ZIEKTELEER
Les 1: ziekte vs. gezondheid
Wat betekent gezondheid voor ons:
- Gevoel van geluk
- ‘Gezond verstand’ (denk goed na), ‘op jouw gezondheid’ (iets wat we mekaar toewensen)
- Marketing/verkoopargument
Gezondheid geeft voor veel mensen zin aan hun leven, gezondheid is de nieuwe religie.
Veel van ons leven echter niet zo gezond (roken, bewegen, groen en fruit)
Leven we nu niet gezonder dan vroeger?
▪ Toename van levensverwachting
▪ Toename van chronische ziekten en klachten
▪ Persoonlijke keuzes beïnvloeden levensverwachting ‘the lifestyle epidemic’
Biomedische benadering van gezondheid
= gezondheid is de afwezigheid van ziekte, normaal lichamelijk functioneren (objectief): eenvoudig,
monocausale verklaringswijze, groot belang van de fysiologie en pathofysiologie
Kritiek: Gezondheid is meer dan afwezigheid van ziekte, ook mentaal en sociaal + plotse ziekte
Bv. hartaderbreuk = een verstopping (trombose) van de hartslagader:
Opstapeling van vetdruppels, te veel circulerend cholesterol, waardoor de kransslagader vernauwd.
Door de vernauwing kan er plots een soort trombose optreden, het hartspierweefsel wordt niet
meer van slagaderlijk bloed voorzien (voedingsstoffen en O2). Na 30 min sterven de hartspiercellen
af, plotse dood als gevolg als dit op grote mate gebeurt.
Biomedische benadering gezondheid is makkelijk: vrij van ziekte, normaal functioneren en
“gezondheid als negatieve conditie”.
- Niet altijd typische aanwijsbare oorzaak: multicausaal, afwijkende klachten
- Monopolie van artsen vs. rol van patiënten & paramedici?
- Fysiologische dysfunctie soms moeilijk te ‘meten’
- Chronisch ‘niet-te-genezen’ aandoeningen.
Alternatieven om gezondheid te definiëren:
WHO: Landen zitten samen voor de gezondheid van hun bevolking en de wereldbevolking
▪ Gezondheid als breed begrip
▪ Gezondheid als voorwaarde voor optimaal functioneren
▪ Gezondheid als mensenrecht
▪ Streefdoelen en aanknopingspunten
,“Health is a state of complete physical, social and mental well-being and not merely the absence of
disease of infirmity.” (-> meer humane benadering < -> medisch)
‘Complete fysieke, sociale, mentale gezondheid’: is dit wel haalbaar? (Down, verlamming …)
‘Welbevinding’: welvaart of welzijn?
Statistische definitie <-> gezondheid is relatief: welk criterium onderscheidt gezond, ongezond?
Gezondheid is een dynamisch gegeven
Gezondheid is relatief, variabel en emancipatorisch
= gezondheid is het vermogen om zich aan te passen (en eigen religie te voeren) in het licht van
fysische, emotionele en sociale uitdagingen in het leven.
- Relatief: betekent voor ieder individu iets anders
- Dynamisch: is een middel, maar geen doel op zich
- Emancipatorisch: iedereen heeft de verantwoordelijkheid voor zijn eigen gezondheid
GEZONDHEID: huidige visie
= de individuele eigenschap om lichamelijk, geestelijk en sociaal, naar eigen vermogen en beleven,
adequaat te functioneren in de samenleving
Zowel objectief als subjectief + actieve inbreng: maximaal haalbare gezondheid op basis van
eigen capaciteit. Individuele perceptie van levenskwaliteit (continuüm)
ZIEKTE: niet de afwezigheid van gezondheid
= verstoring van het normale vitale functioneren (+ mentaal, sociaal) omdat het
aanpassingsvermogen verstoord is
Ziektebeeld – ziek zijn – ziektegedrag en ziekterol: gevolgen van ziekte
➢ ZIEKTEBEELD: gevolgen van een ziekte
Symptomen = ziekteklachten -> patiënt en/of ziektetekens -> vaststelling arts bv. zwelling
Medisch of klinisch ziektebeeld
= klinische symptomatologie typerend voor een bepaalde ziekte -> diagnose bv. verstopte neus +
niezen: verkoudheid
Ziektebegrip/concept
= opvattingen & denkbeelden over ziekte en ziek zijn. Opvattingen over ziekte in het algemeen
(wetenschap, religie, cultureel maatschappelijke context)
Classificatie van disabiliteit
- Gebrek of stoornis: bepaalde functie valt uit (verlamming)
- Beperkingen in activiteit: veroorzaakt door stoornis (niet meer stappen)
- Handicap of participatieprobleem: veroorzaakt door beperkingen in activiteit
,Beroerte (CVA) door ‘hersentrombose’ (arteria cerebri) -> cerebrovasculair accident
Spontane trombose, niet altijd door een
opstapeling. Er wordt geen zuurstof (ischemie) en
voeding meer naar de hersenen gestuurd.
