Economisch recht/ ondernemingsrecht Alle rechtsregels die in het economisch leven moeten worden
nageleefd. Deze kunnen gelden voor onderneming EN consument
Vennootschapsrecht Het recht dat de werking van vennootschappen regelt
marktrecht Regels door ondernemingen te respecteren bij het aanbieden van hun
goederen en diensten. TER BESCHERMING VAN DE CONCURRENT EN
CONSUMENT
Bronnen
- Nationaal recht (WER, WVV, bijzondere wetgeving)
- Internationaal recht
o Richtlijnen: rechtsregels door de EU opgelegd en door de lidstaten op een vrije manier op te nemen
in de wet (resultaat = zelfde in alle lidstaten)
▪ Maximale – minimale harmonisatie (er mogen maar max of min zoveel regels zijn voor die
rechtsregel)
o Verordeningen: rechtsregels opgelegd door de EU (rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten)
Het ondernemingsbegrip
Wat is een onderneming? → WER: art I.1,1°
- Natuurlijke persoon = een mens
- Beroepsactiviteit = activiteiten die op een duurzame (niet éénmalig of occasioneel) en met winstoogmerk
om in levensonderhoud te voorzien worden gedaan.
o Vrije beroepers (WER art I.1,14°): oorspronkelijk apart wetboek → handelaars, nu onder algemene
regels
- Rechtspersoon: een juridische fictie die men kan zien als een individu met dezelfde rechten en plichten als
een natuurlijke persoon en macht om in rechtsverkeer autonoom op te treden.
- Org zonder RPH, die geen uitkeringsoogmerk hebben en geen uitkeringen verrichten = feitelijke vereniging
o Beoordeling? Feitenkwestie (geen kennelijk disproportioneel vermogensvoordeel, beperkt kan wel)
Belang van het NIEUWE ondernemingsbegrip
- Geen uniform aanknopingspunt voor alle regels binnen het ondernemingsrecht
- Voornamelijk van belang voor bepalingen rond
o Inschrijvingsplicht
o Boekhouding
o Insolventie
o Bevoegdheid ondernemingsrechtbank
o Bewijs
De ondernemingsrechtbank
Vredegerecht
- Algemene bevoegdheid: art 590 Ger.W.
- Bijzondere bevoegdheid: HUUR art 591 Ger.W.
Rechtbank eerste aanleg
- Algemene bevoegdheid: geschillen vanaf 5000 euro, tenzij bevoegdheid ander rechtscollege
,ONDERNEMINGSRECHT_SAMENVATTING 20 december 2021
Ondernemingsrechtbank
- Algemene bevoegdheid: art 573
o Geschillen tussen en tegen ondernemingen
- Bijzondere bevoegdheid: art 574 Ger.W.
o Geschillen binnen een vereniging met RPH
o Geschillen ontstaan uit insolventieprocedures
- Samenstelling: elke kamer = 1 beroepsrechter + 2 lekenrechters (bijzittende ondernemers)
- Procedures:
o Gewone procedure: dagvaarding – behandeling – vonnis
o Uitzonderingsprocedures:
▪ Kortgeding: snelle voorlopige beslissing
▪ Zoals in kortgeding: snelle permanente beslissing
Het bewijs in ondernemingszaken
WET: Art 8.8 – 8.9 EN 8.11, §1 NBW
- Toepassingsgebied ondernemingsbewijs: art 8.11
- Voor inwerkingtreding Boek 8 NBW: al een ondertekend geschrift vereist voor bedragen vanaf 375 (art 1341
BW)
- Vrij bewijs = alle middelen van recht, zelfs tegen en boven aktes art 8.8 & 8.9
- De boekhouding als bewijs tussen en tegen ondernemingen (niet tegen particulieren Art 8.11,§2, 2de lid
NBW
- De aanvaarde factuur als bewijs voor de uitschrijvende onderneming
o Gevolg/gevaar van gebrek aan betwisting art 8.11,§4
