Samenvatting
Verlenen van zorg op maat: Geneeskunde-Heelkunde: Pathologie 2
Pathologie 2
Perioperatieve zorg
1. Inleidende principes
1.1 Patiëntveiligheid
= centraal in operatiekwartier -> voorkomen van schade – spreken over incidenten & bijna-incidenten
--> richtlijnen & doelstellingen rond patiëntveiligheid = Safe Surgery Checklist: 19 kritieke punten controleren
Voor anesthesie = sign in
Voor incisie van huid = time out Meermaals de 22 kritieke punten overlopen
=> wilt meerdere controles = kan – aanvullen met dienst-/instelling specifieke controletools
Na ingreep = sign out
--> doel checklist = patiëntenveiligheid
Patiëntenveiligheid -> veilige omgeving, gebruik van controlemiddelen, doorgedreven kennis & correcte toep.
-> juiste observatie & aanbevelingen, materiaalkennis, hygiëne, kennis steriliteit
-> heldere communicatie
1.2 Safe Surgery Checklist (SSC)
=> kostenbesparend, verbeterde communicatie & veiligheidscultuur, betere samenwerking
Complicaties -> hoofdzaak = gebrekkige communicatie & samenwerking // hulpverleners
=> antwoord = Safe Surgery Saves Lives-programma: wetenschappelijk onderbouwde standaarden verzekeren
WHO Surgical Safety Checklist -> doelstellingen samengevat om veiligheid te verhogen => 22 items
=> wetenschappelijke evidentie & elementen -> incidenten te voorkomen: communicatie + teamwork!
1.3 Hygiëne
1.3.1 De besmettingscyclus
Pathogene MO -> zorgen voor postoperatieve infecties => besmettingscyclus doorbreken!
=> ketens doorbreken door veiligheidsmaatregelen – door organisatie, afdeling, inricht OK, persoonlijke maatr.
1.3.2 Preoperatief wassen
=> met ontsmettende zeep = kans op wondinfectie dalen -> chloorhexidine zeep (kolonisatiefactor met 9 dalen)
-->’s avonds dag voor & dag zelf wassen
==> 2x douchen met 4%CHG, 1min. wachten voor afspoelen, 120ml CGH per douchebeurt
1.3.3 Hygiëne op de operatieafdeling
=> altijd voor alles & iedereen = omgeving, patiënt & personeel -> verspreiding pathogene MO tegengaan
Patiënt = vatbaarder voor infecties -> na ingreep kwetsbaarder iedereen = verantwoordelijk voor toepassing
Maatregelen om MO tegen te gaan -> lucht continu ververst + voldoende faciliteiten & materialen
1.3.4 Temperatuurregeling
MO -> gevoelig aan t°-schommelingen => ideale omgevingst° in OK = 18-20°C
=> voordelen: lage t° vermindert activiteit van MO + aangename t° om in te werken
=> nadelen: afkoeling infuussstoffen + onderkoeling van patiënt + te koud voor kinderen
Onderkoeling pt -> ligt stil ≠ spieractiviteit + infuusvloeistoffen, koude ruimte
1.3.5 Preventieve maatregelen tegen afkoeling van de patiënt
Centrale t° patiënt daalt -> oplossingen = warmtedekens, verwarmde infussen/spoelvloeistoffen
=> uitzonderlijk: t° in OK verhogen – kinderen <12j & re-implantaties ledematen & microchirurgie
1.3.6 Luchtverversingstechnieken
Luchtverplaatsing -> veroorzaakt door mensen, materiaal, turbulentie door sluiten & openen van deuren
=> MO verplaatsen mee -> kunnen innestelen in patiënt/wonde => lucht verversen & luchtstroming regelen
1
, Samenvatting
Contant Chemische verontreiniging: gassen (koolzuurgas, verdampingsgassen) + afkomstig van apparaten
verontreiniging Thermische verontreiniging: personen & activiteiten + apparaten
door:
Microbiologische verontreiniging: huidschilfers + kolonisatiegebieden + op lucht zwevende MO
2 systemen luchtverversing -> UDF = unidirectional flow & gemengd systeem
=> UDF: lucht zonder turbulentie in OK – via 1 weg & 1 richting zaal binnenkomt (boven pt) & afgevoerd (grond)
-> verse, propere lucht maakt het onmogelijk om voor MO in operatiegebied te komen
Positieve druk -> voordeel: deur gaat open = lucht naar buiten => enkel wanneer echt nodig
1.3.7 Handhygiëne
Preoperatief wassen & ontsmetten -> transiënte & residente flora op handen verwijderen
Wassen: na contact met humane vloeistoffen + voor & na aanraken van voeding + zichtbaar vuile handen
Handontsmetting: voor binnen- & buitengaan van kamer, voor uitvoeren van handelingen
Rubben: handen ingewreven met handontsmetting met verlengde werking
Scrubben
1.3.8 Beroepskledij
Operatiekledij -> speciaal gereinigde uniformen met elastiek => huidschilfers komen niet in omgevingslucht
=> mondmaskers (opzetten voor binnengaan OK), brillen, handschoenen = bescherming pt & medewerker
1.3.9 Zonering
Steriel & bevuild materiaal -> gescheiden in aparte zones
Vuile zone: vuilbaken, naaldcontainers, opvangrecipiënten, aspiratie-bokalen, …
Propere zone: stofvrije kasten, bergplaatsen voor steriel materiaal, verbeddingsruimte, verband, …
Steriele zone: steriel gedekte tafels, operatie vind plaats/voorbereiding anesthesie, in steriele kledij
1.4 Steriliteit
= vrij van MO & ziektekiemen -> strikt houden aan steriliteitsprincipes & duidelijke werkafspraken
1.4.1 Steriliteitsprincipes in de operatiezaal
Alles in steriel veld = steriel Dekken van steriel tafels
Randen van verpakking ≠ steriel Jassen
Peel-o-pack Tafels
Presenteer – enveloppe verpakking Personen - beweging
Metalen dozen/korven
Snelverpakking
1.4.2 Steriliseren
Soort MO
Aard van sterilisatieproces: thermische sterilisatie, chemische sterilisatie, sterilisatie door straling
Contaminatiegraad: instrument niet goed gereinigd = leven aantal MO onder laagje dode MO
Blootstelling van steriliserend medium: steriliserend agens moet alle opp. bereiken
Procestijd: elk sterilisatieproces heeft min. procestijd – garanderen dat alle opp. goed bereikt worden
--> eerst reinigen, dan steriliseren => afhankelijk van ↑
1.4.3 Steriel werken
Doelgerichte Voorbereiding: materiaal klaarleggen, inhoud nakijken, macroscopische defecten van object & verpakking
aanpak –
controleren
steriliteit =
belangrijk Plannen: tafels dekken als pt in zaal is + operatiestreek ontsmet = pt volledig steriel afgedekt
tijdens heel Uitvoeren: volgend bepaald proces + rekening houdend met procedures van steriliteit
proces Evalueren: kritisch & bewust naar eigen handelen kijken -> verbeterpunten, problemen voorkomen?
