Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting voor de minor Opvoedvraagstukken. Cijfer: 9,3! €6,49   Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting voor de minor Opvoedvraagstukken. Cijfer: 9,3!

 97 vues  6 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

In dit document is alle literatuur samengevat die je nodig hebt voor het tentamen Opvoedvraagstukken. Het is puntsgewijs samengevat, zodat je geen lappen tekst hoeft te lezen.

Aperçu 4 sur 75  pages

  • 13 novembre 2023
  • 75
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
OPVOEDVRAAGSTUKKEN



FSWE-MINOR-1E
ROSALIE VAN LAAR
B3 – CRIMINOLOGIE




Leerdoelen 3.1:
 Beschrijven van de belangrijkste pedagogische stromingen door de eeuwen heen;
 Beschrijven van demografische ontwikkelingen van diverse gezinscontexten,
gezinsontwikkelingen en opvoedcontexten;
 Kritisch beschouwen van de invloed van verschillende gezinscontexten en diverse
gezinsontwikkelingen op de ontwikkeling van kinderen/ jongeren en opvoeding door en
welzijn van ouder/opvoeder(s);
 Inzicht in alledaagse, actuele pedagogische vraagstukken, met specifieke aandacht voor
vraagstukken in de diverse en grootstedelijke context;
 Toepassen van theoretische modellen en concepten gericht op opvoeding, ontwikkeling en
interventie;
 Kritisch beschouwen van de effectiviteit van beschikbare jeugd- en gezinsinterventies en de
werkzame elementen hierbinnen.




Grijs gedrukt = niet belangrijk, wellicht interessant voor context van de artikelen.




1

,Week 2 – Geschiedenis van het gezin

Literatuur:
 Van der Horst (2020). Opgroeien in het hedendaagse gezin. Lannoo Campus. Hoofdstuk 2.
 Bakker et al. (2010). Vijf eeuwen opvoeden in Nederland. Van Gorcum. P. 8-14, 27-30, 34-38,
538-553

Leerdoelen:
 De studenten hebben kennis van verschillende pedagogische stromingen.
 De studenten hebben kennis van bronnengebruik binnen het gezinshistorisch onderzoek en de
onderwijsgeschiedenis.
 De studenten hebben kennis van het gedachtegoed van Erasmus, Locke en Rousseau.
 De studenten hebben kennis van de affectieve benadering binnen het gezinshistorisch
onderzoek en de uitwerking ervan in het debat tussen aanhangers van de zwarte en van de
witte legende.



Uit: Van der Horst (2020). Opgroeien in het hedendaagse gezin.

 Benaderingen van gezinsgeschiedenis:
o Demografische benadering: houdt zich bezig met verzamelen en interpreteren van
kwantitatieve, demografische gegevens en probeert hiermee een beeld te vormen van
de leef- en opvoedingsomstandigheden van ouders en kinderen.
 Gebrek aan informatie over belevingswereld door gebrek aan kwalitatief
onderzoek.
 Tellende benadering.
o Affectieve benadering: aandacht voor menselijk gedrag en persoonlijke beleving en
motieven, dus kwalitatief onderzoek verkregen door dagboeken, brieven,
autobiografieën, memoires, schilderijen, gebruiksvoorwerpen, etc.
 Gevaar: culturele filters.
 Wat werd wel en niet opgeschreven of gecorrespondeerd?
 Vertellende benadering.
o Historische maatschappijwetenschappen: benadering beschrijft de invloed van
sociaaleconomische, cultureel-maatschappelijke en technologische ontwikkelingen op
veranderingen in het gezin. Wetgeving, erfrecht en gezags- en eigendomsverhoudingen
worden hier bestudeerd om uitspraken te kunnen doen over de samenhang tussen
gezinsstructuren, individuele gedragingen en belevingen, sociale relaties en
maatschappelijke instituties.
 Historici concluderen dat een combinatie van bovengenoemde benaderingen de voorkeur
heeft.
 Waar op te letten bij het gebruik van historische bronnen?
o Is de bron kwantitatief representatief? – het aantal bewaard gebleven documenten
o Is de bron kwalitatief representatief? – leeftijd, geslacht, religie, etc. van auteur
o Representatief voor alle burgers in die tijd of bijvoorbeeld alleen de elite?
 Dagboeken waren bijvoorbeeld alleen iets dat de elite gebruikten
o Regionale verschillen – ook in wetgeving en culturele gewoontes
o Wordt er beschreven hoe men handelde of hoe men diende te handelen?
 Pedagogische stromingen
o Humanisme (1400-1650): Desiderius Erasmus
 Een elitebeweging die werd gevormd door christelijke denkers die de
klassieke cultuur wilden revitaliseren
 Doel: vorming van een klassieke homo universalis (universele mens)



