Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting bronnen en beginselen DEELTEST €8,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting bronnen en beginselen DEELTEST

 54 vues  3 fois vendu

Samenvatting van notities tijdens de les en boek verwerkt tot pagina 130.

Aperçu 4 sur 58  pages

  • 15 novembre 2023
  • 58
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (30)
avatar-seller
Myrthe1206
Bronnen en beginselen 2023-2024 Myrthe Rogmans



INLEIDING
Recht wordt opgesplitst in het recht en mijn rechten. Er is geen unieke definitie en het wordt
onderworpen aan de relativiteit in tijd en ruimte.
- Subjectief recht/ Un droit subjectif = het recht dat iemand heeft om iets te doen of iets niet
te doen. Aanspraak die je hebt tegenover een ander persoon op een zekere prestatie of met
betrekking tot bepaalde goederen. Bv: laptop kopen, dan heb je recht op dat de verkoper de
laptop levert. Dit is het recht van de koper.
- Objectief recht/ le droit objectif = geheel van regels die o.m. de subjectieve rechten
vastleggen. Het zijn diverse rechtsbronnen (wet, rechtspraak, ...), bestudeerd in de
rechtsdogmatiek = de wetenschappelijke studie van het objectieve recht, op een
systematische wijze te gaan bestuderen, aan de hand van rechtstakken = onderverdelingen
van het recht in een aantal gebieden die gemeenschappelijke kenmerken en doelstellingen
hebben.


HET BEGRIP OBJECTIEF RECHT
SITUERING

Objectief recht = het recht dat in een samenleving aanwezig is; het geheel aan rechtsregels dat op
een bepaald moment op een bepaalde plaats van toepassing is.
 Geheel van regels die onder de waarborg van sociale dwang de activiteit beheersen van
mensen die in de samenleving wonen. (DE PAGE)
 Een geheel van (min of meer samenhangende, min of meer volledige) gedragsregels die van
tevoren door de overheid zijn vastgelegd, onder de sanctie van een externe dwang die door
de overheid zelf is voorzien en georganiseerd (publieke dwang) met het oog op het bereiken
van een bepaalde orde in menselijke relaties - laten we maar meteen zeggen - de orde die
het gunstigst is voor het algemeen welzijn" (DABIN)
 “Een samenhangend geheel van activiteiten waarin volgens bepaalde procedures aan de
hand van regels of andere modellen gepoogd wordt een juiste ordening te brengen in het
geheel van de maatschappelijke verhoudingen, en waarbij men erin slaagt deze juiste
ordening ook in zekere mate effectief af te dwingen op een geordende wijze” (STORME)
Objectief recht (=positief recht/ le droit positif) is een abstract geheel: law in the books, not in action
 gaan achterhalen welke regels er juridisch gelden in de samenlevening en deze gaan we bekijken.
- Rechtsdogmatiek VS meta-juridische studie van het recht
o Rechtsdogmatiek = wat zijn de regels? Hoe vinden we deze terug? Zonder te kijken
hoe deze in de praktijk worden toegepast bv: als voetganger voor rood licht, mag je
niet oversteken
o Meta-juridische studie = hoe het recht werkt i/d praktijk en waarom bepaalde regels
gelden? Wetenschap dat zich bezig houd met de studie over het recht in werking. Bv:
rood verkeerslicht, er komt niets af, dus ik steek het zebrapad toch over
- Statisch  onderhevig aan wijzigingen in tijd en ruimte

,4 BESTANDDELEN VAN GEMEENSCHAPPELIJKE ELEMENT EN IN DE DEFINITIE

- Recht is gericht op de normatieve ordening in en van een samenleving = je wil het verkeer
tussen individuen onderling en overheid, op een regelgevende wijze voorschrijven om
iedereen in een richting te duwen over hoe we ons moeten gedragen in de samenleving
- Recht is een geheel van regels en voorschriften = hoe je je moet gedragen en regels die
zeggen hoe andere gedragsregels tot stand kwamen.
- Recht is uitgevaardigd door of krachtens het maatschappelijke gezag = er is pas iets wet als
het van overheidswege (wetgever) werd opgelegd of het volgt vanuit rechtscolleges.
- Recht is afdwingbaar door of krachtens het maatschappelijk gezag = als je een rechtsregel
verbreekt kan je een sanctie krijgen, er zijn handhavingsmechanismen die u verplichten de
regels na te leven = maatschappelijke afdwingbaarheid.

