Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Vastgoedeconomie 1 VEMAEC11 - VASTGOEDKUNDE JAAR 1 €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Vastgoedeconomie 1 VEMAEC11 - VASTGOEDKUNDE JAAR 1

1 vérifier
 57 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

(STUUR MIJ EEN DM VOOR KORTING!) Duidelijke en uitgebreide samenvatting van Vastgoedeconomie Hoofstuk 1 t/m 8 Boek: Vastgoedeconomie, Jan Buist 2e druk

Aperçu 4 sur 33  pages

  • Oui
  • 30 octobre 2023
  • 33
  • 2023/2024
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: jeepstoopman1 • 10 mois de cela

avatar-seller
§Hoofdstuk 1
Economie betekent ​huishoudkunde​en dat heeft te maken met keuzes maken.
Gezinnen, ook wel ​consumentenhuishoudingen​, maken voortdurend keuzes (voedsel,
kleding, hypotheek, vakanties)
Bedrijven, ook wel ​bedrijfshuishoudingen​, willen een maximaal resultaat behalen, hierbij
moeten ze doelstellingen zo efficiënt mogelijk maken en dus ook keuzes maken; zoveel
mogelijk winst en minimale kosten. Beschikbare middelen: grondstof, machines, personeel

Zo is er het streven naar ​maximale behoeftebevrediging​door middel van het maken van
keuzes uit alternatieven die beperkt beschikbaar zijn. Zowel consumenten als bedrijven
proberen zo veel mogelijk behoeften te bevredigen, ook wel ​nutsmaximalisatie​genoemd.

Ook kennen we het begrip ​schaarste​ : de spanning tussen de behoeften enerzijds en de
beschikbare middelen anderzijds. Er moeten keuzes gemaakt worden, want niet alles is
mogelijk. We kunnen namelijk niet alles kopen wat we willen met ons inkomen.
Vb: een makelaardij zou kunnen kiezen voor een extra filiaal of voor uitbreiding van het
dienstenaanbod (hypotheekverstrekking), er is slechts budget voor een optie.

Beschikbare schaarse middelen zijn ​alternatief aanwendbaar​. De consument kan voor zijn
vakantiegeld een nieuwe fiets kopen of een reis maken, er moeten keuzes gemaakt worden.

Welvaart​is de mate waarin de spanning tussen behoeften en beperkte middelen is
opgeheven. In Nederland kunnen we de meeste behoeften (voedsel, onderdak) redelijk tot
goed bevredigen. In ontwikkelingslanden is de welvaart minimaal, omdat behoeften als
voedsel niet voor iedereen voorzien kan worden.
Welzijn​is de mate van de bevrediging van behoeften die niet afhankelijk zijn van schaars
beschikbare middelen. Deze middelen zijn kosteloos en onbeperkt beschikbaar (lucht,
natuur, zout water uit de zee) Ook hangt het af van een persoonlijk gevoel; verliefdheid
Welstand​heeft te maken met persoonlijke voorspoed in de zin van gezondheid en
bemiddeld zijn.

Behoefte​is het menselijk verlangen waaraan voldaan wordt door de beschikking over
schaarse goederen en diensten. Behoeften van mensen zijn oneindig; het oneindige traject
van woonruimte (Als student behoefte aan een kamer, na je studie een apparte- ment, later
als je oud bent zou je misschien wel een extra huis in Spanje willen hebben)

Soorten behoeften
Primaire vs secundaire​: ​primaire behoeften​zijn elementaire behoeften, zoals voedsel,
onderdak en veiligheid. ​Secundaire behoeften​zijn behoeften aan goederen die niet
noodzakelijk zijn, zoals luxegoederen en reizen.
Stoffelijke vs onstoffelijke​: ​stoffelijke behoeften​zijn behoeften aan tastbare goederen zoals
voedsel, auto’s en stoelen. ​Onstoffelijke behoeften​zijn behoeften aan immateriële
goederen, zoals dienstverlening.
Individuele vs collectieve​: ​individuele behoeften​zijn de eigen behoeften van de individuele
consument die hij ook individueel kan invullen. Commerciële bedrijven voorzien veelal in
deze behoeften. ​Collectieve behoeften​zijn behoeften die iedereen heeft maar niet




Gemaakt door Sophia Vernooij - ​ ​Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

,individueel kan invullen (veiligheid, rechtspraak, wegen en onderwijs) De overheid vervult
deze.

Inkomen​is de stroom van verworven koopkracht zonder in te teren. Inkomen is dus de
beloning die mensen verdienen op grond van productieve prestaties gedurende een
bepaalde periode. Inkomen is ook de beloning voor de geleverde productiemiddelen die de
consumenten beschikbaar stellen aan de bedrijven (Rente, loon, pacht en winst)

De opbouw van ons inkomen: ​Bruto-inkomen​(incl. belastingen en sociale premies) -
belastingen en sociale premies = ​Beschikbaar of netto-inkomen​(inkomen dat resteert na
belasting- en premieheffing) - uitgaven voor primaire levensbehoeften en vaste lasten = ​Vrij
besteedbaar of discretionair inkomen​(inkomen dat we kunnen besteden aan luxe
goederen of sparen)

De verdeling van het bbp bekijk je met de
Lorenzcurve​, deze curve zet twee percentages tegen
elkaar af. De overheid zorgt er door middel van
belastingen en premies dat de secundaire inkomens
gelijkmatiger zijn dat de primaire inkomens. De
personele inkomensverdeling:

Productie​is het geschikt maken van goederen en
diensten voor gebruik. Productie vindt plaats in
productiehuishoudingen​of te wel bij de bedrijven.
Maar ook bij de overheid vindt productie plaats. Drie
productiefactoren die de aanbieder in kan zetten zijn: ​natuur​ (grond, bossen en delfstoffen),
arbeid​ (inspanning) en ​kapitaal​ (duurzaam/ vlottende= gebouwen) KANO

