Samenvatting van alle lesstof van klinisch redeneren uit leerpakket 5. Kennistoets van leerjaar 2. Zelf heb ik een 8,9 voor dit tentamen gehaald. Ik heb de samenvatting met mijn klasgenoten gedeeld, zij waren hier erg blij mee.
KLINISCH REDENEREN LP5
LESWEEK 1.
Curatieve en palliatieve zorg
Als de behandeling gericht is op een ziekte te genezen, dan spreken we van curatieve zorg. Is
de genezing niet meer mogelijk, dan wordt de zorg palliatief. Palliatieve zorg richt zich op de
kwaliteit van leven (van zowel de patiënt als diens naasten). De kwaliteit van leven wordt
beïnvloed door bijvoorbeeld het voorkomen of verlichten van lijden. Ook kun je nog spreken
van een terminale fase (meestal de laatste 3 maanden van het leven), hierbij staat de
kwaliteit van sterven centraal. De stervensfase is de laatste 72u voor het overlijden.
CURATIEVE ZORG PALLIATIEVE ZORG
Doel: genezen Doel: behoud/verbetering kwaliteit van leven
Behandelen Indien mogelijk: behandelen van ziekte
Maximaal reanimeerbeleid Overeengekomen reanimeerbeleid
Protocollaire zorg Zorg op maat
ADL tijdelijk afhankelijk Wisselende ADL afhankelijkheid
Integratie in persoonlijk en sociaal leven Kwaliteit van sterven staat centraal
Palliatieve zorg: als je ongeneeslijk ziek bent, kun je palliatieve zorg krijgen. Palliatieve zorg
is gericht op het verminderen of voorkomen van klachten en problemen tijdens je laatste
levensfase. Er is in deze fase aandacht voor lichamelijke klachten, maar ook voor psychische
en sociale klachten.
Surprise question: zou het mij verbazen als de zorgvrager binnen een jaar komt te
overlijden? Is het antwoord NEE? Beginnen met palliatieve zorg.
Een symptoom is te definiëren als ‘een door de patiënt aangegeven klacht op lichamelijk,
psychisch, sociaal en/of existentieel gebied als uiting of gevolg van een onderliggende
ziekte'.
Symptoomanalyse:
- Neem altijd een zo volledig mogelijke anamnese af met aandacht voor alle vier de
dimensies (zie hieronder);
- Verricht een gericht lichamelijk onderzoek;
- Overweeg het gebruik van passende meetinstrumenten;
- Verricht als de patiënt dit wil, diens toestand het toelaat en het therapeutische
consequenties heeft aanvullend onderzoek (bijv. laboratoriumonderzoek,
röntgenonderzoek etc.)
Dimensies binnen palliatieve zorg waarbij de kwaliteit van leven centraal staat:
Lichamelijke dimensie: de lichamelijke klachten of symptomen worden volgens
richtlijnen behandeld.
- Pathofysiologisch: het mechanisme dat tot het symptoom leidt.
- Sensorisch: de gewaarwording van het symptoom.
- Functioneel: de gevolgen van het symptoom voor fysiek functioneren.
Psychische dimensie: er wordt stilgestaan en aandacht gegeven aan de gevolgen van
de aandoening. Er wordt rekening gehouden met kwetsbaarheid en eventuele
psychische symptomen ten gevolge van de aandoening.
, - Affectief: de emotionele problemen die ontstaan door, samengaan met of van
invloed zijn op het symptoom.
- Cognitief: begrip van symptoom en gedachten hierover.
Sociale dimensie: gedrag en interactie met de eigen omgeving. En de functionele
gevolgen van het niet meer kunnen vervullen van rollen in het eigen sociale systeem.
De zorgverlener staat stil bij de sociale context, waardoor de doelen, wensen en
behoeften van de patiënt en diens naasten worden nagestreefd.
Existentiële (spirituele) dimensie: hier richt je je op vragen rondom identiteit,
betekenis, lijden en dood, hoop, wanhoop en liefde. De zorgvrager vraagt zich
misschien af waarvoor hij nog leeft, wie hij echt is, etc.
Thema’s rondom palliatieve zorg
1. Kwaliteit van leven: zowel op lichamelijk, sociaal en psychisch niveau.
2. Symptoommanagement: specifieke symptomen behandelen (denk bijvoorbeeld aan
pijn) zodat het draagbaar blijft voor de zorgvrager.
3. Multidimensionale zorg: je werkt altijd vanuit een multidimensionale benadering,
dat wil zeggen vanuit alle dimensies. Er wordt dus gekeken vanuit psychisch, sociaal,
lichamelijk en spiritueel niveau.
4. Zorg voor de cliënt en naasten: de begeleiding van de naasten speelt een belangrijke
rol. Denk bijvoorbeeld aan het rouwproces en eventuele schuldgevoelens.
5. Anticiperen en proactieve zorgplanning: een continu en dynamisch proces waarin de
levensdoelen en keuzes van de zorgvrager centraal staan. Door regelmatig in contact
te blijven met de client en diens naasten kun je anticiperen op wat gaat komen.
6. Autonomie: de zorgvrager beslist zelf over zijn/haar behandeling.
Fasen binnen de palliatieve zorg:
1. Ziektegerichte palliatie: de ziekte wordt behandeld zonder dat er genezing mogelijk
is. De kwaliteit en de duur van leven wordt hierdoor verbeterd.
2. Symptoomgerichte palliatie: de focus ligt hier op het verlichten en onder controle
houden van symptomen. Denk bijvoorbeeld aan het behandelen van pijn, dyspneu of
decubitus. Door deze symptomen kunnen er eventueel nieuwe klachten ontstaan die
de kwaliteit van leven beïnvloeden. Fase 1 en 2 gebeuren vaak tegelijk of lopen in
elkaar over.
3. Palliatie in de stervensfase: in deze fase schuift de nadruk naar kwaliteit van sterven.
Deze fase begint meestal een aantal dagen voor het overlijden.
4. Nazorg: nazorg is voor de naasten na het overlijden van de cliënt. Naasten hebben
tijd en ruimte nodig om het overlijden te kunnen verwerken. Soms hebben ze
behoefte aan ondersteuning, zoals in gesprek gaan met een professional.
Je hebt binnen de palliatieve zorg verschillende ziektetrajecten (zie afbeelding):
A. Korte perioden van plotselinge en snelle achteruitgang;
B. Geleidelijke achteruitgang met tussentijds ernstige episodes;
C. Langdurige, geleidelijke achteruitgang.
Risico-inschatting
Je weet op basis van diepgaande kennis welke personen een verhoogd risico hebben op het
ontwikkelen van bepaalde problemen. Afhankelijk daarvan zal de verpleegkundige
preventieve maatregelen in gang kunnen zetten.
Vroegsignalering
De verpleegkundige weet dat veel problemen zich aandienen met voortekenen of vroege
symptomen en kan daardoor tijdig een probleem signaleren.
Vroegsignalering en risico-inschatting kunnen we samenvatten onder het begrip
preventie. Preventie is ervoor zorgen dat mensen gezond blijven door hun gezondheid te
, bevorderen en beschermen. Het doel van preventie is het voorkomen van ziekten en
complicaties.
Meesvoorkomende symptomen in de palliatieve fase
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fmalmberg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,32. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.