Infectieziekten:
College 1:
Ziekten kunnen worden veroorzaakt door de omgevingsfactoren:
Fysische factoren
Chemische factoren
Biologische factoren
(psycho)Sociale factoren
Infectieziekten:
Kunnen worden veroorzaakt door bacteriën, virussen en parasieten.
Zoönose = een infectieziekte die van dier op mens kan overgaan
(vaak gewervelde dieren)
Pathogeen = een organisme dat ziekte kan veroorzaken.
o Primair pathogeen = ziekte in gezonde gastheer.
o Opportunistische pathogeen = alleen ziekte in verzwakte
gastheer.
Bv. longontsteking.
Infectie = aanwezigheid van een vermenigvuldigend (micro-)
organisme (hoeft niet altijd schadelijk te zijn volgens gzw).
Commensalisme + /
Mutualisme ++
Parasitisme +-
o Mensen hebben meer bacteriën dan lichaamscellen
(gemiddeld 1,5kg).
o Huidflora belangrijk voor afweer- en immuunsysteem.
o Darmflora erg belangrijk (wanneer uit balans kan chronische
ziektes, depressies, diabetes etc. veroorzaken). Functioneert
als:
Bescherming tegen andere micro-organismen.
Digestie & productie van vitamine B en K.
Stimuleert immuunsysteem.
o Een infectieproces gaat in 5 stappen:
1. Aanhechten (natuurlijke barrières)
2. Binnen blijven
3. Overleven (immuunsysteem)
4. Weefselschade (immuunsysteem)
5. Transmissie
Virulentiefactoren = verzamelnaam alle pathogeeneigenschappen
om verschillende stappen infectieproces succesvol te doorlopen
(gereedschap).
o Bv. Het flagellum van een bacterie zorgt voor beweeglijkheid.
o Bv. Sommige bacteriën produceren enzymen die ervoor
zorgen dat ze bepaalde (immuun)cellen kunnen passeren in de
gastheer.
Virulentie = mate van pathogeniciteit / weefselschade geproduceerd
door een organisme (kwantificeerbaar).
, o LD50 = de dosis die nodig is om 50% van de individuen te
doden (lethaal).
o ID50 = de dosis die nodig is om 50% van de individuen te
infecteren.
Deze worden bepaald door bv. dierproeven en kweek.
Bv. zeer virulent is dus een lage LD50 en ID50.
Infectieziekten worden in de westerse wereld minder dodelijk als
vroeger. In de periferie is dit minder (blijft vrijwel hetzelfde).
1. Wat?
a. Kennis organisme & bijbehorende specifieke symptomen en
classificatie.
b. Kennis is nodig voor juiste behandeling!
c. Etiologie = kennis organisme en bijbehorende symptomen ->
behandeling.
2. Hoe?
a. Transmissie = hoe wordt organisme overgebracht naar andere
gastheer?
i. Direct contact transmissie.
1. Mens
2. Dier
3. Vector?
ii. Indirect contact transmissie.
1. Via oppervlakte
2. Via luchtdeeltjes
3. Via stofdeeltjes (Q-koorts)
iii. Horizontale transmissie = van mens op mens.
iv. Verticale transmissie = van moeder op kind (ook
moedermelk).
b. Kennis belangrijk om o.a. juiste interventie/preventie
maatregelen te nemen.
c. Reservoir (waar het virus opgeslagen zit).
i. Een infectieziekte kan dus alleen geëlimineerd worden
als alle reservoirs ook verdwijnen.
ii. Insecten kunnen ook reservoir zijn maar worden dan
vectoren genoemd.
iii. Ook oppervlakten, voedsel, water, aarde.. kunnen
reservoir zijn (poreuze en niet poreuze oppervlakte).
1. = indirect contact transmissie.
d. Soms worden dieren niet ziek van het virus.
e. RNA-virussen zijn mutatie gevoeliger dan DNA virussen (door
RNA afhankelijke polymerase).
i. RNA-virussen kunnen zich makkelijker aanpassen aan
nieuwe gastheer (dan DNA virus). Hierdoor is de
oversprong van dier > mens maar ook mens > mens
makkelijker.
f. Virussen kunnen:
, i. ‘Non-enveloped’ zijn = overleeft langer in een omgeving
dan een ‘enveloped’ virus. Het virus overleeft hierdoor
langer op besmette objecten en langer overdraagbaar.
3. Wanneer?
a. Waar zit de pathogeen in het lichaam (pathogenese
levenscyclus)
b. Asymptomatische infectie = niet ziek wordend.
c. Symptomatische infectie = wel ziek wordend.
i. Ook na een hierna kan het virus nog besmettelijk zijn.
ii. IJsbergeffect?
d. Incubatie (pre-symtomatischefase) = periode tot aan
symptomen (ziekte) -> toename pathogeen -> transmissie
(sneller) mogelijk.
e. Ziekte = afhankelijk van virulentie pathogeen en/of conditie
gastheer.
f. Herstel = afname en verdwijnen van symptomen -> afname
pathogeen maar -> bij sommige infecties kan na herstel van
de symptomen nog steeds pathogeen aanwezig zijn en
transmissie mogelijk maken.
4. Wie?
a. Risicogroepen.
b. Risicofactoren (van verschillende landen, continenten,
werelddelen etc.).
i. Goede gezondheidszorg (of toegang tot voor
verschillende klasse).
ii. Dicht op elkaar en/of op de dieren leven.
iii. Klimaat
iv. En meer zoals hygiëne, al chronische ziektes, leeftijd,
etc.
HIV/AIDS:
HIV -> Human Immunodeficiency Virus
AIDS -> Acquired ImmunoDeficiency Virus
1. Wat? HIV-virus (primair pathogeen).
2. Hoe?
a. Directe transmissie (mens-mens) (verticale transmissie): niet
via slijm, zweet, tranen en urine.
i. Onbeschermd seksueel contact
ii. Bloed van geïnfecteerd persoon
iii. Moeder naar kind
1. Tijdens zwangerschap
2. Tijdens geboorte
3. Door moedermelk
b. Reservoir zijn apen maar ook de mens.
c. RNA-virus
d. Dieren worden er niet ziek van.
3. Wanneer?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isisvink1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,62. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.