Samenvatting oftalmologie
Examen = 40 MKZ met 4 antwoordopties
ANATOMIE, FYSIOLOGIE EN HISTOLOGIE VAN HET OOG EN HET VISUELE SYSTEEM
1. Oogbol
1.1 inleiding:
- Oogbol:
o Gelegen in de orbita
o Sfeer met een gemiddelde voorachterwaarste
diameter van 24,2 mm
§ Bijziend oog: te groot oog
§ Verziend oog: te klein oog
- Ondersteund door accessoire structuren (adnexen):
o Oogleden
o Conjunctivae
o Traanapparaat
1.2 sclera-cornea: vormen samen stevig omhulsel zodat bolvorm oog behouden blijft
- Buitenste laag van de oogbol: (harde oogrok) of sclera. Is het witte deel van het oog.
o Sclera: geringe bloedvoorziening via ciliaire arteriën
- Voorste gedeelte van deze laag vertoont een sterkere kromming en is glashelder doorzichtig:
hoornvlies of cornea
o Gemiddelde corneale diameter: 12 mm
o Gemiddelde corneale dikte: 600 µm
o 5 lagige opbouw van de cornea:
! in 2013 ontdekte Dua een 6e,
acelullaire laag tussen het
stroma en de membraan van
Descemet = het pre-descemet
of membraan van Dua.
o Opbouw en functie:
§ Corneale helderheid:
• Cornea lamellen: parallelle opbouw
• Pompfunctie van de endotheelcellen
o Het endotheel is een eencellige dunne laag die in de loop van
het leven cellen verliest.
o Het endotheel is essentieel voor het behoud van de helderheid
van de cornea.
§ < zorgt ervoor dat het stroma in ontwaterde toestand
wordt gehouden
§ Corneale gevoeligheid: rijk aan sensibele zenuwuiteinden
§ Cornea: niet gevasculariseerd
§ Voeding via het pompmechanisme vanuit kamerwater in de voorste oogkamer
1
,1.3 Voorste oogsegment: tussen voorzijde cornea en achterzijde lens
Cornea gaat over in de sclera.
- Achterste oogkamer:
o wordt aan de voor- en zijkant begrensd door het achtervlak van de iris en het corpus
ciliare, en aan de achterkant door de lens en het voorste glasvochtmembraan.
o wordt doorkruist door de ophangvezeltjes van de lens, de zonulae ciliares (membraan
van Zinn)
o volume 0,06 ml
- Voorste oogkamer:
o Begrensd aan de voorkant door achterzijde cornea, achterzijde door iris en voorste
kapsel van de lens
o Afstand: 3 mm, varieert wel met de aslengte, accommodatietoestand (bolling van de
lens) en de LT (dikte van de lens)
o In de kamerhoek (=overgang van cornea naar iris en corpus ciliare) bevindt zich:
§ veneus netwerk
§ sinus venosus sclerae met kanaal van Schlemm
§ losmazig trabekelsysteem: reticulum trabeculare
à afvloed van het kamerwater
o kamerwater bereikt het veneuze netwerk via het trabekelsysteem, dat de voorste
oogkamer afgrenst van de sinus venosus sclerae
§ vanuit sinus venosus wordt het vocht naar naburige watervenen gevoerd
§ DUS de route van kamerwater: corpus ciliare – achterste oogkamer – pupil –
voorste oogkamer – sinus venosus sclerae
à beide kamers gevuld met oogkamerwater (itt achtersegment = gevuld met gelachtig glasvocht!)
1.4 Lens
- Embryologie:
o eerste twee weken na conceptie: blaasje in het ectoderm vormt lensplacode
o door een instulping ontstaat de lensgroeve waaruit het lensblaasje afgegrensd wordt dat
aan de binnenzijde bedekt is met
epitheelcellen.
o deze epitheelcellen delen verder en
vormen de lens.
- kenmerken :
o Voeding wordt verzorgd vanuit het
voorkamervocht dat door kapsel diffundeert.
o Actief transport ovv kationenpomp
- lens = eiwitrijkste orgaan van het lichaam (eiwitgehalte: 35%)
- structuur:
o Biconvexe, avasculaire heldere structuur: 9 mm diameter en 4 mm dik
o Over 360°opgehangen aan de zonulaire vezels, verbonden met het corpus ciliare
o Omhuld door het lenskapsel, opgehangen en uitgespannen binnen de ring van het corpus
ciliare
2
,- Functie:
o Licht doorlaten
o Lichtstralen bundelen
o Het beeld dichtbij scherp stellen (accommodatie)
§ Ontspannen van m. ciliaris: diameter van de corpus ciliare maximaal à
lenskapsel maximaal aangespannen door de zonulae (lensbandjes) à lens plat:
normale dioptrische sterkte. = als we ver kijken.
