Bedrijfsproces: elke transformatie waarbij inputs worden omgezet in outputs met
behulp van resources. Resources maken en leveren diensten en producten.
Resources voeren een collectie van gerelateerde acties, activiteiten en beslissingen
uit om een uitkomst te bewerkstelligen die waarde heeft voor ten minste één
(externe of interne) klant.
Scope: het beheren van de middelen en processen die producten en diensten
voortbrengen.
Inputs zijn de dingen die je in een proces stopt.
Dominante inputs die worden getransformeerd:
- Materialen: productiebeperkingen, mijnbouwbedrijven, detailhandel,
magazijnen, postdiensten, containerrederij en trucking bedrijven.
- Informatie: accountants, banken, marktonderzoeksbureau, financiële
analisten, nieuwsdienst, universitaire onderzoeksgroep en telecombedrijf.
- Klanten: kappers, hotels, ziekenhuizen, openbaar vervoer, theater,
themaparken, tandartsen.
Dominante inputs die de transformatie uitvoeren:
- Mensen: de mensen die de operatie uitvoeren of managen.
- Faciliteiten: technologie, gebouwen, machines.
Dominante outputs die worden geproduceerd:
- Producten
- Diensten
Vaak liggen de outputs ergens tussenin: een kledingwinkel heeft als output kleding,
maar biedt in het proces ook veel diensten (maat opmeten, advies geven, etc.).
In elke bedrijfstak komen operaties en processen voor. De verschillen in operaties en
processen zijn soms groter binnen dan tussen bedrijfstakken.
Er is behoefte aan een gestructureerde aanpak om processen in kaart te brengen, te
analyseren en te verbeteren. Operationeel management is het managen, regelen
en controleren van de verschillende afdelingen van het bedrijf en het optimaliseren
van de operaties binnen het bedrijf. De operationele manager beheert verschillende
functies.
Hoofdfuncties:
● Operationele functies: het maken en leveren van de producten en services
gebaseerd op de vraag van de klanten.
● Marketingfuncties: communicatie tussen de service/het product van de
organisatie en de markt. Het doel van deze functie is het creëren van vraag
naar het product/de service.
● Product/ service development: het maken en leveren van de producten en
diensten gebaseerd op de vraag van de klanten.
De hoofdfuncties zijn onderdeel van de input/output transformatie. De
ondersteunende functies maken niet direct deel uit van het proces, maar
ondersteunen de hoofdfuncties.
Een proces is het samenkomen van resources, waardoor inputs worden omgezet in
outputs om de wensen van klanten te vervullen. Een operatie is hoe een organisatie,
producten of diensten produceert.
Een proces-perspectief betekent: ‘het begrijpen van een organisatie door middel
van alle individuele processen in dat bedrijf’. Het proces-perspectief analyseert op
drie verschillende niveaus:
- Niveau 1: de interactie tussen verschillende bedrijven. Het supply network is
een collectie van alle operaties waarmee een bedrijf te maken heeft (er zijn
operaties die eigen producten en diensten maken, waarbij de klant een
eindklant is. Andere operaties maken producten en diensten die ze
doorverkopen aan andere organisaties. Operaties kunnen verschillende
klanten en leveranciers hebben). Het niveau van het supply network is
belangrijk, omdat je moet weten of jouw bedrijf een aandeel heeft in het
gehele supply network.
- Niveau 2: de operatie binnen een bedrijf (intern). Operaties zijn netwerken
van individuele processen die in verbinding staan met elkaar. Elk proces is
tegelijkertijd een interne klant en een interne leverancier voor andere
processen. Dit wordt ook wel het internal customer concept genoemd. Je kijkt
naar verschillende afdelingen van een bedrijf en hoe de interactie tussen
deze afdelingen is. We hebben het hier over de hoofd en ondersteunende
functies.
- Niveau 3: analyse van een individueel proces.
, Bedrijfsprocessen - 2023
Vrije Universiteit Amsterdam
Een organisatie kent twee verschillende soorten grenzen:
1. Procesgrenzen
Als een operatie niet goed werkt, komt dit waarschijnlijk door een individueel proces
dat niet klopt. Op het moment dat één proces niet loopt, kan de hele operatie hier
last van hebben.
