Paragraaf 1
Sociale filosofie = bepaalde gedragingen, afspraken of overtuigingen die horen bij
het welzijn van de samenleving.
Praktisch à betrokken op maatschappelijke praktijken
Praktijken: het gedrag dat mensen vertonen in groepen, verbanden, instituties + de
manier hoe ze het samenleven ervaren
Bijvoorbeeld van vragen in de sociale filosofie zijn:
o Dragen mensen bij aan de samenleving als geheel of druisen ze daar
tegenin?
o Staat het individu tegenover het collectief of juist niet?
o In hoeverre zijn mensen op elkaar aangewezen?
o Hoe leven mensen? Hoe leven ze samen?
o Waarom werken ze samen?
Collectief = het geheel, een grote groep
In filosofie vaak onenigheid tussen filosofen. Maar voor de sociale filosofen ook
onenigheid voor hun project: de samenleving à mensen zijn heel verschillend
Mensen zelf weten dat ook, ze hebben daar opvattingen over. Dieren hebben dat niet
Het maakt niet uit dat mensen het niet altijd eens zijn, het draait erom hoe we er in
de samenleving mee omgaan.
Dit betekent dat sociale filosofie verbonden is met politieke filosofie
Politieke filosofie = onvermijdelijke verschillen uitvechten, in een beschaafde vorm.
Zonder geweld, komt dat er wel bij kijken à bedrog of misdaad
Politieke en sociale filosofie kun je nooit helemaal los van elkaar zien.
Utopie = Grieks à goede of niet bestaande plaats
Wil het ideale schepen waardoor iedereen gelukkig is.
Plato schreef een boek à De Ideale Staat à hiërarchisch
- Mensen zijn niet gelijk
- Er zijn verschillende klassen
- Een filosoof-koning staat aan het hoofd
Thomas More schreef een boek à Utopia à eiland waar alles perfect is
Tegenstanders utopisme: we moeten stapje voor stapje naar de ideale staat gaan.
Leiders utopisme: hebben er alles voor over om hun utopie te bereiken, ze offeren
mensen op ‘voor een hoger doel’
Dystopie is het tegenovergestelde van utopie
, Paragraaf 2
Aristoteles
Aristoteles: deelt mens in 2 categorieën:
Levenloze materie (anorganisch)
Levende wezens (organisch)
-Vegetatieve vermogen à om te leven(planten)
-Sensitieve vermogen à om te voelen(dieren)
-Rationele vermogen à om te denken (alleen de mens)
Aristoteles typeerde de mens als zoön politikon à vertaling: politiek dier, sociaal
wezen of gemeenschapsdier.
Mensen zijn kuddedieren die daarover steeds met elkaar van mening verschillen,
echte kuddedieren verschillen niet van mening.
We hebben behoefte aan een sociale gemeenschap
De mens beschikt als enige dier over taal, dat is het belangrijkste kenmerk van zoön
politikon. Volgens Aristoteles gebruikt de mens taal om de werkelijkheid te
categoriseren in tegenstellingen met waarden: mooi-lelijk waar-onwaar etc.
Hierdoor ontstaat discussie en kunnen mensen hun mening delen.
Discussiëren is beste manier van samenleven + functie van mens en taal.
Contemplatie à nadruk ligt meer op het denken dan op het praktische resultaat van
de discussie. ß = doel van de mens
Act: zoals het is
Potentie: zoals het kan worden
Elk wezen heeft een Telos à doel en streeft ernaar kwalitatief beter te worden om
uiteindelijk dit doel te bereiken.
Goed: als je dit doet
Gelukt: als dit doel perfect bereikt is
Sociale funtie van taal:
Communiceren; gevoelens uiten, ideeën delen & relaties opbouwen. Bijvoorbeeld:
Hoe gaat het?
Tegenstellingen in de wereld aanduiden.
Wat mooi!
Benoemt hoe de samenleving verdeeld is.
Politieke functie van taal:
Verschillende meningen uiten en met elkaar discussiëren, publieke opinie
beïnvloeden en overtuigen. Bijvoorbeeld:
Tegenstellingen creëren. De regering moet
Creëert zelf die verdeling. streven naar sociale
gelijkheid
Aristoteles: mensen die alleen leven zullen nooit hun volledig mens-zijn bereiken.
Omdat zij geen sociale relaties aangaan.
Aristoteles ziet meerwaarde in het samen hebben over de beste samenleving.
Volgens hem is politiek een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van alle
burgers (dus vrije mannen), zij moeten om de beurt de staat besturen.
à republikeins principe
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sabinevink1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.