Evolutie en Biodiversiteit (2022/2023) Samenvatting Deeltoets 2
63 vues 8 fois vendu
Cours
Evolutie en biodiversiteit
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Uitwerkingen van de leerdoelen van Evolutie en Biodiversiteit deeltoets 2 bij Universiteit Utrecht. In deze samenvatting is alle tentamenstof verwerkt, waarbij gebruik is gemaakt van de hoor- en werkcolleges.
Samenvatting Evolutie en biodiversiteit deeltoets 2
Het dierenrijk – invertebraten.
Eigenschappen van dieren in het algemeen.
Dieren zijn heterotroof. Dit betekent dat de organismen zich voeden van anderen; ze zijn niet in staat
om anorganische stoffen om te zetten in organische stoffen. Na opname moeten de dieren het
voedsel verteren.
Dieren zijn multicellulair en hebben geen celwand. Ze hebben meerdere cellen. Een celwand komt
alleen voor bij bacteriën, planten en schimmels.
Dieren kunnen zich actief bewegen. Ze kunnen sessiel zijn, dit betekent dat ze vastzitten op de
bodem, maar kunnen zich dan alsnog in een bepaalde staat bewegen. Dit wordt mogelijk gemaakt
door zenuwcellen en spier/contractiele vezels.
Dieren planten zich geslachtelijk voort. Het diploïde (2n) stadium is overheersend. Lichaamscellen
zijn altijd diploïd, alleen geslachtscellen (gameten) zijn haploïd (n).
De ontwikkeling van zygote naar adult gaat volgens een vast patroon. Dit wordt gereguleerd door
hox genen (homeotische genen). Deze genen bepalen de identiteit van lichaamsonderdelen. De
ontwikkeling van zygote naar adult gaat soms via metamorfose (rups -> vlinder).
Het ontstaan van het dierenrijk
Choanoflagellata worden gezien als de directe voorouders van dieren. Het is een eencellig organisme
met een kraag en een flagel. Er is waarschijnlijk een kolonie van deze cellen ontstaan waarbij
sommige cellen zich gingen specialiseren. Hier ontstonden de eerste vormen van gastrulatie.
Soortgelijke kraagcellen worden ook gevonden bij porifera (sponzen), cnidaria (neteldieren),
platyhelminthes (platwormen) en echinodermata (stekelhuidigen). Daarnaast zijn er overeenkomsten
op DNA niveau gevonden.
Indeling diergroepen.
Dieren worden ingedeeld op grond van
verschillende evolutionaire stappen:
• Het ontstaan van echte weefsels
(770 MYA).
• Het ontstaan van radiale /
bilaterale symmetrie (680 MYA).
• De ontwikkeling van de
lichaamsholte, deuterostomia vs
protostomia (670 MYA).
,Ontwikkeling van een zygote
De zygote ondergaat een aantal klievingen. Dit zijn celdelingen waarbij geen celgroei optreedt. Er is
een balletje met cellen die even groot blijft, maar wel meer cellen krijgt. Eerst is er een stadium
waarin het balletje uit 8 cellen bestaat. Via een tussenstap wordt dit een blastula. Een blastula is een
holle bal van cellen, de holte aan de binnenkant wordt het blastocoel genoemd.
Het spijsverteringskanaal wordt aangelegd via een proces dat gastrulatie heet. In dit proces migreren
cellen van buiten naar binnen, om een spijsverteringsholte te vormen.
• Blastopore = opening die bij de gastrulatie ontstaat.
• Argentron = holte die bij gastrulatie ontstaat.
,Coelomen
Het coeloom is de lichaamsholte die ontstaat bij de gastrulatie. Er zijn drie verschillende soorten
coelomen.
• Acoelomaten = hebben geen coeloom. Er is wel een mesoderm, maar deze mesoderm vult
de holte op (platwormen).
• Pseudocoelomaten = de holte is eenzijdig bekleed met mesoderm, aan de kant van het
ectoderm (rondwormen).
• (Eu)coelomaten = er is een echt coeloom. De holte is tweezijdig bekleed met mesoderm
(ringwormen).
Weefsels
Er zijn drie verschillende soorten weefsels.
• Ectoderm = buitenkant.
• Endoderm = binnenkant.
• Mesoderm = tussen ectoderm en endoderm.
Parazoa (sponzen en plakdiertjes) hebben geen echte weefsels.
Eumetazoa hebben dit wel. Echte weefsels ontstonden ongeveer
770 MYA.
Het derde kiemblad ontstond bij de wormen. Dit is het
mesoderm. Hieruit ontstaat echt spierweefsel.
, Protostomia vs deuterostomia
Bij protostomia ontwikkelt de blastopore zich tot de mond. Bij deuterostomia ontwikkelt de
blastopore zich tot de anus.
Protostomia bestaan uit lophotrochozoa en ecdyzoa.
• Lophotrochozoa bestaat uit lophophoraten; dieren die een lophophore dragen. Dit is een
soort kroon van tentakels met cilia daarop die worden gebruikt voor voedselverwerving. En
de groep bestaat uit trochophoralarve.
• Edcysozoa is een groep van dieren die vervellen door middel van een exoskelet.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maudmiddendorp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.