TERM BETEKENIS
In medias res Stuk dat midden in de handeling begint. Zoals Homerus’ Odysseia/ Illias.
Aoidos Aanhef van epen die door een bard wordt uitgevoerd, hij richt zich tot de
Muzen wie hij vraagt te zingen. Is slechts een bemiddelaar van de zang dat
van goddelijke oorsprong is. Hij brengt dus contact tussen de mensen en de
goden.
Homerische vgl Typisch voor het episch vertellen, uitgesponnen vergelijkingen. Bv.:
Odysseus wordt vergeleken met een jammerende vrouw
Epitheton ornans Standaardkarakterisering. Lett: epitheton ter versiering. Komt voort uit de
orale traditie, bijvoeglijke naamwoorden zonder dat ze betekenis hebben
voor het verhaal.
Bv: de zee is wijnrood, snelvoetige Achilles
Rapsode Na de aoidos werd de epische poezie voorgedragen door rapsoden, d.w.z. ze
leerden de teksten vanbuiten ipv de aoidos die zelf nog moesten dichten.
Hexameter Tekst: dactylische hexameter= metrum van 6 keer een dactylus (lang kort
kort) --Sappho
Monodische zang Metrische patronen eenvoudiger dan koorliederen, onderwerpen zijn zeer
uiteenlopend en verwijzen naar de persoonlijke levenssfeer van de dichter.
Niet geheel persoonlijk, tendens tot generalisering. Poezie is extravert, en
ontstaat in de publieke ruimte maar kleinere schaal dan koorzang. 3
subgenres: elegisch, jambisch, melisch. Ouden zelf maakten geen
onderscheid tussen monodische zang en koorlyriek, elegische en jambische
behoren strikt genomen niet tot de lyriek aangezien ze gereciteerd worden
en niet gezongen.
Elegische poezie Klagend van karakter en het elegische distichon is een dactylische
hexameter gevolgd door een dactylische pentameter.
Jambische poezie Spottende inhoud. Als versvoet, kort lang en leent zich daarom ook tot
minder verheven onderwerpen.
Melische poezie Meest melodieuze, gezongen onder begeleiding van een snaarinstrument.
Word opgebracht in private context: liefdesliederen, drinkliederen of
strijdliederen. Vrij kort, strofisch opgebouwd met in elke strofe verzen van
gelijke lengte.
Dithyrambe Dithyambe is een vorm van koorzang, lofzang (koorlied) waarbij wordt
gedanst onder begeleiding van een fluit en een scene uit het leven van
Dionysus wordt afgebeeld. Corinthische schrijver Arion zou de eerste
geweest zijn die de dithyrambe verhief tot literair product. Uit de
dithyrambe zou de tragedie ontstaan zijn doordat koorleiders zich gingen
afsplitsen. De koorleider gaat nu een of meerdere personages incarneren en
treedt met de rest van het koor in dialoog.
Orchestra Plek waar de dithyrambe werd gedanst en waar aanvankelijk een altaar
stond. Waar aan het begin van de Dionysia een dier werd geofferd, soms
een bok (tragos). Rondom deze orchestra gaat het publiek zitten, later gaat
het publiek zitten in een halve cirkel met opklimmende treden eerst in hout
later in steen.
Skene Aan de andere kant van het orchestra, waar de acteur zich kan omkleden en
van masker wisselen. Kan na verloop van tijd ook het decor gaan
voorstellen. Voor de skene wordt een logeion geinstalleerd, een ruimte waar
de acteur optreedt.
Parodos Zijkant langs waar het koor de orchestra betreedt en de acteurs het logeion,
, linker parodos= de imaginaire ruimte buiten de stad, rechter parodos= komt
van de stad.
Deus ex machina God komt neergedaald uit de lucht tijdens een plotse onverwachte
ontknoping dmv een machine.
Prologos Een monoloog of een dialoog
Episodion Opkomst van een nieuw personage, dialoog met het koor of met een ander
personage
Stasimon Gezongen koorinterventie (combinatie epeisodion stasimon wordt meerdere
keren herhaald)
Exodos Uittredelied van het koor
Mimesis Nabootsing van de werkelijkheid, handelend nadoen, enkel dramatiek valt
hier dus onder volgens Aristoteles.
Hamartia Een misrekening, fout van een centraal personage in de dramatiek die hij of
zij niet altijd ziet. Toch doet dit personage ergens in het stuk een ontdekking
of komt hij tot inzicht.
anagnorisis Benaming voor hamartia door Aristoteles. (moeilijk deze elementen te
herkennen in koning oedipus van sophocles)
Imitatio Imiteren, nadoen van literatuur.
Aemulatio Werken proberen te overtreffen, te verbeteren.
Epigram (of puntdicht) Kleinere en kortere literair genre, kort bondig gedicht met een woordspeling
of pointe. Favoriet van Martialis.
Retorica
Inventio Men leert hoe argumenten te bedenken (inventio) ze vervolgens te
articuleren en op te bouwen tot een redevoering (dispositio) en ze met
Dispositio behulp van stijlfiguren te vertolken (elocutio). Retorica leert ook de kunst
van het onthouden (memoria) aan en die om een rede op adequate wijze
Elocutio naar voor te brengen (actio). De retorica doordringt niet de redevoering als
dusdanig maar zij heeft ook een duidelijke impact op alle Latijnse literaire
genres.
Memoria
Actio
Codex Ontstaat in de late oudheid is afgeleid van het Latijnse houtblok nl. caudex.
Staat voor een aan 1 zijde gebonden boek dat stilaan de boekrol gaat
vervangen. In een codex kan men bladeren en het bevat meestal meerdere
handschriften. De drager van deze manuscripten in de middeleeuwen is
bijna altijd perkament, dat het minder duurzaam is papyrus te verdringen.
Duikt voor het eerst op in de 1e E n C en christelijke teksten worden in
codexen doorgegeven.
Apocrief Teksten die door de echte auteur worden toegeschreven aan een ander. De
werkelijke auteur blijft anoniem maar trekt wel het prestige van beroemde
schrijvers naar zich toe.
Keltische materie Kerstening van Ierland door Saint Patrick Keltische verhalenschat wordt
opgeschreven door monniken met Latijns Christelijke achtergrond en dus