Sociale en Politieke leerstelsels
INLEIDING
1. Emancipatie
- Samenleving: gedwongen ongelijkheid te rechtvaardigen ->Thomas Piketty
(wereldberoemde econoom)
- Emancipatie: het streven naar een volwaardige plaats i/d samenleving vanuit een
achtergestelde positie -> via gelijkrechtigheid, zelfstandigheid of formele
toekenning gelijke rechten en gelijkstelling voor de wet
- Meer greep op eigen levensomstandigheden: vooruitgang
• Materieel en immaterieel (rechten en plichten)
• Optimismekloof (Bregman): optimistisch tov eigen leven, vrezen toekomst mensheid
(bv klimaat)
Hans Rosling (2018) -> verklaarde deze kloof doordat de mensen beschikken over drama-instincten die
hen een overdramatisch wereldbeeld geven
- Emancipatie, vrijhied en gelijkheid: onverdeeld over de wereld
• Mensen willen ongelijkheid verhelpen of in stand houden -> politiek/
maatschappelijke strijd -> politieke strijd met taal (overtuigen met lezingen,
media)
- Vormen aannemen: politieke of revolutionaire bewegingen
• Ideologieën/discoursen: mensen willen legitimeren (normaliseren vb. armoede)
- Emancipatiestrijd: niet iedereen wilt veranderingen -> machtsconflicten (ideologische strijd)
- Emancipatie impliceert dat individuen en groepen steeds meer greep krijgen op de eigen
levensomstandigheden, wat vooruitgang impliceert
- Economen zagen dat sinds 1980-1990 -> ongelijkheid id wereld gestegen, vooral toename
van ongelijkheid in geindustrialiseerde en ontwikkelde wereld.
- 2 eeuwen van geforceerde ongelijkheid -> door imperlialisme & kolonialisme
Imperialisme : Streven naar Politieke, economische en culturele dominantie van een land over andere
landen
Kolonialisme : Een land zen eigen kolonies vestigt en controleert over andere gebieden
- Gebied van gezondheid en levensverwachtingen -> daling van ogelijkheid tussen landen
maar stijging binnen landen (klassenongelijkheid)
Emancipatiestrijd -> proces vol spanningen, conflicten en tegenstrijdigheden tss groepen
(vooral tussen sociale klassen) (bv ene groep streeft naar veranderingen, anderen naar
behoud).
Vele machtsconflicten
1
, 2. Ideologie
- Een ideologie is een geheel van ideeën en opvattingen dat aan de sociaal-politieke
verhoudingen vorm wenst te geven
- Descriptieve en normatieve opvattingen (zowel pos of neg)
- Geheel van ideeen dat grip probeert te krijgen op de maatschappij zoals die is (descriptief)
en hoe die zou moeten zijn (normatief)
- Verschillende ideologien kunnen verschillende centrale concepten gebruiken of afwijkende
definities over hetzelfde begrip (bv vrijheid)
- Moeilijk te definieren
- Dynamisch: veranderd adhv bepaalde uitgangspunten
- Poging om vat te krijgen op sociopolitieke omgevingen
- Dynamisch
- Louis Destutt de Tracy (21/04/1796)
• Idéologie voorstellen aan Insitut Nationale des Sciences et des Arts in Parijs
• ‘wetenschap van het denken’
• Menselijk handelen en denken in rationele wetten -> verklaren maatschappij
• menselijk handelen en denken in rationele wetten vatten zodat de hele maatshappij
verklaard kon worden (wel een goed startpunt)
- Andrew Heywoods
• Geheel ideeën dat de basis vormt voor georganiseerde politieke
actie -> machtssysteem behouden, aanpassen, verwerpen
- Politieke ideologie:
• geheel ideeën en opvattingen dat de sociaal-politieke verhouding vorm wilt geven.
• omvat opvattingen (positieve en negatieve): poging vat te krijgen
op de sociopolitieke omgeving zoals die is (descriptief) + hoort te
zijn (normatief)
- Geen wetenschap, wel wetenschappelijke elementen
- Uitspraak over grenzen, eigendom -> weerspiegeling politieke keuzes v/e
maatschappij om ongelijkheid vorm te geven
- “1 enkele stelling is geen ideologie, meerdere die in verband staan wel”
2
, - Ideologie is dus geen wetenschap, heeft wel wetenschappelijke elementen,
ideologieen doen uitspraken over grenzen, eigendommen, weerspiegelen keuzes
die in een bepaalde maatschappij worden gemaakt
2.1. Ideologische strijd
- Ideologische strijd: ≠ centrale concepten en ≠ interpretaties van = concepten ->
concurrentie (kritiek andere ideologieën, ook binnen ideologische families vb.
