Jade Orthopedagogiek 1.1 2017-2018
1.1: definiëring van de
orthopedagogiek
1.1 Inleiding
Orthopedagogie is een wetenschap die vooral in de tweede helft van de 20e eeuw een plaats heeft
gekregen binnen de sociale wetenschappen.
Alle diverse definities omschrijven alleen een object van een bepaalde studie, een domein, een doel van
bestudering.
Onderscheidend kenmerk
Klassieke benadering orthopedagogie: kind centraal
Moderne omschrijvingen: problematische opvoedingssituatie
1.2 orthopedagogiek vs pedagogiek
Pedagogiek/ opvoedingswetenschap, opvoedingsleer: de wetenschap waar het denken over de opvoeding
centraal staat, die dus het opvoeden als object heeft. De praktijk, de opvoeding zelf =pedagogie (afkomstig
uit het Grieks)
Wetenschap die de opvoeding bestudeert! Deze is gericht op het ‘normale kind’, het gaat hier om
problemen binnen de dagdagelijkse opvoeding.
Binnen de pedagogiek gaat men kijken naar de opvoedingsmodellen, welke factoren de opvoeding
beïnvloeden,..
Filmpje: inkopen doen. Als het kind dingen ziet liggen in de winkel gaan ouders kijken als ze gaan toegeven
of niet = opvoeding.
Pedagogiek bestudeert de ‘normale’ opvoeding
MFC: multifunctioneel centrum
Orthopedagogiek: de wetenschap die de bijzondere opvoeding als object heeft.
Het gaat om een opvoeding die anders is, afwijkend is. De focus wordt hier niet alleen gelegd op kinderen.
Het gaat om een persoon die binnen zijn ontwikkeling beperkt is. (Volwassenen, kinderen en ouderen).
• Van Gelder (1970), Kok (1984): ‘het kind’
• Van Gennep en Broekaert (1993): ‘mens’ – ‘persoon
Ortho: de juiste weg, de juiste richting
ORTHO pais = kind
agogein= leiden, gids, brenger
Paidagoogia = kinderleiding
ORTHOPEDAGOGIEK
PAIS
AGO-
GEIN
1
,Jade Orthopedagogiek 1.1 2017-2018
1.3 Orthopedagogiek vs ortho-agogiek
Ortho-agogiek: Hierbij wordt het domein van ‘het kind’ verlaten en wordt de nadruk meer gelegd op de
relatie tussen een opvoeder/begeleider en een volwassene.
Binnen de ortho-agogiek zijn de hulpvragers dus volwassenen.
1.4 Orthopedagogiek vs orthopedagogie
Orthopedagogiek: theoretische aspect van de hulpverlening benadrukken. Met andere woorden: de
wetenschap die de bijzondere opvoeding als object heeft. Wetenschap, theorieën, theoretische kaders.
(Ontwikkeling in de opvoeding wie zijn ontwikkeling belemmert is.
Het gaat om specifieke groepen zoals kansarmen, volwassenen met angststoornissen, verstandelijke
beperkten (verwerkingsproces bij de ouders).
Orthopedagogie: wanneer het gaat over de praktijk, het handelen in bijzondere opvoedingssituaties.
1.5 Algemene orthopedagogiek vs bijzondere orthopedagogiek
Algemene orthopedagogiek: Onderwerpen, problemen die gemeenschappelijk zijn alle beperkingen,
handicaps, die een algemeen karakter hebben.
Algemene thema’s
Bijzondere orthopedagogiek: specifieke problematieken, beperkingen en handicaps staan hier centraal. Het
gaat om inzichten in de mogelijkheden, moeilijkheden, vragen, talenten en uitdagingen van personen met
een beperking. Er worden antwoorden geformuleerd eigen aan elk afzonderlijk werkterrein.
Specifieke doelgroep
Oefening
Janne heeft een visuele beperking. Haar moeder vraagt advies omtrent de beroepskeuze van haar
dochter.
Bijzondere Orthopedagogie, want het gaat om een visuele beperking, de moeder vraagt om een handeling/
toepassing.
Juf Monica volgt een bijscholing over pesten
Algemene orthopedagogiek , theorieën en kaders over pesten
Het magenta-project leert ouders van kinderen met een beperking om hun tijd goed in te delen (time-
management) zodat er nog wat vrije tijd overblijft
Algemene orthopedagogie , het is een project, het gaat om zelf het te gaan doen (handeling).
Leendert bestudeert de geschiedenis van de gehandicaptenzorg in de 19e eeuw
Algemene orthopedagogiek omdat het om een theorie gaat
Wat is het verschil tussen een persoon met een matig verstandelijke beperking en een ernstige
verstandelijke beperking ?
Bijzondere orthopedagogiek omdat het om een beperking gaat
Hoe kan je doof geboren kinderen leren communiceren met hun omgeving ? orthopedagogie
Bijzondere orthopedagogie omdat het gaat om iemand die doof is
1.6 Definities orthopedagogiek
De Ruyter: onderscheid tussen klassiek en moderne definities die het doel en het object van de
orthopedagogiek verduidelijken.
