Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
(Hbo- verpleegkunde) Samenvatting Zes psychologische stromingen en een client - Gedragskennis (VPK1P1.GD.kennis.V1) €4,49   Ajouter au panier

Resume

(Hbo- verpleegkunde) Samenvatting Zes psychologische stromingen en een client - Gedragskennis (VPK1P1.GD.kennis.V1)

 37 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit document bevat een samenvatting van alle stof voor het vak 'Gedragskennis' voor de opleiding hbo-verpleegkunde aan het Windesheim in Zwolle. Het gaat om de stof uit de eerste periode van leerjaar 1. In het document is een samenvatting van de hoofdstukken uit het boek te vinden en daarnaast zijn...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 13  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 4: cognitief-gedragstherapeutische benaderingen
  • 16 octobre 2023
  • 13
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Hogeschool Windesheim Zwolle

Leerjaar 1 hbo-verpleegkunde

Gedragskennis

Periode 1


Hoofdstuk 4: Cognitief-gedragstherapeutische benaderingen

4.1 Inleiding

4.2 Gedragstherapie

4.3 Model-leren

4.5 Het belang van motivatie

4.6 Cognitieve psychologie

+ verwerkte informatie uit kennisclips & colleges

,Hoofdstuk 4: Cognitief-gedragstherapeutische
benaderingen
4.1: Inleiding
Nature-nurture kwestie = aanleg-milieudebat.
Nature standpunt: Gedrag en ontwikkeling van de mens wordt vooral door aangeboren, biologische
factoren gestuurd en beïnvloed. Een mens is nu eenmaal hoe hij is, dat is er van nature ingebakken en
dat valt dus ook niet zomaar te veranderen.
Nurture standpunt: Gedrag en ontwikkeling van de mens worden door omgevings- en
ervaringsfactoren gestuurd en beïnvloed. Voorbeelden: Behavioristen. Een mens kan dus altijd nog
veranderen in de loop van zijn leven.

De wortels van de cognitieve gedragstherapie liggen in 2 psychologische stromingen, namelijk het
behaviorisme en de cognitieve psychologie. Het behaviorisme vormt het theoretische kader van de
gedragstherapie, de cognitieve psychologie dat van de cognitieve therapie.

Het toeschrijven van een gebeurtenis aan een bepaalde oorzaak noemen we ‘attributie’. Bij het
attributieproces worden 3 dimensies onderscheiden:

1. Stabiel versus instabiel: Is de oorzaak permanent aanwezig (stabiel) of tijdelijk (instabiel)?
2. Intern versus extern: Wordt de oorzaak aan jezelf toegeschreven of aan de omgeving?
3. Globaal versus specifiek: Is de geboden verklaring enkel relevant voor deze ene situatie
(specifiek) of ook voor andere situaties (globaal)?

Als je een ‘interne locus of control’ hebt, heb je het idee dat je invloed hebt op de dingen die je
meemaakt. Bij een ‘externe locus of control’ denk je dat de dingen je overkomen, dat je er niets aan
kunt doen.

Gebeurtenissen, gewaarwordingen, gedachten, gevoelens, gedrag en de gevolgen hiervan grijpen in
elkaar en kunnen als een systeem worden gezien dat elkaar in positieve of negatieve zin in gang
houdt.

Het controleren van gedrag wordt geregeld door de executieve functies in de hersenen. Het gaat hier
om 2 functies, ook wel ‘hete’ en ‘koude’ functies genoemd.
Koude executieve functies zijn gericht op het kunnen remmen of controleren van verschillend
gedrag. Het gaat om controle van vaak automatische processen.
Hete executieve functies hangen samen met het kunnen nemen van besluiten over het al dan niet
vertonen van gedrag.
Koude executieve functies zijn taken waarbij je je denkvermogen gebruikt zonder dat er sterke
emoties bij betrokken zijn. Bijvoorbeeld het plannen van een schema of het oplossen van een puzzel.
Het executieve functies daarentegen omvatten taken waarbij je emoties en impulsen moet
beheersen, zoals het nemen van beslissingen in stressvolle situaties of het weerstaan van
verleidingen.


4.2: Gedragstherapie
Behavioristen: emotionele problemen oplossen door het gedrag te veranderen. Gedragstherapeuten
stellen dat iemand met problemen op de een of andere manier verkeerd gedrag heeft geleerd, of
bepaald gedrag helemaal niet heeft geleerd.


2

, Praten over gevoelens heeft alleen zin als dat informatie oplevert over de manier waarop je je gedrag
kunt veranderen.
Exposure: blootstelling aan datgene waar je bang en benauwd voor bent. Hierdoor wordt dit gedrag
uiteindelijk makkelijker. Hierdoor ontstaan zelfcontroletechnieken en nieuw gedrag.
Gedragstendens: neiging tot gedrag. Bijvoorbeeld onrustig zijn voor agressief gedrag. Je merkt
lichamelijke gewaarwordingen op voordat het gedrag optreedt.

2 vormen van exposure:
1. Exposure in vivo: Je zoekt in het echte leven datgene op waar je bang voor bent of datgene
wat fout gaat. Bij straatangst ga je bijvoorbeeld juist de straat op.
2. Exposure in vitro: Je leert je gedrag in een kunstmatige situatie. Hoogtevrees kun je
bijvoorbeeld leren in een virtuele omgeving met hoogtes.


4.2.1: Klassieke conditionering
Klassiek conditionering: Het gaat om een vorm van reflexmatig associatief leren.
1. Reeds (van nature) aanwezig
OCS (voedsel) ……………………………………… OCR (speekselafscheiding)
2. CS (bel) …………………………………………………… OCR (speekselafscheiding)
3. CS (bel) …………………………………………………… CR (speekselafscheiding
Deze reactie is geconditioneerd. Ze was in eerste instantie niet aanwezig.
OCS = Ongeconditioneerde stimulus OCR = Ongeconditioneerde respons
CS = Geconditioneerde stimulus CR = Geconditioneerde respons

Contingentie tussen stimuli is belangrijk voor klassieke conditionering: je moet een logische
samenhang ervaren (ook al bestaat die in werkelijkheid misschien niet).

Een speciale vorm van cue-exposure is systematische desensitisatie: de angst wordt geleidelijk
uitgedoofd doordat er stapsgewijs steeds angstwekkender stimuli worden aangeboden, terwijl de
cliënt daarbij leert ontspannen of de angstwekkende stimuli aan prettige gevoelens leert koppelen.
Eerst in vitro (imaginair), dan in vivo (echt).
Flooding: De cliënt wordt meteen geconfronteerd met een angstwekkende stimulus of situatie.

Bij extinctie blijft de geconditioneerde respons uit doordat de geconditioneerde stimulus niet meer
aanwezig is. (De bel is afwezig, waardoor de hond niet meer kwijlt).




3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Nienke04028. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

84190 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter