Samenvatting Psychologie, een inleiding - Inleiding psychologie
18 vues 1 fois vendu
Cours
Établissement
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
Psychologie, een inleiding
Enorm uitgebreide samenvatting meer dan 110 pagina's vol met alle begrippen, voorbeeld situaties en foto's uit het boek. Kortom alles wat je moet weten voor je tentamen
Summatieve toetsing
Summatieve toetsing wil zeggen de toets waarvoor je een cijfer en studiepunten krijgt. De
summatieve toets bestaat uit 40 mutliple choicevragen. De toets heeft een cesuur van 65%, wat
betekent dat je 26 vragen van de 40 vragen goed beantwoord moet hebben voor een 5,5. Het
eindcijfer van de toets moet minimaal een 5,5 zijn en levert je 5 ec’s op.
, Wat je niet uit je hoofd hoeft te leren voor de toets:
- Veel figuren zijn dus de moeite waard om wel te leren, maar toch zeker niet alle! Bijvoorbeeld
figuur 8.4: is niet te doen, en bovendien weinig zinvol, om stukjes eeg-uitslag uit je hoofd te gaan
leren. Figuren die grafieken zijn, zoals het geval is in fig 8.8, moet je natuurlijk ook niet uit je hoofd
leren. Figuren die eigenlijk tabellen zijn maar door de uitgever 'figuur' worden genoemd (zoals figuur
10.2, blz 410) moet je ook zien als 'illustratiemateriaal'en niet als toetsstof. Soms staat er een vrij
complex figuur in het boek terwijl er maar een paar regeltjes tekst over in het boek staan (zoals
figuur 9.8 blz 378) dan is dat figuur duidelijk ook niet zo heel belangrijk. Ga de betekenis van elk
kleurvakje van dekegel van Plutchik dus ook zeker niet uit je hoofd leren!
- De tabellen in het boek
- Jaartallen van onderzoek(ers)
- De meeste namen van onderzoekers. Grondleggers van de psychologie vinden we wel weer zo
belangrijk dat we verwachten dat je hun naam kent en hun belangrijkste verdienste kent. Wie zijn
dan die grondleggers? Denk hierbij aan namen als Freud, Wundt en Rogers. Dat zijn namen die ook in
het hoofdstuk uitgebreid aan bod komen. We willen vooral dat je hun ideeen / theorieen kent. Je zult
geen 'simpele' toetsvraag krijgen waarbij we alleen maar naar de naam vragen zoals "Hoe heet de
psycholoog met dat baardje uit Wenen? Je zou wel een vraag kunnen krijgen als "Traumdeuting (dat
wil zeggen het verklaren van de inhoud van dromen) is een techniek die werd gebruikt in de
psychotherapie. Wie is de grondlegger van deze vorm van therapie?"
- Bij de meeste hoofdstukken is de inleiding van het hoofdstuk, het stuk voor de eerste kernvraag,
een 'opwarmertje' en bevat nog weinig toetsbare informatie. In dat stuk staan meestal wel een paar
begrippen die je moet kennen om de rest van het hoofdstuk goed te kunnen begrijpen. Je kunt dus
wel een enkele toetsvragen krijgen over dit inleidende deel maar je kunt meer toetsvragen
verwachten over de daaropvolgende paragrafen.
- In elk hoofdstuk zitten groene blokken met soms verdiepende informatie, of een testje of een
bijzondere casus. Dit is geen toetsstof. Maar wel interessant om te lezen!
- Hoofdstuk 2: de preciese werking van het actiepotentiaal (figuur 2.5 en blz 56 in de 8e editie)
- Hoofdstuk 9: tweefactortheorie over emotie van Schachter. Maar let op! De theorieën van James-
Lange en van Cannon-Bard over het ontstaan van emoties moet je weer wél kennen!
- Hoofdstuk 10: de schrijver gebruiken in dit hoofdstuk een doorlopend voorbeeld met de
persoonlijkheid van mevrouw Mary Calkins. Informatie over Calkins moet je niet uit je hoofd leren. In
het (zeldzame) geval dat je een vraag krijgt waarin haar naam voorkomt dan stoppen we voldoende
informatie in het verhaaltje voorafgaand aan de vraag zodat je de vraag kan beantwoorden.
- En natuurlijk een hoop details waarvan je zelf ook al wist dat het onbelangrijk is voor de toets zoals
paginanummers, kleurtjes etc.
En dan nog iets:
- Er zijn ook delen in het boek die lastig toetsbaar zijn omdat ze zich niet goed leven voor het
opstellen van multiple choice vragen. Over die delen zou je een enkele vraag kunnen verwachten
maar dat zal nooit veel zijn. En dan hebben we het over de volgende delen: Hoofdstuk 1 -
kernvraag1, Hoofdstuk 5 - kernvraag1, hoofdstuk 9 - kernvraag 5 en hoofdstuk 10 - kernvraag 4.