2
,Jade Orthopedagogiek 1.1 2017-2018
Klassieke benadering: Afwijkende en het opvallende kind staat hier steeds centraal. Orthopedagogiek
omschrijft de ontwikkeling van afwijkende kinderen hier binnen.
Moderne benadering: problematische opvoedingssituatie wordt als onderscheidend kenmerkt gehanteerd.
Het is belangrijk dat we ons ook focussen op de situatie of context. Hier gaat het vaak om verontrustende
opvoedingssituaties (vos). Het kind kan door andere factoren OOK een bepaald gedrag stellen. Hier gaat
het dan ook meer over het handelen.
Paradigmaverschuiving: bril om te kijken naar de werkelijkheid
Dubbele verschuiving :
methodisch
medisch model -> orthopedagogisch handelen
Wat is er mis?
object
afwijkende kind -> gezinscontext
Wat is er nodig om zicht te ontwikkeling? Focus op symptomen
Beschrijven - behandelen
Deze paradigmawerking kan samengevat worden als: van defect denken (medisch model) naar interventie
(orthopedagogisch handelen).
2. Geschiedenis van de
orthopedagogiek
We bestuderen deze geschiedenis om de zorg, hoe die vandaag de dag georganiseerd is en waar ze
tekortschiet, te begrijpen.
2.1 Prehistorie
handicap = beledigde geesten… -> bezweringsrituelen
Oorzaak: demonische krachten
- natuurlijke selectie: deze bepaalt de slachtoffers. De zwakkeren en de
zieken hebben beperkte overlevingskansen.Er was geen plaats voor iemand
die niet kon bijdragen aan het voortbestaan van de groep.
- Hoe primitiever de samenleving, hoe negatiever de omgang met personen
die gehandicapt zijn
- zorg en bescherming in stamverband: zie afbeelding
- proberen te genezen…
2.2 Oudheid (tot +- 500 na christus)
handicap = onheilspellend, toorn van Goden -> offers brengen
Maatschappelijke selectie: De machthebbers stimuleerden in de periode een
beperking van het aantal geboortes omwille van economische en
demografische redenenn en de beklemmende bevolkingsdichtheid. Er was niet
genoeg voor iedereen, vandaar deze procedure.
handicap= onvolwaardig, nutteloos -> maatschappelijke selectie
Aangezien er niet voor iedereen voldoende voeding voorhanden was, werd een
selectie doorgevoerd. Getroffen maatregelen waren bijvoorbeeld de verplichte
geboortebeperking, het doden of te vondeling leggen van ongewenste
3
, Jade Orthopedagogiek 1.1 2017-2018
pasgeborenen,... .
- te kleine oogst
- overbevolking
Eugenetische motieven een rol om ongewenste kinderen weg te werken
Aantal burgers werden als wachters of de kalokagathia (dragers staatsideaal door hun uiterlijke schoonheid
en dergelijke).
Taak: evenwaardige kinderen voortbrengen
Kinderen met handicap waren voor deze filosofen: tegenpool en kregen het stigma van onvolwaardigheid en
nutteloosheid. Misvorming werd dus beschouwd als een politieke fout en had ingrijpende gevolgen.
Gewenste kinderen bij wie pas later een gebrek werd gesignaleerd, hadden meer geluk, ze hadden recht
om te blijven leven.
Handicap = onvolwaardig, nutteloos
UITZONDERINGEN…
- … rijke, intelligente blinde personen
- … Hippocrates
Hippocrates : ‘wat de natuur voortbrengt moet door de medicus bewaard en gered worden.’
2.3 Vroege middeleeuwen (Middeleeuwen (500-1500))
handicap = straf van God, duivel… -> eigen schuld, dikke bult !
Naastenliefde bleef hier nog steeds beperkt, van behandeling was er helemaal geen sprake (waarom zou
men iemand genezen als een straf of reiniging van de ziel?)
Bv: lepra: een zonde in deze wereld. Melaatsen werden aks marginaal en eerlos beschouwd en ze hadden
schrik voor besmetting.
Christelijke cultuur zorgde voor een mildere kijk op de idioten of de gebrekkigen
in de Middeleeuwen namelijk van overtuigd dat elke ziekte door God gewild was. Lijden en ziekte waren
bijgevolg ofwel een straf van God, ofwel een werk van Satan ofwel een gerechtelijke straf. De schuld wordt
dus bij het individu of diens ouders gelegd: zij moeten boeten voor hun zonden. Deze personen waren dus
niet welkom in de maatschappij en werden uit de kerkgemeenschap en samenleving geweerd.
2.4 Late middeleeuwen
handicap = minderwaardig
- Christelijke naastenliefde staat hier centraal, barmhartigheid (nog geen medische behandeling !)
- Liefdadigheid of caritatieve zorg erg belangrijk
- kloosteroorden (monniken)—> opvang minderbedeelden
- dorp -> tolerantie, maar ook amusement
- beginnende differentiatie: de groep was ruim, armen, wezen, zieken en gehandicapten.
Vanaf 11e eeuw (latere middeleeuwen)
- ideaal van burgerlijke deugdelijkheid…
- stedelijke instellingen nemen de zorg voor ‘gebrekkigen’ over… (godshuizen, dolhuizen,..)
- segregatie van personen met een beperking (‘pesthuizen’)
- geen behandeling
4