liberalisme/neoliberalisme) ze geven dus kritiek op andere concurrende ideeën
- Begrijpen hoe ideologien in historische context functioneerde? Zelf vaak beinvloed door
ideologien…
- Altijd gevaar voor presentisme; het anachronistisch introduceren van hedendaagse ideeen
en zienswijzen in interpretaties van het verleden
- Concept probleemruimte -> David Scott -> historisch geconstitueerde discursieve ruimte,
context van argumentatie waarbinnen geheel van vraag & antwoord wordt geformuleerd,
identificeerbare conceptuele en ideologisch-politieke belangen horizon.
- Elke ideologie probeert geprivilegieerde groep te mobiliseren & verdedigen.
- Ideologie is meer open dan Doctrine
• Als Ideologie geen dynamische verandering meer heeft -> doctrine
• Doctrine: gecodifieerd geheel van opvattingen dat sociaal-politieke
verhoudingen wil vormgeven en wordt afgekondigd door een officieel orgaan
of instelling
- Wetenshap en ideologie overlappen deels
- Freeden:
• ‘those systems of political thinking, loose or rigid, deliberate or unintended,
through which individuals and groups construct an understanding of the
political world they, or those who preoccupy their thoughts, inhabit, and
then act on that understanding’
• Botst met Marxisme: ideologie= vervorming van de maatschappij ->
sociale wetenschappen= zoektocht verborgen ware aard
maatschappij
• Wetenschappelijke theorie en ideologie: Reflexieve houding:
wetenschap en ideologie overlappen elkaar maar vallen niet samen
• Deze analyse breekt met de klassieke marxistische visie op ideologie
• Men wil werkelijkheid begrijpen
- Sociale wetenschap -> zoektocht naar kennis over de verborgen ware aard
van de maatschappij.
- Marxistische discussie over ideologie -> Maatschappij heeft een
verschijningsvorm die niet overeenkomt met haar ware aard, voor marx
was ideologie dus wat de tegenstrijdigheden van de maatschappelijke
werkelijkheid verbert. “sociale wetenschappers -> verhullen vd
werkelijkheid via foutieve wetenschappelijke uitgangspunten”, Alleen
socialisme van Marx was echte wetenschap (legde de inherente
3
, tegenstellingen vd kapitalistische, burgerlijke samenleving bloot)
- Ideologien stellen doelen voorop om politieke acties van mensen te verklareen,
rechtvaardigen en orienteren naar bepaald doel. (politieke acties om sociale orde te houden
of wijzigen of op revolutioaire manier willen heruitvinden)
Daarom kan je socialisme als ideologie behandelen
Ideologien en sociale theorien vertrekken vanuit specifieke aannames, verklaren sociale wereld,
waarom die verandert. Maar VERSCHILLEN :
*Sociale theorieën zijn conditioneel (wetenschap staat open voor discussie)
*Feitelijke onderbouwde argumenten aanvulbaar voor sociale theorieen ( ze kunnen
nuanceren,bekritiseren, invalideren,…)
*Streeft objectiviteit na
*Baseert op rede, staat open voor weerlegging
Terwijl Ideologieën :
*vasthoudend aan doel om zekerheid, duidelijkheid te verschaffen
*Afgesloten, compleet en afgewerkt (zeggen ze zelf) (nuancering en vertwijfeling is niet
beste basis voor politieke acties te snappen)
2.2. Wetenschappelijke theorie en ideologie
- Gelijkenissen: bevat set van aannames en startpunten, legt uit hoe de sociale wereld
eruit ziet, legt uit hoe en waarom de wereld verandert, rijkt een systeem van
concepten en ideeën aan, verduidelijkt relaties tussen concepten, verschaft een
gerelateerd systeem van ideeën
- Verschillen:
2.3. Het opzet van het boek
- Kritische inleiding centrale ideeën moderniteit: vrijheid, gelijkheid,
solidariteit en broederlijkheid
- Sociale theorieën: conditioneel: we kunnen nooit alles weten -> neutraal zijn=!
- Ideologieën: absolute zekerheid, geloof in iets, dynamiek -> verschillen binnen ideologieën
- Praktische afwegingen:
1. Hoeveel feiten? Welke selectiecriteria? (18)
2. Welke denkers en ideologen?(19) -> niet enkel blanke denkers
4