Handboek moet in detail gelezen worden
Handboek eindigt bij moderne geschiedenis, is niet te kennen (enkel hoofdstukken 1-
6)
Lessen = basis, handboek = veel informatie: essentie uithalen!
Examen: detail belangrijk
HET STUDIEOBJECT
“DE NEDERLANDEN”?
Chronologisch & geografisch
o Periode voor het ontstaan van België & Nederland wordt bestudeerd – hierbij
ook Luxemburg, delen van Noord-Frankrijk, soms ook oost- en Noord-
Duitsland
Verscheidenheid & eenheid?
o Waarom Nederlanden als samenhangend beschouwen voor deze cursus? Veel
verscheidenheid…
o Verscheidenheid:
1) Modern politiek oogpunt: geen eenheid
2) Historische / politieke grenzen: lopen dwars door dit gebied, bv. Romeinse
grenzen (Rijn en Schelde: Frans & Duits gebied: grens – lopen door NL)
3) Taalkundig: variatie (Franstaligen, Nederlandstaligen, dialecten: historisch
en hedendaags)
4) Religieus: Katholiek vs. protestants
o Verbondenheid:
1) Politiek: Soms wel grenzen gelijkaardig aan NL, lange impact
(Bourgondische eenmaking: personele unie & Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden: 1 koning)
2) Gouden Eeuw: migratie van zuidelijke naar noordelijke NL: ZNL niet mee
in dynamiek: vooruitgang van de ene zorgt voor achteruitgang van de
andere
3) Geografische verbondenheid: ‘Lage Landen’: laag gebied, constant in strijd
tegen overstromingen MAAR ook veel watertransport + natuurlijke grens
door dunbevolkte beboste gebieden
Maar: binnen rivierdelta (kleine opp.): geografisch verschillende
zones (klei, leem,..) → verschillende economische activiteiten →
vroege economische complementariteit tov. Elkaar: ambachten vs.
graan, …
Rode draad: verscheidenheid én eenheid
o 1614, Zieltjesvisserij:
▪ Bootjes vissen mensen uit het water = religieuze connotatie
▪ Links (kant van de schilder) = protestants, sereen, mensen gaan uit
zichzelf ernaar toe, zon
▪ Rechts = rooms-katholiek, dikke priesters, kale boom
1
,Sofie Vandermarliere – BA3 Geschiedenis
▪ ! ook verbinding! Ze doen hetzelfde + water = kenmerkend voor Lage
Landen & regenboog verbindt hem
RELEVANTIE?
Bredere relevantie! Globale dimensie, handelsimperialisme
Internationaal imago: Schone Kunsten (Lage Landen waren invloedrijk – VL
primitieven – schilders van de Gouden eeuw; grote namen in de kunstgeschiedenis)
associatie LL
Bourgondische eetcultuur
Progressieve houding: cannabis, euthanasie
VERSTEDELIJKING
Late Middeleeuwen: meest verstedelijkt van heel Europa! Vroege stedelijke cultuur →
grote impact!
ECONOMISCHE ONTWIKKELING
Verband met stedelijke cultuur: vroege internationale handel (textiel)
Vroege internationale handelsrelaties
STABILITEIT
Ondanks tegenstellingen!
Niet altijd, maar op lange termijn geen chaos
POLITIEKE ONTWIKKELING
Theorie: NL opstand (1) = eerste van de ‘Atlantic Revolutions’ → glorious revolution
(2)
2
, Sofie Vandermarliere – BA3 Geschiedenis
Uitkomst = geen despot, balans, vorst gebonden aan parlement
Amerikaanse Revolutie (1776 -3), erna Franse Revolutie (1789 -4)
Noordelijke NL = voorloper, rol opstand in Amerika!
Mondiaal veel belangstelling
CULTURELE ONTWIKKELING
Invloedrijke kunst
GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDEN: HOEZO?
“De Nederlanden” - ?
o ”Voor-geschiedenis” van Nederland & België?
o ”België”, “Nederland”, “Wallonië”, “Vlaanderen” = historische constructies
Keuze is NIET neutraal: waar komt het begrip ‘de Nederlanden’ vandaan? Wat is de
geschiedenis van de Ned?
o Gegroeid uit andere domeinen: ‘vaderlandse geschiedenis’
Voorgeschiedenis van later België & Nederland: anachronisme (geschiedenis vanuit
het heden bekijken – ontstaan van België & Nederland als logische voortvloeing van
de geschiedenis)
Natiestaten: geen “natuurlijk” gegeven
o “nationale identiteit”
▪ Voor 18de-19de eeuw: anders georganiseerd; niet het belangrijkste
o “staten”
▪ Voor 18de-19de eeuw: geheel andere grenzen
Onlogisch: mensen voelden zich niet geïdentificeerd met België,
Nederland of de NL
Bepalende termen voor paradigma: idee van naties centraal:
samenhorigheidsgevoel van de bevolking
Natiestaat = eigen staat vertegenwoordigt alle inwoners van de natiestaat, inwoners
zijn soeverein & natiestaat is autonoom van andere natiestaten
Natiebeleving is anders in Nederland dan in Vlaanderen: andere vorstenhuizen,
andere culturele voorkeur, … → andere nationale beleving
NIET TERUGPROJECTEREN!
Paradigma van een natiestaat = historisch product: voor 18e – 19e
eeuw – niet basale inrichting van een samenleving
Is dit wel zinvol? ‘canon van VL’, maar termen geen betekenis in die tijd…
Nationale identiteit = debat: enorm politiek gevoelig
Hoe periode vóór 1800 begrijpen? Paradigma van natiestaten helpt ons niet
o Voordien: andere principes: hoeveel affiniteit was er tussen de inwoners van
het gebied van de vorst?
▪ Politieke grenzen waren anders in het ancien régime
o Misschien wel natiegevoel, maar anders georiënteerd
Na 1800: natievorm = ultiem samenlevingsverband
MODERN NATIONALISME
Belangrijke verschuiving!
“essentialisme” (of Risorgimento-nationalisme) vs. “constructivisme” (B. Anderson)
o Essentialisme: Risorgimento = eenmaking Italië door wederopstand, streven
naar een natie, is logisch voorbestemd
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sofie7. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.