§ Contractie van m. ciliaris: diameter van corpus ciliare kleiner à zonulae worden
slapper à lens boller: brekend vermogen van de lens vergroot. = als we dichtbij
kijken bv lezen.
CAVE accomodatievermogen daalt ifv de LT
§ Eerste levensjaren: 18 D (dioptrie)
§ 30-jaar: 7D
§ 40-jaar: 4,5 D
§ 45-jaar: 2,5 D
§ Op 65-jarige leeftijd resteert er vrijwel geen enkel accommodatievermogen =
presbyopie
o Werkt als UV-filter !!
- Lens – cornea – samenwerking
o Cornea en lens: voornaamste onderdeel van het optische systeem van het oog.
o Door het verschil in brekingsindex tussen lucht en water en de kromming van de cornea
is het aandeel van de cornea (42 D) in de totale lichtbreking (refractie) van het oog
(ongeveer 58 D) groter dan dat van de lens. D = dioptrie
1.5 Uvea
3 delen:
1) Choroidea (vaatvlies): bloed wordt aangevoerd via het arteriele ciliaire netwerk (=aftakking a
ophalmica) en afgevoerd via vv vorticosae
a. Lamina vasculosa: grote vaten buitenkant
b. Lamina choriocapillaris: laag fijne vaatjes binnenkant
i. Dicht vlechtwerk van vaatjes vooral in de fovea centralis à is volledig
aangewezen op voorziening vanuit de choroidea!
c. Bruch’s membraan: basaalmembraan van pigmentblad van retina
2) Corpus ciliare (straallichaam)
o Functies:
§ Productie van voorkamervocht
• gaat vanuit het achterste oogsegment door de pupil naar de voorste
oogkamer
• wordt afgevoerd ter hoogte van de hoek van de voorste oogkamer
(trabeculum). Traject goed kennen zie foto onderaan !!
§ Lensophanging: over 360 °opgehangen aan de zonulaire vezels, verbonden met
het corpus ciliare. Toepassing: Marfan syndroom à lens gaat disloceren omdat
de ophanging stuk is.
§ Accommodatie (bevat m. ciliaris): bevat circulaire spiervezels (m.ciliaris) die de
zonulae doen opspannen en relaxeren en zodoende de ooglens een wisselende
scherpstelling geven voor objecten veraf en kortbij (= accommodatie).
3
, 3) Iris (regenboogvlies)
- Iris: diafragma rond een centrale opening,
de pupil
- Twee gladde spiertjes reguleren de
pupilgrootte:
o m. sphincter pupillae (parasympathische innervatie)
o m. dilator pupillae (sympathische innervatie)
- De pupil regelt de hoeveelheid licht die op de retina terechtkomt en zorgt voor een optimale
diameter waardoor het beeld op de retina scherp is.
o Gemiddelde pupilopening: 3 mm
o Isocorie: pupillen even groot
o Anisocorie: fysiologisch/pathologisch. Patho bv. n oculomotorius parese.
o Mydriase: max dilatatie 8 mm
o Miose: max contractie 1,5 mm
è Opm: jongeren hebben een relatief wijde pupil, bij ouderen wordt de pupil in toenemende
mate kleiner en stugger. Tijdens de slaap en bij vermoeidheid zijn de pupillen klein
(parasympathicotonie), bij opwinding wijd (sympathicotonie).
1.6 achterste oogsegment: achter het achterste lenskapsel
= alles van het oog wat achter de lens ligt tot aan de oogzenuw = grootste deel vh oog
1) vitreum of glasvocht:
o Helder avasculair gelatineus lichaam
o Vult de ruimte begrensd door de lens, retina en de papil (=oogzenuw) op met glasvocht
o Glasvocht: circa 4,5 ml: grootste volume (65%) van de drie compartimenten van het oog.
o Fibrillair netwerk: 98% water en 2% collageen en hyaluronzuur
o Pathologie: degeneratie, glasvochtloslating,…
à notitie uit les: Bij geboorte allemaal heel helder vitreum maar snel komen er draadvormige
structuren in en wordt het degeneratief. Op bepaalde LT kan er glasvochtloslating gebeuren af de
retina en dat is vrij banaal maar geeft symptomen zoals lichtflitsen, draadvormige zwarte
structuren in het beeld, … door de tractie op de retina. Zijn zelfde symptomen als netvliesloslating
dus DD!
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisedewever1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.