WEEK 7: Diagnostiek en schaaltechnieken ..........................................................................................43
,METHODEN EN TECHNIEKEN II
WEEK 1: introductie kwalitatief, kwantitatief en mixed-methods
Methodologische kennis criminologie:
Kenmerken criminologische onderzoeksvragen:
• Verborgen karakter → komt niet makkelijk aan de oppervlakte, dit willen daders
natuurlijk ook niet
• Selectiviteit van wat wel bekend is geworden → niet alle criminaliteit komt naar
boven
• Praktische moeilijkheden experimenteel onderzoek → is ethisch niet zo
verantwoord en praktisch niet te doen
• Verschijnselen niet normaal verdeeld→ kleinere sample/ groep
Kwantitatief onderzoek
• Beschrijven, vergelijken en toetsen cijfermatige gegevens → kwantificeren van
gegevens, N= groot
• Methoden = Surveyonderzoek, secundaire analyse, experimenteel, longitudinaal
etc.
• Datasets zoals slachtofferenquêtes, politiegegevens, CBS, WODC
• Sociale wetenschappen
Kwalitatief onderzoek
• Verschil met kwantitatief is dat kwalitatief echt de diepte in gaat. Het doel is echt
om inhoudelijke informatie te vinden die niet in cijfertjes te vinden zijn. N=klein
omdat het lastig is.
• Methoden = Etnografie, observaties, interviews
• Data is niet cijfermatig maar in woorden → bijv. transcripten, of
aantekeningen van interviews
Kwalitatief onderzoek gaat er vanuit dat mensen zelf betekenis geven aan hun sociale
omgeving → Er is niet 1 werkelijkheid die we objectief kunnen bekijken. Mensen geven
betekenis op basis van hun ervaringen.
We gaan uit van het perspectief van de onderzochte, we zijn echt benieuwd naar hoe een
individu zich gedraagt. Bij kwantitatief gaat het meer om een grote groep in het algemeen.
Kwalitatief vs. Kwantitatief
Kwantitatief Kwalitatief
Onderwerp dat wordt De mate van optreden van sociale De aard van sociale
onderzocht verschijnselen verschijnselen
Cijfer versus woorden hangt af van de onderzoeksvraag
2
,METHODEN EN TECHNIEKEN II
Kwali. Vs kwanti onderzoeksvraag
Kwalitatief:
• Hoe...?
• Op welke manier …?
• Waarom ...?
Kennistheoretische verschillen
Wetenschapsfilosofische kwesties beïnvloeden de vooronderstellingen, methoden en
resultaten van onderzoek. Kunnen onderverdeeld worden in:
• Ontologische kwestie/vraag (het zijn) → Wat wordt volgens deze methode als de
werkelijkheid beschouwd
• Epistemologische kwestie/vraag (kennis) → Wat willen we weten? In wat voor
kennis zijn we geïnteresseerd
• Methodologische kwestie/vraag (meting) → Hoe komen we aan de kennis
Kwantitatief: positivisme
• Ontologie:
o Objectieve werkelijkheid
o Gaat ervan uit dat als we naar buiten kijken we allemaal dezelfde
blauwe lucht zien.
• Epistemologie: (hoe nemen we dit waar?)
o Empirische wetenschappen nemen we kennis op
• Methodologie:
o Waarneembare feiten
Kwalitatief: constructivisme
• Ontologie:
o De echte werkelijkheid (voor zover die bestaat) is niet objectief
waarneembaar
o Die betekenis geven mensen door middel van cultuur, symbolen en
taal.
• Epistemologie:
o Die betekenissen zijn gebonden aan context (tijd, plaats)
o We gaan er wel vanuit dat mensen op een collectieve manier een
betekenis geven aan die werkelijkheid. We gaan bepaalde patronen
herkennen.
• Methodologie:
o Die betekenissen zijn empirisch te bestuderen door interacties te
bestuderen.
3
, METHODEN EN TECHNIEKEN II
kwantitatief kwalitatief
Verklaren vs. Verklaren Verstehen
begrijpen Opvattingen/gedrag Begrijpen van handelen
adhv
(achtergrond) variabelen (op basis van
verbanden die je kunt toetsen)
Niet perse face-to-face In contact met
onderzochten
Perspectief onderzochten niet relevant Perspectief van de
onderzochten zelf
Kwantitatief Kwalitatief
Causaliteit vs. Causaliteit gemodelleerd naar Geen causaliteit, samengaan
verwantschap natuurwetenschap
Afhankelijke en onafhankelijke Kenmerken die elkaar
Variabelen beïnvloeden
Monocausaliteit - A heeft effect op B 'Wahlverwantschaft' (Max
Weber)
Kwantitatief Kwalitatief
Representatie vs. Representatie werkelijkheid, a 'Ideaaltypen' (Max Weber)
ideaaltype 'mirror of nature'
Model is weergave van de Sociale werkelijkheid oceaan
werkelijkheid van grijstinten
Ideaaltypen zijn artificiële
constructies
Kwantitatief onderzoeksproces
Empirische cyclus die je 1x doorloopt
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fennast. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.