Junk-DNA
De naam voor stukken DNA op de genen die nog geen bekende functie
hebben.
Gen-omgevingscorrelatie
Hiervan is sprake als de genen de omgeving ‘selecteren’ die bij hen past
(zoals genetische aanleg voor denksporten en je zal dan meer gefocust
zijn op het verkrijgen van schaaklessen)
Passieve gen-omgevingsverband
Is het verband dat plaatsvindt omdat biologische ouders zonder erbij na te
denken een opvoedingsomgeving creëren voor hun kind die bij de ouders
zelf past.
Evocatief gen-omgevingsverband
Dit verband treedt op wanner de genetische eigenschappen van een kind
bepaalde reacties uitlokken bij andere mensen in de omgeving. Hierdoor
zullen die eigenschappen versterken.
Actieve gen-omgevingsverband
De persoon zal zelf de omgeving uitkiezen wat bij je aanleg en interesses
liggen.
Gen-omgevingsinteractie
Als het effect van de genen veranderd wordt door een bepaald soort
omgeving en omgekeerd.
Erfelijk voorbereid gedrag
De werking van iemands DNA is afhankelijk van een omgeving, en de
aanhangers van deze omgeving zullen dit gedrag dus voorbereiden voor
het kind.
Kangoeroeën
Huid-op-huidcontact tussen ouders en hun (pasgeboren) baby’s.
Werk maakt sterk
Het principe dat lichaamsdelen of delen van hersenen die intensief
gebruikt worden sterker en groter worden.
Neurogenese
Dit is het ontstaan (de ‘geboorte’) van zenuwcellen. De ontwikkeling
hiervan loopt in een hoog tempo op.
Synaptogenese
Het ontstaan van synapsen (de verbindingen) tussen zenuwcellen in de
hersenen en overige delen van het zenuwstelsel. Dit zorgt ervoor dat
netwerken van zenuwcellen aangelegd kunnen worden.
Pruning
Dit is geen spontaan proces. Door de ervaring dat iemand opdoet worden
er eerder gevormde verbindingen tussen zenuwcellen verminderd
waardoor andere verbindingen sterker kunnen worden.
Neuraal netwerk
Een groep zenuwcellen die onderling verbonden zijn en samenwerken bij
een bepaalde vaardigheid.
Plasticiteit
,De plasticiteit van de hersenen slaat op de verandering in structuur en/of
organisatie van de hersenen als gevolg van ontwikkeling, opdoen van
ervaringen, leren en oefenen.
Motivatie
Motivatie is wat iemand tot een bepaald gedrag drijft.
Sensitieve perioden/ Gevoelige perioden
Zijn tijdsperioden in de ontwikkeling waarin een kind makkelijk een
bepaalde vaardigheid leert te ontwikkelen. Na deze periode kan een kind
ook een vaardigheid leren maar kost dit veel meer tijd en zal niet
hetzelfde effect hebben.
Volwassen neurogenese
Dit is het proces waarbij er na de geboorte nieuwe zenuwcellen in de
hersenen worden aangemaakt.
Hippocampus
Een hersendeel aan de binnenzijde van de slaapkwab. In elke hersenhelft
zit één hippocampus. De hippocampus is vooral actief als mensen
informatie opslaan in hun geheugen.
Tienerhersenen
Deze hersenen kennen een enorme groei, vooral in een specifiek deel; de
frontale kwab. In het begin van de puberteit worden er nog veel nieuwe
synapsen aangemaakt. Je kent minder remming, zoekt vaker risico’s op en
je laat je sneller beïnvloeden door vrienden en/of familie.
Moeder en vaderhersenen
Is een manier om uit te drukken dat de hersenen van een nieuwe/jonge
ouder op zo een manier veranderen en aanpassen aan de nieuwe situatie.
Zoals snel reageren op signalen van je kind.
Beroerte/CVA
Een plotselinge verstoring van de doorbloeding van de hersenen.
Schijf van vijf
Is een advies van het voedingscentrum gebaseerd op recentelijke
wetenschappelijke inzichten over gevarieerd en gezond eten.
Omega 3-vetzuren
Aan omega 3-vetzuren worden positieve eigenschappen toegeschreven
zoals verminderen van hart- en vaatziekten en voorkomen van psychische
aandoeningen zoals depressies.
Visualisatie
Het creëren van een mentaal beeld over ene gewenste situatie.
Psychotherapie
Dit is een verzamelnaam voor behandelmethoden van psychosociale
problemen en psychische stoornissen door psychotherapeuten.
Meditatie
Is een geestelijke en/of spirituele oefening waarbij vaak de aandacht op
een bepaald onderwerp wordt gericht en hierbij is de bedoeling dat
opkomende gedachten en gevoelens geaccepteerd worden.
Dopamine
Is een neurotransmitter, en speelt ene belangrijke rol bij het ervaren van
genot, blijdschap, verbondenheid en welzijn.
Stress
Is een vorm van spanning die in het lichaam van mensen optreedt als
reactie op externe prikkels en ook als reacties op gedachten.
, Foetaal alcoholsyndroom
Een aangeboren afwijking die veroorzaakt wordt door te veel
alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. De genezing van de aandoening
is onmogelijk.
Cortisol
Dit is een hormoon dat aangemaakt wordt op reactie op stress. Als cortisol
te hoog blijft staan voor te lang zal dit slecht zijn voor de gezondheid.
Amygdala
Dit is een hersengebied dat diep in de temporaalkwab ligt. Dit is van
belang bij het verwerken van emoties.
Les 2 – Waarneming (H3 + H4)
Selectiviteit
Een van de waarnemingsprocessen. Het slaat op ons vermogen om
binnenkomende prikkels te ordenen.
Adaptie
Ookwel aanpassing bij waarnemen. Hiermee kun je selecteren tussen alle
prikkels die onze zintuigen bereiken.
Relativiteit
Is ene proceskenmerk van waarnemen. Slaat op het verschijnsel dat wij
geen objectieve aspecten van de werkelijkheid waarnemen maar altijd
vergelijkingen tussen objecten of tussen situaties.
Bottom-up proces
Waarnemen slaat hierbij op de invloed van de prikkels die wij ontvangen
op wat we uiteindelijk waarnemen.
Top-down proces
Waarnemen slaat hierbij op de invloed van je kennis (en verwachtingen)
op wat je waarneemt.
Aandacht
Dit is het bewuste proces van het gericht waarnemen van de omgeving.
Passieve aandacht
Slaat op aandacht die verankerd zit in onze aanleg. Zoals gezichten zullen
altijd de aandacht trekken, dit zit in de aanleg.
Actieve aandacht
Slaat op het geconcentreerd opletten van een individu. Actieve aandacht
is een individueel kenmerk.
Motivatie
Is hetgeen wat een persoon tot een bepaald gedrag drijft.
Emotie
Bestaat uit ene innerlijke beleving of gevoel van bijvoorbeeld vreugde,
angst, boosheid, verdriet etc.
Overgeneralisatie
Betekend dat een bepaalde gedacht, opvatting of gevoel in extreme mate
op alles wordt toegepast.
Retina
Ander woord voor het netvlies van het oog.
Cornea
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RobineFriedhoff23. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.