RELIGIE, ZINGEVING EN LEVENSBESCHOUWING
1. Wat is een ethisch dilemma?
1.1 Terminologie
Moraal= alle normen en waarden die belangrijk zijn voor iemand, hiermee bepaal je of je iets
goed of fout vindt
Ethiek= het (kritisch) nadenken over de moraal
o Waarom vind je dat iets wel of niet bij jouw normen en waarden past?
o Je hebt nog geen oordeel of trekt je oude oordeel in twijfel
Morele waarden= geven aan hoe mensen idealiter zouden handelen, zaken die we als
maatschappij en als individu belangrijk en waardevol vinden (Van Tongeren, 2003):
o Respect
o Eerlijkheid
o Rechtvaardigheid
Enkele normen die belangrijk zijn in de zorg (Liégeois, 2019):
Om deze
waardevolle elementen te beschermen, ontstaan er regels die gedrag voorschrijven =
Morele normen (bv. norm: je moet de waarheid spreken waarde: eerlijkheid)
o Geboden <-> verboden
1.2 Moreel of ethische dilemma
Moreel of ethisch dilemma= situaties waarin een hulpverlener merkt dat hij gebonden is aan
persoonlijke waarden of beroepsethische normen die in dat specifieke geval niet met elkaar
te verenigen zijn intuïtief aangevoeld en gewrongen gevoel, men voelt dat er iets niet
klopt
o Verschillende morele waarden staan tegenover elkaar (bv. gelijkwaardigheid <->
eerlijkheid)
o Verschillende deontologische verplichtingen lijken onderling tegenstrijdig (bv.
beroepsgeheim garanderen <-> recht op informatie)
o Ethische overwegingen lijken moeilijk verenigbaar met wettelijke verplichtingen (bv.
bezorgde ouders van een volwassen opgenomen patiënt informeren over de
toestand van hun zoon <-> privacywet)
Moreel/ ethisch dilemma: criteria van Rothfusz, 2010
o Minstens 2 alternatieven waaruit gekozen moet worden
o Alternatieven hebben te maken met waarden en normen, het gaat dus niet om de
vraag hoe je iets moet aanpakken
o Een dilemma voor jou als psychologisch consulent, voor jou als concreet individu, niet
voor psychologisch consulenten in het algemeen
Eigen deontologische code gaan bekijken
Kijken naar je ‘interne ik’, je waarden en normen
,1.3 Praktisch dilemma
Praktisch dilemma= je weet welke richting je uit moet, maar weet niet hoe je de situatie best
kunt aanpakken
o Welke methode?
o Je vraagt je af hoe je, met respect voor alle betrokkenen, tot een volgende stap
geraakt
1.4 Ethisch reflecteren
Doel van dit vak: ethisch reflecteren= een proces van zelfstandig nadenken over goed en
kwaad
Wat heb je daarvoor nodig?
o Theoretische kennis
o Wettelijke kennis
o Zelfkennis
o Filosofie
o Attitude, eigen bereidwilligheid om bij te leren
2. Drie luiken: wat is het juridische, morele en psychologische luik?
2.1 Het wettelijk-juridisch perspectief
Voor hulpverleners bestaan diverse wetten waaraan gehoor gegeven moet worden en
waarin artikelen staan die betrekking hebben op o.a. kwaliteitsvolle begeleiding aanbieden,
geïnformeerde toestemming, het patiëntendossier, privacy en klachtenrecht.