1. NORMATIEVE ORDENING IN EN VAN DE SAMENLEVING

Gedragsregels gaan opstellen waar iedereen zich aan houdt, zowel overheid als individu + om in de
samenleving rechtszekerheid en rechtvaardigheid te bieden
I. Ordening van de samenleving
II. Recht en rechtzekerheid
III. Recht en rechtvaardigheid

ORDENING VAN DE SAMENLEVING

 Vanaf 2 mensen samenleven maak je afspraken  gebeurt niet noodzakelijk overal door
rechtsregels, het kunnen privaatrechterlijke afspraken, gebruiken, gewoonten … (bv:
gedragsgeoriënteerde benadering, regels van een voetbalvereginging)
o Om juridische afdwingbare regels te hebben = moet je te maken hebben met regels
die door of namens het maatschappelijk gezag worden uitgevaardigd of gehandhaaft
(bv: in strafwetboek staat dat je niet door het rood mag rijden)
 Recht: rechtsregels door of krachtens maatschappelijk gezag uitgevaardigd en gehandhaafd
 Noodzaak wegens gelijklopende en tegenstrijdige belangen  Indien deze regels er niet zijn,
zullen er conflicten ontstaan. Bv: mag je in de winkel iets meenemen zonder te betalen

GELIJKLOPENDE EN TEG ENSTRIJDIGE BELANGEN
THOMAS HOBBES = een pessimistische filosoof  Homo homini lupus = we gaan ons tegenover
elkaar gedragen als wolven, we vertrouwen elkaar niet omdat we elkaar niet kennen.
 Boek leviathan (1651): Hij is van mening dat als mensen samenleven dit tot conflicten zal
leiden, want de motivatie van de mens ligt in het goede voor zichzelf houden. En als iedereen
dit doet ben je egoistisch want dan wil je dingen van anderen afnemen. We moeten eigenlijk
komen tot een ordening van de samenleving als we willen samenleven:
 Natuurwetten/ lex naturalis: algemene regels ontwikkeld door de rede en die het natuurlijke
recht op zelfbehoud beperken in de zin dat ze grenzen stellen aan de middelen waarvan
gebruik mag worden gemaakt ten behoeve van het behoud van het eigen leven
 Natuurwetten vloeien voort vanuit streven naar vrede; overeenkomst respecteren door
afstand te doen van aanspraak op zaken die enkel maar zijn beperkt tot middelen die zonder
conflict met anderen kunnen worden gebruikt  jezelf beperkingen opleggen, niets doen in
strijd met regels die onvrede zouden creëren.


2

,  Vereiste creatie van politieke orde met
o Aanstelling van 1 soeverein/machtshebber die bepaalt welke handelingen
verenigbaar zijn met natuurwetten en vaardigd daarover wetten uit die hij afdwingt
o Macht op basis van sociaal contract: overdracht van natuurlijke rechten aan de
soeverein (politieke vorst: schrijft voor wat wel/niet mag + strafsancties opleggen)
o Souverein met absolute macht  je staat al je rechten af aan de soeverein
JOHN LOCKE  Two Treatises of Government (1690)
 Sociaal contact onder vrije en gelijke individuen die in oorspronkelijke natuurtoestand
natuurlijke rechten op leven, gezondheid, vrijheid en bezit hebben
 Duiden een 3e, de Staat, aan om geschillen te beslechten: definieert en beslecht
natuurrechten (bv: over vrijheid of bezit)
 Macht van de Staat moet steunen op impliciete instemming van de meerderheid; mensen
behouden hun soevereiniteit; bij schending van sociaal contract door de Staat, is er
ontbinding van de zittende macht. Dan verliest de staat de autoriteit. Er zou een 2e rechter
moeten zijn om elkaar te controleren = al eerste vorm van scheiding van machten
JEAN-JACQUES ROUSSEAU  Du contrat social (1762)
 Collectieve benadering van het sociaal contract
 Indiviuduen ruilen individuele wil in voor de algemene wil, die de uitdrukking is van het
geheel van mensen: de burger moet handelen in het belang van de volkswil en de regering
moet die volkswil uitvoeren
 Directe deelname aan de macht door burger: volksvergaderingen i.p.v. vertegenwoordigers
 Nadruk op de collectieve volkswil en vrijheid, waarvoor de individuele vrijheid is opgegeven;
burger kan enkel nog handelen binnen de burgerlijke vrijheid die de volkswil hen laat
 Je vergeet de minderheden in de samenleving + het is niet haalbaar in grote landen
 ORDENING HOUDT VERBAND MET VRIJHEID EN EIGENHEID
- Recht geeft richting (directum)
- Doet dat normatief: gedragsnormen voor zowel private als publieke personen
- Er is echter geen universeel gelgend positief rechtssysteem
- Kernelementen: rechtszekerheid en rechtsvaardigheid.