Motorische uitval van contralaterale zijde.
Impact van ziekte op functioneren:
Drie mogelijke betekenissen van ziekte
- Disease: objectiveerbare ziekte
- Illness: subjectief ziektegevoel
- Sickness: impact op sociaal functioneren
Ze komen niet altijd samen voor bv. illness zonder disease en sickness -> chronische vermoeidheid
Een ziekte is ernstig als er opname en een nood aan behandeling is
➢ ZIEKTEROL
1. Tijdelijk ontslagen van sociale plichten, gaat niet op voor chronische aandoening zoals diabetes
want met behandeling kunnen ze actief blijven.
2. Geen reciprociteit: je hebt de plicht om hulpt te zoeken maar ook een aantal zaken zelf doen.
Door ziekte-rol wordt je verplicht om soort verantwoording af te leggen.
Medicalisering: overdreven gezonheidszorg maakt het erger bv. adhd: waren er vroeger dan geen
moeilijke kinderen? Bandbrede van wat normaal is wordt smaller -> sneller medicatie.
Pathologisch gedrag, je wordt niet ziek omdat je ongezond leeft, maar je streeft te veel naar een
ideaal leven. Normale gegevens beschouwen we als pathologie. Overdreven neiging om te
medicaliseren (bv. antidepressiva voor rouwproces)
Verloop en eigenschappen (EXAMEN) van ziekte(proces): EXAMEN
Etiologie = oorzaak van ziekte
▪ Genetische afwijking
▪ Trauma
▪ Toxisch agens
▪ Infectie
▪ Neoplasie: abnormale ontwikkeling cellen
▪ Endocriene disfunctie
▪ Degeneratie, ouderdom Iatrogene ziekte: trombolytisch geneesmiddel kan
▪ Psychogene stoornis klonter oplossen, maar kan mogelijks ook intra
▪ Iatrogene oorzaak: ongewenste effecten cerebrale bloeding veroorzaken. Stolling zodanig
behandeling neutraliseren dat er soms spontane bloedingen
▪ Idiopathisch: we kennen de oorzaak niet optereden op plaatsen waar het niet hoort
Natuurlijk beloop: als we na ziekte niets doen -> dood of genezing *convalescentie = periode van herstel
, Pathogenese: biologisch mechanisme hoe ziekte ontstaat
Pathofysiologie: wat verandert er in je lichaam als je de ziekte krijgt
Door gevolg van ziekte(tekens) kan je een diagnose stellen
▪ Symptomatologie: klachten bevragen
Pathognomonische ziektetekens
▪ Ziektetekens: palperen, luisteren
= afwijking die zodanig uniek is dat
▪ Pathologie
er maar 1 mogelijke oorzaak is.
- Afwijking op beeldvorming diagnose stellen
- Functionele stoornissen
Bv. Bulls eye bij tekenbeet
- Biochemische veranderingen
- Weefselbiopsie
- …
Zo weinig mogelijk testen proberen doen om tot een juiste diagnose te komen
Incubatieperiode: nog geen klachten, maar de ziekte is er wel al (kanker)
Prodromen: klachten zijn er, maar niet specifiek voor ziekte (hoest)
Ziekte: klachten specifiek voor ziekte
Prognose = uiteindelijke resultaat van de ziekte
▪ Beperking in levenskwaliteit
▪ Deterioratie vs. genezing
- Restitutio ad integrim (alsof schade nooit heeft plaatsgevonden) of met sekwellen
- Blijvende of partiële remissie (wegblijven ziekte) <-> recurrentie: terugkeer ziekte
- Evolutie naar chronische (progressieve) aandoening
▪ Dood
Behandeling van ziekte: ‘primum non nocere’: ten eerste geen kwaade doen
Aard van de behandeling
Evidence based
Empirisch: geen evidentie omdat de ziekte te zeldzaam is, maar werkte bij andere mensen
Experimenteel: je weet niet of het werkt, maar probeert het toch (mag niet)
Alternatief (complementair: afwijken van de gangbare zorg)
Doel van de behandeling
Causaal: oorzaak aanpakken
Organotroop: orgaan dat aangetast is proberen herstellen
Symptomatisch: gericht op symptomen
Palliatief: niet gericht op genezing, we proberen te verzachten bv. P in verminderd bewustzijn
Methode van de behandeling
Invasief: chirurgische ingreep
Niet-invasief: geneesmiddel, manueel (massage)