▪ Bewijs tegen uitreikende onderneming (leverancier)
▪ Bewijs tegen de klant (ond: aanvaarding, consument: feitelijk vermoeden van aanvaarding)
o Protest
▪ Tijdig
▪ Proportioneel
▪ Motiverend
Het statuut van de ondernemer
- Vrijheid van ondernemen: ieder is vrij om enige economische activiteit naar keuze uit te oefenen
Verplichtingen
- Professionele/zakelijke rekening openen
- Boekhouding voeren (art III.82 WER)
- Bekendmaking huwelijkscontract
- Aansluiten bij een sociale verzekeringsinstelling
- Aanvraag btw-nummer
- Basiskennis bedrijfsbeheer (Vlaanderen: niet; Wallonië & Brussel: soms wel)
- Specifieke vergunningen: ngl activiteit en sector
- Registratie in UBO-register (Ultimate Beneficial Owner)
- Verplichte verzekeringen
- Inschrijving activiteiten in de KBO (art III.17 & III.18 WER)
- Naleving van de GDPR
o De algemene vordering gegevensbescherming van 27 april 2016
, ONDERNEMINGSRECHT_SAMENVATTING 20 december 2021
HANDELSHUUR
Begrip handelszaak
- Feitelijke algemeenheid Geheel van roerend een onroerende goederen samengebracht om een
onderneming uit te baten
- Juridische algemeenheid: geheel van goederen wordt door wetgever als een afzonderlijke entiteit
beschouwd met een eigen juridisch statuut. Vb. huur OG ter uitbating van een handelszaak)
- Geen eigen RPH = keuze rechtsvorm van de onderneming = Belangrijk voor bescherming Eigen Vermogen
(EV)
Handelshuurwet
- Vroeger Federale bevoegdheid
o Nu: Gewest → nog steeds federale Handelshuurwet van 30 april 1951
o Licht aangepast hier en daar door Vlaams Gewest vb. Pop-up decreet
- Handelshuurwet art 1 – 16 BW + Vlaams Pop-updecreet
o Toepassingsgebied art 1 – 2,1°
▪ Huur onroerend goed (goed dat niet kan verplaatst worden)
▪ Bestemd voor kleinhandel of ambachtszaak (bakkerij, kapper, blokker, bioscoop,
horlogemaker, bank, grootwarenhuis, hotel,…
• Kleinhandel = de verkoop van goederen of het verstrekken van diensten in het klein
aan private klanten.
• Geen handelshuur: vrije beroepers, verhuisonderneming, postorderbedrijf,
groothandel zonder rechtstreeks contact met publiek in het gehuurde lokaal
o Duur handelshuur: minstens 9 jaar = dwingend recht (kan enkel van afgeweken worden indien er
een conflict ontstaat) art 3
▪ Langer dan 9 jaar = registratie in hypotheekregister voor tegenwerpelijkheid aan derden
o Verbouwingen art 7 – 9
o Huuroverdracht art 10 – 11,III
o Hernieuwing handelshuur: art 13 – 21
Pop-up decreet
- Toepassingsgebied art 2 en 3
o VERSCHIL met HHW:
▪ Via een schrifteliijke ovk
▪ Waarin uitdrukkelijk de termijn van 1 jaar of minder wordt vermeld
- Duur: Art 2 – 4
o De hernieuwingen kunnen maar tot totale duur max 1 jaar zijn
o Let op! Vanaf deze de duur van 1 jaar overschrijdt = HHW = min 9 jaar
- Einde huur
o Van rechtswege
o Onderling schriftelijk akkoord tss partijen
o Eenzijdige opzegging door huurder (geen uitzettingsvergoeding)
- Huurprijs
o Inclusief belastingen
o Exclusief kosten nutsvoorzieningen
- Huuroverdracht en onderhuur
o Bij wet verboden <--> tot HHW lange duur
- Verbouwingen
o Art 9 – 12
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elien11decloedt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.