TIME CONCEPT
- T (weefsel):
Epitheel, granulatieweefsel, fibrineus weefsel, necrotisch weefsel, samengestelde weefsel, bot, pees, vetweefsel
- I (inflammatie – infectie): bacterieel evenwicht
- M (Exsudaat):
Matig, veel, … Evenwicht v/h wondvocht behouden, ondersteunen (optimaal vochtig milieu creëren)
- E (epithelialisatie – wondrand – wondomgeving)
Wondrand: maceratie, uitdroging, ondermijning, opgerolde randen …
Wondomgeving: maceratie, excoriatie, droge huid, hyperkeratose, callus, eczeem …
MOEILJK HELENDE WONDEN
Wanneer de huid beschadigd wordt, is de natuurlijke beschermende barrièrefunctie doorbroken. Bij de meeste mensen geneest
een wonde volgens een natuurlijke proces zonder complicaties. MAAR wanneer de natuurlijke wondheling echter stopt of
vertraagd wordt ontstaat een moeilijke helende wonde (= wonden die niet genezen binnen de normale herstelperiode)
ongeveer tijdsspanne van 6w.
Belangrijkste moeilijk te helen wonden:
Decubitus letsel Druk- en schuifkracht
Veneuze ulcera Veneuze insufficiëntieproblematiek
Arteriële ulcera Arteriële insufficiëntieproblematiek
Diabetische voetulcera Diabetes + lokale drukkracht
MASD (moisture associated skin damage)- voetletsels - IAD
- Intertrigo
- Peristomale dermatitis
- Peri-wond dermatitis
Oncologische ulcera kankerproces
BIOFILM
= ingewikkelde microbiële gemeenschappen die bacteriën en schimmels bevatten. Het zijn dus bacteriën die beschermd zitten in
een dik slijmerig schild van suikers en eiwitten. Staat dus centraal in de strategie van wondhygiëne
Deze MO maken een beschermende matrix aan die de biofilm stevig laat vasthechten aan levende en niet levende oppervlakten.
Ze bestaan uit 1 soort bacterie of schimmel maar gewoonlijk bestaan ze uit meerdere soort MO.
Samenstelling biofilm
- 80-85% bestaat uit extracellulair materiaal: suikers, eiwitten, glycoproteïnen
- 15-20% bestaat uit bacteriën en andere MO
- Bestaat uit meer dan 90% water
In het zelfgeproduceerde laagje zijn de bacteriën en schimmels minder gevoelig voor AB en antiseptica
HOE KAN JE EEN BIOFILM VERMOEDEN/ HERKENEN
Herkennen is lastig. Je ziet deze laag niet met het blote oog. Enkel als je biofilm ongestoord laat groeien, gedurende lange
periode kan deze dik genoeg worden om met blote oog te zien. Toch kleine signalen v/h kleverige bacteriënlaagje:
- Er is een soort beslag te zien dat zich uitstrekt over wondbed en wondranden
- Kan er glanzend uitzien
- Onregelmatige oppervlak en kan verschillende kolonies bevatten
- Slijm (belangrijke aanwijzing)
- Bij infectie ALTIJD sprake van een biofilm
Diagnose van een infectie wordt gesteld door een klinische benadering v/d wonde en de totale PT. Ook is een biofilm NIET
hetzelfde als een wondbeslag.
1
,Wondbeslag of fibrinebeslag is wat stroperige crèmekleurige of gele, min of meer ondoorzichtige eiwitlaag op een wondbed.
Biofilms op een wondbed zijn meer gelachtig en glimmend. Biofilm kan wel de opstapeling van fibrinebeslag bevorderen.
GEVOLGEN
- Wondgenezing kan erdoor stagneren
- Wonde wil maar niet helen
- Wonde kan ook sneller infecteren
- Schadelijkheid hangt af van welke bacteriën en schimmels aanwezig zijn
Sommige zijn agressief: clostridium en pseudomonas aeruginosa
Staphylococcus aureus, staphylococcus epidermis en streptococcus pyogenes = kunnen schadelijk zijn
Wondgenezing doen stageneren en infectie bevorderen. Ook speelt gezondheid v/d ZO een rol bij mate waarin biofilm schadelijk
is. Door verminderde afweer kan infectie als gevolg van biofilm veel ernstiger worden en uiteindelijk leiden tot sepsis.
AANPAK/ VERWIJDEREN
Een biofilm kan zich binnen de 24u terug herstellen maar heeft normaal ± 72u nodig om matuur te worden en tot dispersie
(kleurverschil) te leiden. Blijf dus alert op alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de wondgenezing en debrideer zo
nodig regelmatig. MOET dus verwijderd worden binnen 24u
Wondhygiëne is de basis bij de behandeling. Hieronder verstaan we de effecten en praktijken die de verspreiding of overdracht
van pathogene MO verminderen en zo incidentie van ziekten verminderen.
Actief debrideren is een belangrijk onderdeel van wondhygiëne en is de basisbehandeling voor de bestrijding van biofilm.