,Hoofdstuk 1 Geest, Gedrag en Psychologische wetenschap
Beoordelingsaspecten:
- Wat is psychologie en wat is het niet
- Wat de belangrijkste perspectieven van de psychologie zijn
- Hoe psychologe kennis vergaren
1.1 Wat is psychologie en wat is het niet
Psychologie: Wetenschap van gedrag en geestelijke processen
het terrein van de psychologie beslaat zowel interne geestelijke processen als externe waarneembare
gedragingen
De letterlijke vertaling van psychologie is ‘de studie van de geest’
Psyche = Geest
-logie = Het gebied van studie
3 soorten psychologen
1. Experimenteel psycholoog (onderzoekspsycholoog): dit is de kleinste groep van de 3, deze
psychologen voeren onderzoek uit dat nieuwe psychologische kennis creëert. De meeste zijn
werkzaam bij een universiteit waar ze tevens lesgeven. Ze kunnen ook werkzaam zijn bij bijvoorbeeld
bedrijven of onderzoeksinstellingen.
2. Docent psychologie: geven les op professionele bachelor opleidingen en universiteit
3. Toegepast psycholoog: Gebruikt de kennis die door experimenteelpsychologen is vergaard, om
problemen van mensen op te lossen d.m.v. trainingen.
Specialisaties als toegepast psycholoog
1. Arbeids- en Organisatiepsychologen: hebben zich gespecialiseerd in aanpassingen aan de werkplek
die de productiviteit en arbeidsmoraal van werknemers moet maximaliseren
2. Sportpsychologen: Helpen atleten hun prestaties en motivatie te verbeteren
3. Schoolpsychologen: zijn deskundig op het gebied van lesgeven en leren. Ze diagnosticeren leer- en
gedragsproblemen en adviseren leeraren, ouders en leerlingen
4. Klinisch psychologen en counselors: Helpen mensen zich aan te passen op sociaal en emotioneel
gebied, of om moeilijke keuzes te maken
5. Forensisch psychologen: leveren hun psychologische expertise aan het wets- rechtssysteem
6. Omgevingspsychologen: proberen de interactie met onze omgeving en het milieu te verbeteren
7. Gerontopsychologen: Helpen ouderen met hun gezondheid en welzijn en om te gaan met leeftijd
gerelateerde problemen.
, 1.1.2 Psychologie is geen psychiatrie
Psychiatrie is een medisch specialisme en maakt geen deel uit van de psychologie.
1.1.3 Kritisch nadenken over psychologie en pseudopsychologie
Pseudopsychologie: niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd. Zoals astrologie, handlezen etc
6 vaardigheden voor kritisch denken
1. Wat is de bron?
heeft degene die de bewering doet feitelijke kennis of op zijn allerminst advies heeft gehad van
iemand met de noodzakelijke expertise. Heeft degene geen profijt (in de politiek of financieel
bijvoorbeeld) van deze bewering.
2. Is de bewering redelijk of extreem?
voor moeilijke problemen bestaan zelden eenvoudige oplossingen. Sceptisch zijn over beweringen
die als doorbraak of revolutionair worden gezien. Wees ook kritisch als de beweringen in strijd gaan
met de bestaande kennis.
3. Wat is het bewijsmateriaal?
1 van de belangrijkste richtlijnen bij kritisch denken, bijvoorbeeld mensen die een bewering doen na
het meemaken van een situatie kritische denkers weten dat dit anekdotisch bewijsmateriaal is. Dit
bestaat namelijk uit een ervaring van enkele mensen
4. Kan de conclusie beïnvloed worden door bias?
Bias: een vooroordeel, vervorming of vertekening meestal op basis van persoonlijke ervaringen en
waarden
Emotionele bias: De neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in plaats van
op een rationele analyse van het bewijsmateriaal
Confirmation bias (bevestigingsbias): De neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te
negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan informatie op de zoeken waar je het wel mee
eens bent
Bevestigingsbias-modus: hersenen kunnen fysiek de bevestigingsbias-modus inschakelen, dit
blokkeert de hersenbanen die een rol spelen bij redenering af.
5. worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
De meest voorkomende denkfout is ‘gezond verstand’ een 2e voorbeeld van een logische denkfout is
dat we vaak aannemen dat 2 dingen tegelijkertijd voorkomen dit heet correlatie-causaliteit-denkfout
omdat mensen nu eenmaal dingen willen verklaren trekken we een foutieve conclusie bijvoorbeeld:
er is een verband tussen het aantal verdrinkingen in een zwembad en het aantal verkochte ijsjes. Er
is sprake van een correlatie omdat het beide meer gebeurd bij warm weer. Maar niet van causaliteit.
6. Zijn voor het oplossen van de problemen verschillende invalshoeken nodig?
een complex probleem dat bestaat uit meerdere facetten is een complexere oplossing nodig. Er moet
gekeken worden naar meerdere invloeden bijvoorbeeld: leren, sociale invloed of
persoonlijkheidstrekken.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur romyvanwaard1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.