1.4.4 Steriel materiaal
2
, Samenvatting
=> meer gebruik van steriel wegwerpmateriaal – ziet niet met blote oog = verpakking heeft indicatoren
1.5 Instrumentenleer
1.5.1 Instrumenten
=> gemaakt van hoogwaardig roestvrij staal -> slijtage = vervanging voor patiëntveiligheid
Extra gehard instrumentarium -> bek beter bestand tegen slijtage => herkennen: vergulde ogen/punt)
Onderdelen -> bek, slot/scharnier, crèmaillères
Naam -> auteursnaam & bijnaam => 1 uitvinder heeft vaak versch. instrumenten = kleine verschillen
1.5.2 Hechtingsmateriaal
=> onderscheid: strips, lijm, nietjes, hechtingsdraad (resorbeerbaar (binnen 10d-3m opgelost)& niet-resorbeerbaar)
Afh. weefsel -> hechtingsmateriaal langer/korter ter plaatse => huid (normale omstandigheden): in 10dagen dicht
=> fascia duurt weken tot maanden Vaatprotheses hebben levenslang hechtingsmateriaal nodig
3 punten voor draad -> (niet-)resorbeerbaar, dikte & soort naald
1.6 Toebehoren
1.6.1 Het anesthesietoestel
Bestaat uit -> beademingstoestel met uitrusting & aansluitingen voor anesthesie + aspiratietoestel
-> intubatiemateriaal: endotracheale tubes, larynxmaskers, mayocanules, tang, van Magill, …
1.6.2 Aspiratietoestel
Versch. aspiratietoestellen aanwezig -> 1 altijd beschikbaar => aspiratie van luchtwegen (soepele aspiratiesonde)
=> chirurg/assistent: Yankauer aspiratiesonde: harder & voorgevormd = gerichter werken
1.6.3 Scopietoren
(endo)scopie -> met camera via opening kijken naar specifieke plaats in lichaam
=> afhankelijk specialiteit: ‘torens’ aanwezig:
Monitor: flatscreen met touchscreen & spraakfunctie
Cameraversterker: rechtstreekse blik onmogelijk = camera met versterker
Lichtbron: intensiteit van licht aanpassen -> kan warm worden = ventilator (niet afdekken)
Beeldprinter & beeldrecorder: beelden afprinten, opslaan, doorsturen
Insuflator: CO2 in buik geblazen bij laparoscopische ingrepen = ruimte creëren voor operatie
=> in combo met Trendelenburg positie = darmen naar thorax (kracht & hoeveelheid CO2 regelen met insulflator)
Artroscopiepomp: voorziet automatisch & continue vflow & druk van spoelvloeistof
=> elk gewricht goed gevuld & blijft helder zicht behouden – druk regelen op toestel (min & max beschreven)
Pijn aan schouders na laparoscopie -> overgebleven CO2 duwt tegen diafragma = prikkelt zenuwbaan
1.6.4 Bloedleegteapparaat
=> vergelijken met BD-manchet -> na manueel leegmaken, opgeblazen tot boven BD
Bedachtzaam zijn -> positie van manchet, tijd van bloedleegte & postoperatieve zwelling
Pt veel bloed verloren -> bloed van pt zuiveren & filteren => terug geven aan pt
=> cellsaver: >20% van bloedvolume, geen PC beschikbaar, wil van pt, >10% van pt heeft transfusie nodig
-> gem. >1UPC nodig post-op
1.6.5 Coagulatie-cauterisatie (diathermie)
Coagulatie -> energie zorgt voor warmte = warmte laat eiwitten stollen = bloeding stopt
Cauterisatie -> verbranden van weefsels => meeste gebruikte vorm in chirurgie = elektrocauterisatie
=> bloedende vaten worden dichtgeschroeid door elektrocauterisatie
Diathermie -> elektrische stroom omgezet in warmte = coagulatie & denaturatie = stelping
Elektrochirurgie -> 2 elektronen waar energie doorloopt (van kleine electrode naar grote electrode)
overgang
=> Monopolaire coagulatie:
van electrode naarstroom
patiëntafgeleid
= hitte via instrument
opgewekt (doornaar patiëntenplaat = neutrale electrode
energieafgifte)
3