Belangrijkste is dat je de beschermlaag kapot maakt die de MO minder gevoelig maakt voor antiseptica en AB.
Techniek:
- Een beloftevolle technologie ligt in de surfactant eigenschappen van sommige polyhexamethyleen biguaniden
woundcleanser (polyhexanide of PHMB) zoals Prontosan ®.
- De surfactant factor (betaine) vermindert de oppervlaktespanning en helpt tot het verwijderen van debris en bacteriën
door irrigatie. Middelen zoals povidonjodium (isobetadine Uniwash) en chloorhexide gebruikt worden.
- Biofilm WASSEN
WONDHYGIËNE
1. Maak de wond en omliggende huid goed schoon. Reinig/debrideer het wondbed en verwijder dood weefsel,
wondbeslag en biofilm. Verwijder dode huidschilfers
2. Herhaal handeling bij iedere verbandwissel (reinigen/ debrideren)
3. Reinig zoveel mogelijk korstachtige, op of over de wondrand zittend materiaal dat mogelijk nog biofilm bevat. Zorg dat
huidranden ‘aanliggen’ met wondbed zodat contractie en epithelialisatie ongehinderd kunnen plaatsvinden
4. Gebruik verbanden met antimicrobiële werking om hergroei biofilm te voorkomen en waarmee wond in optimaal
vochtig milieu wordt gehouden.
Spoelen met fysiologische zoutoplossing of water zijn ongeschikt om het te verwijderen, wel kan de wond en wondomgeving
met deze spoeling ontdaan worden van losse materie.
Proberen te doorbreken van biofilm door goede mechanische reiniging (wassen met water in combo van een antiseptisch middel
met surfactant) bij gebruik surfactant ALTIJD wonde naspoelen om irritatie te voorkomen
Sufactant vermindert oppervlaktespanning en helpt tot verwijderen van debris en bacteriën door irrigatie.
BESLUIT:
- Een goede wondbedvoorbereiding door te reinigen of debrideren is de BASIS v/d LOKALE wondzorg
- Moeilijk te helen wonden zijn gekoloniseerd met MO. Biofilms zwenken de doeltreffedheid van een antiseptica en een
AB sterk af
- Systematisch debrideren maakt de biofilm kwetsbaar
- Je kan een biofilm opruimen
2
, DEBRIDEREN
= het verwijderen van hechtend, dood, beschadigd of geïnfecteerd weefsel. DOEL: wondgenezing verbeteren (vuil verwijderen)
verwijderen van necrotisch materiaal, beslag, afgestorven weefsel, oppervlakkige korsten, geïnfecteerd weefsel, hyperkeratose,
pus, hematomen, vreemd materiaal, débris, stukjes bot of ander soortig microbiologische belasting van een wond.
Doelstelling:
- Verwijderen debris
- Verminderen van geur, buitensporig exsudaat, risico op infectie
- Stimuleren v/d wondranden, epithelialisatie
- Verbeteren v/d kwaliteit van leven
REINIGEN – DEBRIDEREN
= regelmatige zorg van niet- helende acute en chronische wonden
REINIGEN
Het verwijderen van vuil uit de wonde LOS metabolisch afval of vreemd materiaal
DEBRIDEREN
Verwijderen van HECHTEND, dood, beschadigend of geïnfecteerd weefsel (debris)
INDICATIES EN TEGENINDICATIES DEBRIDEREN
INDICATIES
- Vastzittende zwarte necrose - Nat beslag: maceratie wondranden
- Droge fibrine - Lokale infectie van wond en wondranden
TEGENINDICATIE
PT met een onvoldoende vasculaire toevoer
Nooit chirurgisch of enzymatisch debrideren groot risico op bloeding
Autolytisch debridement meest aangewezen bij oncologische ulcera
METHODES VAN DEBRIDEREN
MECHANISCH DEBRIDEMENT
Wet-to-dry debridement: Afgeraden. Deze die we wel nog gebruiken bestaat uit het aanbrengen van vochtige kompressen en
deze op regelmatige basis te bevochtigen (enkel voor korte periode bij geïnfecteerde necrotische wonden)
Monofilament vetkompres:
- 2 tot 5min wonde rubben
- Goed resultaat op verwijderen van adherente fibrine, losliggende necrose en omliggende hyperkeratose
- Weinig tot geen pijn
- Snelle, veilige en eenvoudige methode (lagere tijdsinvestering dan wet-to-dry techniek)
AUTOLYTISCH DEBRIDEMENT
Het is een selectief debridement door het opwekken van lichaamseigen proteolytische enzymen v/d PT en het activeren van
fagocyten
- Stimuleren v/h endogeen debrideringsproces m.a.w je stimuleert het lichaamseigen vermogen tot herstel.
- Creëren van een optimaal vochtig milieu d.m.v. een verband
- Occlusieve- en semi-ovvlusieve verbanden: hydrogels, hydrocolloïden, hydrofibers, alginaten
3