Basisprincipes van deontologische codes:
1. Beroepsgeheim en discretieplicht
2. Respect voor de waardigheid van een cliënt
3. Verantwoordelijkheid
4. Competentie
5. Integriteit
Tot het juridisch kader behoren ook professionele richtlijnen vanuit het bedrijf waarvoor je
werkt
Enkele belangrijke wettelijke kaders:
1. De erkenning van GGZ-beroepen
Sinds 1993: titel van psycholoog bij wet geregulariseerd
- Je moet aan bepaalde vereisten voldoen voor je de titel ‘psycholoog’
mag gebruiken en je moet je laten inschrijven op een lijst
- Doel: vakbekwaamheid van psychologen garanderen
De klinisch psycholoog valt sinds enkele jaren ook onder de Wet Uitvoerend
Gezondheidsberoep (WUG)
- Deze wet beschermt de beoefening van gezondheidszorg doordat:
1) Niet iedereen deze titels mag gebruiken (= titelbescherming)
2) Bepaalde activiteiten enkel door die titels uitgevoerd mogen
worden (= beroepsbescherming)
3) Je bepaalde opleidingen gevolgd moet hebben
Deze erkenning maakt dat de klinisch psycholoog een autonoom
gezondheidszorgberoepsbeoefenaar is
2. De deontologische code voor psychologen en psychologisch consulenten
Grote verantwoordelijkheid plichten
Basisprincipes van deontologische codes:
, 1) Beroepsgeheim en discretieplicht
2) Respect voor de waardigheid van een cliënt
3) Verantwoordelijkheid
4) Competentie
5) Integriteit
Een psycholoog die zich niet ethisch gedraagt, kan gesanctioneerd worden
door de psychologencommissie, doordat deze titel aan het tuchtrecht
verbonden is
Ook voor psychologisch consulenten is er een beroepscode, ontwikkeld door
de beroepsvereniging niet de status van een wettekst, dus de
beroepsgroep kan geen leden sanctioneren
3. Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp
4. Wet patiëntenrechten
Bevat artikelen gerelateerd aan de kwaliteitsvolle verstrekking van
gezondheidszorg, de vrije keuze van de hulpverlener, geïnformeerde
toestemming van de patiënt, het patiëntendossier, de privacy en het recht
om klacht in te dienen.
5. De privacywet & Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
Privacywet: regelt hoe persoonlijke gegevens bewaard en bewerkt moeten
worden
AVG: Persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt in overeenstemming
met de wet. Voor de betrokkene (dat is degene van wie de
persoonsgegevens verwerkt worden) moet het behoorlijk en
transparant zijn hoe en waarom de persoonsgegevens verwerkt worden
Belang van het juridisch luik:
1. Duidelijkheid over rechten en plichten voor alle partijen
2. Bescherming van cliënten
3. Biedt houvast
MAAR: wetten en regels...
o ‘Lopen achter de feiten aan’
o Kunnen nooit op alle situaties worden toegepast: unieke situaties en persoonlijk
aanvoelen
o Impliceren vaak een conflictsituatie
2.2 Het moreel perspectief
Ethiek is meer dan wetten en regels. Het bestaan van wetten en beroepscodes lijkt te
impliceren dat in het werk van de psychologisch consulent duidelijk kan worden afgebakend
wat ‘mag’ en wat ‘niet mag’. Toch kan moreel goed gedrag niet op een simpele manier
gevat worden in een lijstje van geboden en verboden (Leijssen, 2005). Daar zijn meerdere
redenen voor:
1. Ethisch handelen valt niet samen met handelen conform de wet of conform de
beroepscode. Het is mogelijk om onethisch te handelen terwijl je geen enkele wet of
beroepscode overtreedt. Wetten lopen vaak achter de feiten aan. Het is niet omdat
er nog geen wet is, dat je toch onethisch kan handelen. Soms worden zaken ook niet
in een wet opgenomen terwijl ze wel onethisch zijn. Een hulpverlener die zich niet
empathisch opstelt tegenover zijn cliënten en collega’s overtreedt bijvoorbeeld geen
enkele wet. Dat komt omdat normen (en regels) doorgaans een minimum aangeven,
ze zijn ‘een ondergrens waar je niet onder mag vallen, een grens waar je binnen
moet blijven. Maar ze zeggen niets over hoe je je ‘boven’ die grenzen verder moet
bewegen’ (Van Tongeren, 2003, p. 28).
2. Een tweede reden waarom ethiek niet samenvalt met eenvoudige do’s en don’ts is
dat ethische vragen vooral opkomen in het kader van morele dilemma’s. Soms is een
situatie zo moeilijk dat de beroepscode geen duidelijk antwoord geeft of zichzelf