2

,  Uitgangspunt: vrijheid van de menselijke wil – stond kaarsrecht tegenover
heersende opvatting van de reformatie (afscheiding protestantse kerk van de
katholieke – zij geloofden juist in dat de mens geen eigen wil had, maar alles
verliep volgens Gods gratie).
 Individualistische benadering waarbij wordt ingewerkt op eergevoel en wordt
aangespoord tot competitie. Lichamelijke straffen zijn daarin overbodig.
 Veel nadruk op leren. Goed en precies denken was belangrijk en dit werd
aangeleerd door het analyseren van moeilijke klassieke teksten. Goed
onderwijs moest onhebbelijk gedrag voorkomen.
 Erasmus legde taak opvoeding (van zoon) bij vader, terwijl dat eerst altijd als
taak van de moeder werd gezien. Ook ging hij uit van intrinsieke motivatie en
nieuwsgierigheid van de leerling.
 Aandacht voor beleefdheid, bescheidenheid, ingetogenheid en nette manieren.
 Kindbeeld: kind is belast met erfzonde, dus van nature neiging tot kwaad,
maar kan gekneed worden. Kinderen leerden vanuit imitatie, dus Erasmus
vond een goede opvoedingsomgeving belangrijk.
 Wankelbaar godsvertrouwen.
o Verlichting (1650-1800): John Locke
 Een intellectuele stroming die uitgaat van de menselijke rede als criterium bij
het zoeken naar de waarheid. Kennis en rede kunnen de mens behoeden voor
onwetendheid, bijgeloof, onbeschaafdheid en armoede.
 God is veroorzaker van alles, maar sinds schepping zou hij op geen manier
ingrijpen in het proces van natuurwetten - deïsme.
 De mens is van nature goed en moest derhalve vertrouwen op eigen denken en
handelen. In opvoeding kon niet alleen uitgegaan worden van kennis: er
moest ook een duidelijk opvoedingsdoel zijn. In algemene zin propageerden
verlichtingsdenkers tolerantie, o.a. op religieus gebied.
 Kindbeeld: kind komt ter wereld als tabua rasa, een onbeschreven blad. Geen
geloof in aanleg of predisposities dus. Alleen verkrijgen van kennis door
ervaring bepaalt hoe iemand wordt. Nurture beeld dus.
 Doel: verwerven van vrijheid – vrij spelen – en zelfbestuur; deugd (helder
godsbesef), godvruchtigheid, welgemanierdheid en kennis.
o Romantiek (1800-1850): Jean-Jacques Rousseau
 Kan gezien worden als tegenbeweging, een reactie op de verlichting. In plaats
van rede en ratio, legde de romantiek meer nadruk op gevoel en intuïtie.
Diepere aandacht voor het menselijke (irrationele, onbewuste) ziel.
 Collectiever ingericht: waar verlichtingsdenkers vooral de nadruk legde op de
individuele vrijheid, zag de romantiek de mens meer als onderdeel van een
gemeenschap of organische eenheid. Daarin was ook onderlinge
afhankelijkheid.
 Uitgangspunt: de mens is geworteld in zijn verleden. Meer aandacht voor het
kind zelf, en niet alleen de verschuiving van kind naar volwassene.
 Rousseau dacht dat er door de mens niet heel veel kon worden beïnvloed in de
opvoeding van kinderen. De taak van de opvoeder beperkt zich tot het
beschermen van het kind tegen de maatschappij, de ‘negatieve opvoeding’.
De innerlijke stem van een kind zal het verdere werk doen.
 Kind – of mensbeeld van Rousseau is positief. Hij ziet mensen van nature
goed; het maatschappijbeeld daarentegen is sterk negatief, de invloed van
cultuur is verderfelijk.
 Doel: kind zich optimaal ontwikkelen en blijf weg van de verrotte
samenleving. Kind dient zich natuurlijk te ontwikkelen.
 Verschillen tussen de denkers:
o Locke wenste een opvoeding tot welgemanierdheid, waar Rousseau beperking van
ouderlijke interventies wenste en de natuurlijke ontwikkeling van het kind wilde
volgen.

