Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie: hoofdstuk 22 Kostensoorten €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Bedrijfseconomie: hoofdstuk 22 Kostensoorten

 6 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Type

Dit is een samenvatting van bedrijfseconomie over hoofdstuk 22 kostensoorten. Alle paragraven worden duidelijk beschreven. Boek: In balans (nieuwe versie) Jaar: 5 havo

Aperçu 1 sur 1  pages

  • 22 octobre 2023
  • 1
  • 2023/2024
  • Resume
  • Lycée
  • 5
avatar-seller
Hoofdstuk 22: Kostensoorten
22.1 Inkopen
Een onderneming heeft vooral te maken met een de kosten die samenhangen met de inkoopprijs. De kosten bestaan uit de
inkoopprijs per artikel x afzet. Brutowinst = verkoopprijs – inkoopprijs. Grondstoffen en hulpstoffen treffen we alleen maar
aan bij omvormingsprocessen. Grondstoffen maken deel uit van een eindproduct. Hulpstoffen zijn nodig om productie
mogelijk te maken en zie je niet terug in het eindproduct. Als we te maken hebben met een omvormingsproces berekenen
we de verbruikskosten van de grondstoffen, hulpstoffen en materialen vaak als verbruikte hoeveelheden x de prijzen van de
verschillende grondstoffen en materialen.

22.2 Kosten van duurzame productiemiddelen
Afschrijven oen we vanwege de waardevermindering van duurzame productiemiddelen. De waardevermindering komt door
het verstrijken van de tijd en het gebruik. Duurzame productiemiddelen zijn vaste activa die meer dan één productieproces
meegaan. Bijvoorbeeld gebouwen en machines. Wanneer we een duurzaam productiemiddel aanschaffen, kopen we niet
alleen prestaties die we op dit moment nodig hebben maar ook prestaties in de toekomst. Tot de aanschaf van duurzame
productiemiddelen rekenen we niet alleen de aanschafprijs maar ook de bijbehorende kosten. Afschrijven is het in de
boekhouding tot uitdrukking brengen van waardevermindering van duurzame productiemiddelen. De grootte van de
afschrijving van duurzame productiemiddelen is afhankelijk van:
- De waarde van het duurzame productiemiddel.
- De levensduur
- De restwaarde
- Gebruik
Met betrekking tot de levensduur onderscheiden we de technische- en economische levensduur. De technische levensduur
is de periode waarin het productiemiddel de prestaties kan leveren waarvoor het is aangeschaft. Bij de economische
levensduur kijk je naar de periode waarin het op economisch gronden verstandig is het productiemiddel te gebruiken. De
restwaarde is de geschatte verwachte opbrengst van het duurzame productiemiddel bij verkoop aan het eind van de
levensduur. Om vast te stellen welk bedrag periodiek als waardevermindering moet worden berekend, zin verschillende
afschijvingsmethoden ontworpen. Afschrijving per periode = A (aanschafprijs) – R (Restwaarde)
N (aantal perioden)
De boekwaarde is de waarde waarvoor een duurzaam productiemiddel op de balans staat. Boekwaarde = aanschafprijs –
bedrag dat tot dan toe is afgeschreven.
In plaats van boekwaarde spreken we ook wel van balanswaarde. Tot de kosten van een duurzaam productiemiddel behoren
niet alleen de afschrijvings- en interestkosten maar ook complementaire kosten, dat zijn kosten die samenhangen met het
duurzaam productiemiddel op de afschrijvings- en interestkosten na. Voorbeelden zijn onderhoudskosten, reparatiekosten
en energiekosten.

22.3 Personeelskosten, arbeidsuurtarief en factureertarief
De personeelskosten van een onderneming bestaan uit:
- De brutolonen en -salarissen.
- De wettelijke sociale lasten.
- De vrijwillige sociale lasten.
- De voor rekening van de onderneming komende pensioenpremies,
In dienstverlenende ondernemingen rekenen we personeelskosten meestal om in een tarief voor personeelskosten per
productief uur, dit noemen we het arbeidsuurtarief. Dat is een intern tarief, waarin uitsluitend personeelskosten zijn
opgenomen. De arbeidsuren die een dienstverlenend bedrijf op een factuur vermeldt, staan op de factuur tegen het
factuurtarief. Het factuurtarief per arbeidsuur bestaat uit het arbeidsuurtarief verhoogt met een opslag voor alle niet apart
gefactureerde kosten en een winstopslag.

22.4 Overige kosten
Een investering kan een onderneming financieren met vreemd vermogen of met eigen vermogen. Bij financiering met
vreemd vermogen heeft ze ook interestkosten en bij financiering met eigen vermogen mist ze interestopbrengsten die ze
had kunnen hebben bij belegging van dat bedrag. We moeten kosten van grond beschouwen als:
- De interestkosten van het vermogen dat in grond is geïnvesteerd.
- De waardevermindering van bijvoorbeeld een drainagesysteem dat in de grond zit of een hekwerk dat op de grond
is aangebracht.
- Eventuele belastingen die samenhangen met het gebruik van grond.
De kosten van diensten van derden, kun je ook tegenkomen als kosten van uitbesteed werk, bestaan uit bedragen die deze
dienstverleners voor de door hen uitgevoerde activiteiten in rekening brengen. Een onderneming heeft met verschillende
soorten belastingen te maken. slechts enkele belastingen zijn kosten voor een onderneming. Voorbeelden hiervan zijn:
- Onroerendezaakbelasting: zowel de eigenaar van het pand als de huurder moet betalen.
- Motorrijtuigenbelasting: voor elke bedrijfsauto waarvan de onderneming eigenaar is moet betaald worden.
- Assurantiebelasting: moet de onderneming betalen voor de meeste afgesloten verzekeringen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isakramer37. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€3,49
  • (0)
  Ajouter