2. Organisatiegrenzen
Afzonderlijke bedrijven worden gezien als een netwerk van processen, of zelfs als
een supply network. We moeten een organisatie zien als een collectie van processen,
die met elkaar in contact staan en bijdragen aan de strategische belangen van een
organisatie.
Operations Managers
Verantwoordelijkheden van operations managers:
- Directing: het sturen van de processen en een strategie bepalen.
- Designing: het vormen van het proces en het product/de service.
- Delivery: de planning en controle van de verzending van de goederen en
diensten.
- Developing: zorgen dat het mogelijk wordt om het proces te verbeteren.
Bij process flow management bepaalt het management hoe het proces eruit moet
zien (welke resource welke activiteit uitvoert).
De 4 V-typologie
1. Volume
- Hoog volume: hoge herhaling; specialisatie per taak; systematiek in
het proces; kapitaalintensief; lage unit kosten.
- Laag volume: lage repetitie; meer flexibiliteit voor elke werknemer;
minder systematiek; hogere unit kosten.
2. Variatie
- Hoge variatie: flexibel; complex; per klant anders; hoge unit kosten.
- Lage variatie: goed gedefinieerd product/service; routine;
gestandaardiseers; normaal; lage unit kosten.
3. Variatie in vraag
- Hoge variatie in vraag: veranderende capaciteit; vooruit plannen;
flexibel; in lijn met de vraag; hoge unit kosten.
- Lage variatie: stabiele productie; routine; voorspelbaar; hoge utilisatie
ratio; lage unit kosten.
4. Visibility
- Hoge visibility: lage tolerantie bij klanten; de perceptie van de klant is
bepalend; sociale vaardigheden zijn erg belangrijk; de variatie is heel
groot; hoge unit kosten.
, Bedrijfsprocessen - 2023
Vrije Universiteit Amsterdam
- Lage visibility: tijd tussen productie en consumptie;
gestandaardiseerd; lage contact skills; hoge werknemers utilisatie;
gecentraliseerd; lage unit kosten.
Stakeholders
Stakeholders die wel verwachtingen hebben, maar niet zelf deelnemen aan het
proces:
● Overheid: de overheid verwacht dat een proces legaal, dus volgens
wetgeving, gebeurt en verwacht dat een proces wat toevoegt aan de
economie.
● Samenleving: de samenleving verwacht dat een proces maximale positieve
effecten opbrengt. Dit zijn onder andere banen. Ook verwacht de
samenleving dat de negatieve effecten geminimaliseerd worden.
● Aandeelhouders: aandeelhouders willen dat een proces rendement opbrengt
en zorgt voor een stabiele winst.
● Lobby groepen: lobbygroepen willen dat het proces overeenkomst met wat
de groep promoot.
● Regelgevende organen: deze organen verwachten dat in het proces
gehandeld wordt naar de regels en dat feedback op de regels gegeven wordt.
Stakeholders die deelnemen in het proces zijn:
● Suppliers (leveranciers): leveranciers willen op tijd betaald worden en een
eerlijke prijs krijgen. Ze willen het liefst lange termijn bestellingen en vroege
meldingen van benodigdheden.
● Topmanagement: het topmanagement wil natuurlijk een hoge winst en wil
investeringen met de processen terugverdienen. Ze willen een proces met een
lage faalkans en willen innovatie.
● Medewerkers: medewerkers willen een eerlijk loon, goede
werkomstandigheden en willen zich persoonlijk en professioneel kunnen
ontwikkelen.
● Vakbonden: vakbonden verwachten dat een proces zich aan de nationale
afspraken houdt en dat consultaties mogelijk zijn.
● Klanten: klanten verwachten goede service en kwaliteit voor een eerlijke
prijs.
Prestatiemaatstaven bepalen of een proces ‘goed’ loopt of niet. In belang van
(objectieve) metingen. De interne maatstaven moeten eerst ‘gevonden’ worden om
de externe (bijv. klanttevredenheid) en financiële maatstaven (bijv. absolute
prestaties: omzet, kosten, winst) te bereiken.
De zes prestatiedoelstellingen van de operaties:
- Kwaliteit: een goed product leveren en zo min mogelijk fouten maken in het
proces (producten en diensten op specificatie & foutloze processen).
- Snelheid: snel leveren en snel nieuwe producten maken (snelle levering &
snelle doorvoer).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mipgroen1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,60. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.