RECHT EN RECHTSZEKERHEID

Rechtzekerheid/ La sécurité juridique = rechtsonderhorige/ le judticiable moet gevolgen van zijn
handelen kunnen voorzien, zodat hij dat kan afstemmen op de gedragsnorm. Aantal kenmerken:
- Duidelijk en consistent: wettekst mag niet tegenstrijdig zijn
- Vastheid: wet mag niet constant veranderen, het kan wel wijzigen in loop der tijd
- Voorspelbaar: voor burger, overheid en rechter laten inschatten welke gevolgen er zullen
volgen  Uitzonderlijk toegestaan om de wetgeving retroactief te wijzigen; invoeren van
zaken in het verleden
- Algemeen van toepassing op iedereen die met een bepaalde wet wordt geconfronteerd. Bv:
niet door het rood rijden  Uitzonderingen kunnen enkel als deze in de wet opgenomen zijn




3

, Hangt samen met de rechtsstaat (/état de droit, rule of law)
 De Staat is gebonden door het recht:
o eenieder is onderworpen aan de wet (wet is voor iedereen gelijk)
o de wetgevende en rechtsprekende functie zijn gescheiden  In sociaal contract onze
macht afstaan aan de staat, die de scheiding der machten toepast
o niemand staat boven de wet (geen privileges)
 Rechtszekerheid slaat op formele aspecten van recht, maar zegt niets over inhoud van recht
o Staat waar de wetgeving op algemene wijze door het bevoegde orgaan werd
aangenomen en consequent wordt toegepast op alle gevallen door de rechter = rule
of law in enge betekenis, Etat legal
o Kenmerkend is het rechtspositivisme in de 19e eeuw: men kijkt naar de wet als
voornaamste bron van het recht, als een empirisch waarneembaar verschijnsel, gaat
deze bestuderen bv: rood licht, wat als je al over de lijn bent, etc?

RECHTSPOSITIVISME
 Wil van de wetgever is de enige bron van recht
 Enkel regels die door de staat volgens de geijkte procedures worden uitgevaardigd zijn
rechtsregels (buiten de Staat is er geen recht)
 Beoefening van het recht is een waardenvrije discipline: streven naar objectieve en
beschrijvende analyse van de wil van de wetgever, zoals die tot uiting komt in de wet.
 Geen noodzakelijke band tussen recht en moraal, of anders gezegd, tussen wat feitelijk is
('zijn') en wat zou moeten zijn ('behoren'). Rechtsregels uitgevaardigd door de wetgever
worden niet op hun inhoud gecontroleerd: wetgever is (juridisch) niet gebonden aan
ethische principes of morele waarden
 Recht als vorm = formeel, los van de inhoud van het recht

CASUS: DUITSE RASSENWETTEN OF NÜRNBERGWETTEN 15 SEPTEMBER 1935 (HITLER)
Rijkburgerschapswet en Eerste verordening  jood kan geen rijksburger zijn, heeft geen stemrecht
kan geen openbaar ambt bekleden (gedwongen ontslag Joodse ambtenaren per 31/12/1935);
definitie definierde wie Jood en wie Mischling (= was een pejoratieve juridische term die in nazi-
Duitsland werd gebruikt om personen aan te duiden van gemengde Arische en niet-Arische, zoals
joodse, afkomst zoals ze werden geclassificeerd door de Neurenbergse rassenwetten van 1935.) is
Wet op de bescherming van Duitse bloed en eer  verbod op huwelijken tussen Joden en Duitse
rijksburgers, op straffe van tuchthuisstraf; Joden niet langer toegestaan om Duitse vrouwen onder de
45 jaar als huishoudelijk personeel in dienst te hebben op straffe van gevangenisstraf; later
uitgebreid naar andere familieverbanden (geen huwelijkssluiting “als er nakomelingen van kunnen
worden verwacht die de zuiverheid van Duits bloed in gevaar brengen”)
 Vanuit rechts-positivisme zijn dit formeel geldige wetten (duidelijk begrip, duidelijke bepaling van
verbod, duidelijke bepaling van sanctie), maar maken nog geen goed recht zoals we dat nu zien in het
licht van individuele vrijheid en gelijkheid  aangenomen door juristen die geen oog hadden van
ethische of morale waaren
 wetten “die zoo zeer indruischen tegen de beginselen der individueele vrijheid (...) en die, dank zij
een bijzondere psychose van het Duitsche volk, in Duitschland ingang hebben gevonden”



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Myrthe1206. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49  3x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté