van polarisatie)




Conclusie  ongelijkheid slecht ?

- Nee er moeten verschillen zijn

- Ongelijkheid alleen mag niet, maar moet echt wel

Wat is het probleem van te doorgedreven ongelijkheid?

1) Als het te extreem wordt  evolueert naar een system dat niet meer gebouwd is op diocratie
en mediocratie (de juiste person landt op de juiste plaats; meest productieve persoon krijgt
ook een job waar productiviteit belangrijk is)  als ongelijkheid te groot wordt is dat natuurlijk
niet meer gegarandeerd

8

, 2) Als er sociale ontevredenheid komt  repressie zal nodig zijn door politie, overheid om die
sociale ontevredenheid in te perken

Wat is er dus nodig?

1) Transparantie

2) Progressieve belastingen

- Want als we kijken naar de evolutie van de belastingsvoeten op de hoogste inkomens  Jaren
1930-1970 belastingen redelijk hoog op de hoogste inkomens MAAR in de laatste 50 jaar is er een
beweging geweest naar minder en minder belasting op de topinkomens



Besluiten – Waarom is micro – economie belangrijk ?

1) We willen meer inzicht krijgen in de beslissingen van ondernemingen en overheden  om daar
meer inzicht in te krijgen is het natuurlijk belangrijk om te weten hoe zal een consument zich
gedragen, hoe zal een producent zich gedragen en dan kunnen we dat gedrag gaan voorspellen
en kunnen we ook kijken wat de goede overheidsinterventies zijn

2) Wat is mogelijk beleid

* beleid in zake gezondheidszorg / sociale zekerheid / tewerkstelling / onderwijs /…. Is er 1 vraag
die je je altijd moet stellen  is het efficiënt  efficiënt in de zin van is de totale welvaart
gemaximaliseerd en dan komt dat soms in conflict met die herverdeling en de bezorgdheid met
ongelijkheid en armoede

 Ultieme doel beter inzicht te krijgen in beslissingen in ondernemingen en overheden




Onze aanpak:

*Beginnen met klassieke micro economie  producent, consument en de markt vormen, en mogelijke
interventie

*Kijken naar recente inzichten  voorbeeld; iemand is niet altijd perfect rationeel, dus we zijn niet
altijd perfect in staat om ons nut te maximaliseren als voorspelt, we zijn niet altijd egoïstisch

*Eenmaal we de concepten hebben uitgelegd gaan we het toepassen op concrete voorbeelden




9

, 2. HOOFDSTUK 2: DEMAND EN SUPPLY ANALYSIS
Issues tot hink about

1) Why do some goods (e.g., fruits) become cheaper during the months of highest consumption,
whereas other goods (e.g., beachfront apartments) become more expensive during the
months of highest consumption?

Arbeien in Juli en augustus  vraag zeer sterk maar prijzen ook zeer laag

- appartementen met zeezicht I juli en augustus  vraag zeer groot en prijs zeer hoog
- Elasticiteit van de aanbodcurve
* arbeien wanneer de vraag / consumptie zeer sterk is is er ook veel aanbod
* aanbod van appartementen met zeezicht Is vast dus aanbod blijft vast staan en de vraag
neemt toe

2) How to explain that prices of some goods strongly declined over time, despite increasing
demand?
Computers  steeds veel meer vraag maar toch zijn de prijzen steeds meer af genomen
- De wet van more  zeer snelle technologische vooruitgang  door die snelle verdubbeling
wordt het goedkoper om de chips te produceren, gaan de chips sneller en wordt het ook
goedkoper om computers te produceren en dat verklaart dan ook dat de prijs niet echt is
toegenomen

3) What are the short and long run effects of immigration for housing prices?
Interactie tussen verschillende markten  huizenmarkt en arbeidsmarkten
- Wat gebeurt als er meer vraag is naar arbeiders en er is migratie van arbeiders naar die
arbeidsmarkt
- Dan komt er een verhoogde druk op huisvestiging
- En verhoogde druk op huisvestiging  verhoogde druk op de verhuizingsprijzen
- Op KT  meer arbeiders op arbeidsmarkt  zorgt voor toename huizenprijzen
- Op LT  huizenmarkt heft tijd om zich aan te passen / om meer aanbod te verkrijgen zal de
prijs stijging dus op lange termijn minder extreme zijn

4) Can bad news for farming (drought, severe weather) be good news for farmers? vice versa,
can a great harvest be bad news for farmers?
Voordeel bij droogte  te maken met prijsgevoeligheid van de consument / van de vraag
- Wanneer de vraagcurve bijna verticaal is en aanbod neemt af groot effect op prijs /
prijselastisch
- Dus kan goed nieuws zijn voor de prijs

5) As a seller, would you prefer customers with an elastic or inelastic demand for your product?
We hebben liever inelastische vraag naar product  je wilt geen prijs gevoelige consument

6) What explains ‘speculative bubbles’?
Zeepbellen  hoe komt het dat we soms een zeepbel krijgen op de financiële markt




10

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emilietuffin. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75632 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,39
  • (0)
  Ajouter