3

, o Locke geloofde in de maakbaarheid en opvoedbaarheid van kinderen, terwijl
Rousseau vooral de beperkte mogelijkheden van opvoeding zag.
o Het belang van de rede is voor Locke oneindig groot, terwijl Rousseau het
ontwikkelen van de rede eerder zag als doel van de opvoeding.
 Invloed vanuit Verlichting door Locke:
o Kinderlijkheid is prima zolang niemand er last van heeft; lichamelijk straffen is
onnodig.
o Opvoeding moet slechts in de goede richting worden gestuurd, met name naar
beheersing van gevoelens en emoties.
o Zonen moeten door vaders worden opgevoed.
o Nadruk op intellectuele ontwikkeling, niet zo zeer sociale en morele ontwikkeling.
o Speelgoed en literatuur voor kinderen.
 Latere invloed vanuit romantiek door Rousseau:
o Meer aandacht voor emotionele ontwikkeling en moeders kregen weer een grotere rol
in de opvoeding.
o Ouders moeten niet alleen disciplineren, maar ook het kind leiden.
o Met de tijd kwam er een gelijkere positie voor mannen en vrouwen en ook
kinderarbeid werd afgeschaft en leerplicht kwam. Daardoor werd het gezin een plek
waar meer aandacht was voor emotionele verhoudingen, huiselijkheid en de eigenheid
van het kind. Het kind was dus niet langer een economisch middel.
o Met deze ontwikkelingen kwam er ook meer controle door de overheid op gebied van
opvoeding van en zorg voor kinderen.
 Gezinshistorisch debat: wat zijn de wortels van het moderne westerse gezin? Was er voor de
verlichting en industrialisatie wel sprake van een kindertijd en gezinsgevoel?
o De zwarte legende
 Aanhangers zijn geïnteresseerd in het ontstaan van moderne sociale relaties en
gingen daarbij uit van discontinuïteit: het kerngezin is pas na de
vroegmoderne tijd ontstaan.
 Na de verlichting en industrialisatie.
 Er is sprake van een emotionaliseringsproces: echtelijke liefde, moederliefde,
gezinsgevoel en geborgenheid zijn moderne sentimenten die pas in de
afgelopen eeuwen zijn ontstaan.
 Ouders konden het zich niet veroorloven om van hun kinderen te houden tot
aan de negentiende eeuw. Voor die tijd zijn weinig blijken van rouw te vinden
bij het overlijden van kinderen. Zo werd er bijvoorbeeld ook weinig
borstvoeding gegeven.
 Kortom: ouders, vooral moeders, waren volgens de zwarte legende
onverschillig als het op hun kinderen aankwam. Pas na verbetering van
economische omstandigheden kwam meer plek voor liefde in het gezin en
kreeg partnerkeuze een romantischer motief – i.t.t. zakelijk.
 Ook zou de veranderende gezinssamenstelling de opkomst van het ‘affectief
individualisme’ hebben bevorderd.
o De witte legende
 Stellen dat het kerngezin al sinds de middeleeuwen aanwezig was en dat er
toen al affectieve banden tussen gezinsleden waren en er sprake was van
emotionele betrokkenheid bij kinderen.
 Ze zijn het oneens met een ‘discontinuïteit’ volgens de zwarte legende, en
nemen het standpunt in dat er eerder een toename is geweest van het
gevoelsleven en een geleidelijke ontwikkeling naar het moderne gezinsleven.
 Ze verklaren het uitbesteden van de zorg van pasgeboren kinderen doordat er
binnen samenlevingen grote verschillen kunnen optreden en dat emoties sterk
cultureel gebonden zijn. Ook zou er in die tijd een zakelijkere manier zijn
geweest van verslaglegging die te lezen zijn in de dagboeken. Ook was
rouwen om de dood onchristelijk.

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rosalielaar50. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  6x  vendu
  • (0)
  Ajouter