Economische orde (de wijze waarop in een land vraag en aanbod wordt georganiseerd)
1. Centraalgeleide planeconomie​: de overheid heeft volledige bemoeienis; wat en
hoeveel wordt er geproduceerd. Ze beïnvloedt de vraag en bepaalt de verkoopprijs.
(Cuba, noord-korea, Vietnam; communistisch)
2. Vrijemarkteconomie​: de productiefactoren worden overgelaten aan de vrije markt,
dus aanbieders en consumenten bepalen gezamenlijk waar behoefte aan is. De
overheid heeft geen bemoeienis en bemoeien zich alleen met kerntaken, zoals,
onderwijs, justitie en defensie.
3. Georiënteerde markteconomie​: in de westerse landen en houdt het midden tussen
de planeconomie en de vrijemarkteconomie. Het vrije marktmechanisme speelt een
belangrijke rol, maar de overheid heeft een nadrukkelijk regulerende rol.

Niveaus binnen de economie
1. Macro economie​: productie, consumptie en overheidsgedrag binnen een land als
geheel. Op nationaal niveau; (EU, VS)
2. Meso economie​: binnen een bedrijfstak, op middenniveau (makelaardij) waarin
bedrijven opereren. Concurrentie binnen en buiten de bedrijfstak.




Gemaakt door Sophia Vernooij - ​ ​Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

, 3. Micro economie​: binnen het bedrijf zelf, op individueel niveau (Consument vs
producent)

Economische indicatoren​, de indicatoren die de stand van de economie in een land
meetbaar maken. Binnenlandse indicatoren:
1. Groei van het bruto binnenlands product​: groei van de productie leidt tot meer
investeringen vanuit het bedrijfsleven. Er zijn groeiprognoses in een land of in de EU;
meer belastinginkomsten en meer werkgelegenheid
2. Conjuncturele situatie​: dit werkt door in bedrijven en consumenten. Bij
economische groei laat men het geld makkelijker rollen; hogere uitgaven
3. Index van het consumentenvertrouwen​: er is een relatie tussen
consumentenvertrouwen en de conjuncturele relatie
4. Ontwikkeling van de werkloosheid, lonen en arbeidsproductiviteit​: een
toenemende werkloosheid leidt tot voorzichtigheid bij consumenten als het gaat om
nieuwe aankopen, ook zullen ze gaan sparen
5. Prijsontwikkeling​(inflatie): inflatie speelt een rol bij de ontwikkeling van prijzen,
deze worden meestal gecorrigeerd met het inflatiepercentage.
6. Orderportefeuille bedrijven​: de mate waarin bedrijven voor de toekomst over
opdrachten beschikken kan ook iets zeggen over de stand van de economie.

Buitenlandse indicatoren:
1. Renteontwikkelingen​: de hoogte van de rente op korte- en lange termijn speelt een
belangrijke rol in het economische proces. Voor bedrijven is het belangrijk voor de
kosten van investering als ze geld moeten lenen en voor consumenten gaat het om
de kosten van persoonlijke leningen en op de hypotheekmarkt
2. Ontwikkeling export en import​: een groei van export leidt tot een gunstige positie
voor een land, het krijgt dan meer geld binnen. Ook draagt het bij aan de groei van
de productie, de goederen moeten immers in dat land gemaakt worden.
3. Ontwikkelingen wisselkoersen​: als de koers van de euro stijgt t.o.v. buitenlandse
valuta’s wordt de euro meer waard. De prijzen worden voor het buitenland hoger en
importeren wordt goedkoper. Andersom geldt het ook als de euro goedkoper wordt;
onze export profiteert ervan, maar importeren wordt duurder
4. Verloop van de dollarkoers​: de dollar is de dominante munt op de wereldmarkt bij
de prijsstelling van goederen zoals olie en andere grondstoffen.
5. Ontwikkeling energieprijzen​ : is met name belangrijk voor het bedrijfsleven.
Consumenten kunnen dit merken aan prijsstijgingen


§Hoofdstuk 2 Macro economie
In de macro-economie onderscheiden we twee sectoren van ‘bedrijf’ in de markt: de
collectieve sector​(overheid) en de ​particuliere sector​(ondernemingen)

De samenhang van alle economische activiteiten die voor inkomsten en uitgaven zorgen
heet de ​economische kringloop​. Net als de bloedsomloop van de mens, wordt bij de
economische kringloop steeds geld- en goederenstroom rondgepompt, omdat deze stromen
van geld en goederen binnen eenzelfde systeem blijven bestaan.




Gemaakt door Sophia Vernooij - ​ ​Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

, - De ​goederenstroom​: de stroom in goederen en diensten van de bedrijven naar
gezinnen in de vorm van beloning voor de productiefactoren
- De ​geldstroom​: de stroom in geld van de gezinnen naar de bedrijven door het
kopen van goederen en diensten




Gezinnen: (Y= C+ B+ S)
- C= consumptiegoederen
- B= belasting
- S= sparen

Bedrijven/ BBP: (Y= C + I + O + E - M)
- C= consumptiegoederen
- In= nettoinvestering
- E= export
- M= import

Y=BBP of nationaal inkomen (Y=C, BBP=C)

Overheid: (O-B)
- O= overheidsbestedingen
- B= belasting
- (Y= C+B+S, BBP= C+I+O, Y=BBP)

Buitenland: (E-M)
- E= export
- M= import

Investeringen
- Y= C + S (BBP= C+I, Y=BBP)




Gemaakt door Sophia Vernooij - ​ ​Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sophiavern. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  4x  vendu
  • (1)
  Ajouter