Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Schema insolventierecht pand op schuldvorderingen €9,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Schema insolventierecht pand op schuldvorderingen

 150 vues  1 fois vendu

Samenvatting van alle lesnotities, powerpoints en cursusmateriaal van het vak insolventierecht, gedoceerd door professor Storme in 2017/2018 aan de KUL.

Aperçu 4 sur 53  pages

  • 4 janvier 2018
  • 53
  • 2017/2018
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (10)
avatar-seller
19lena95
Deel V – Zakelijke (zekerheids)rechten op schuldvorderingen op naam

INHOUDSOPGAVE




1

, HOOFDSTUK I
INLEIDING EN BASISBEGRIPPEN

A. INLEIDING

Begrip

- Schuldvorderingen: ook aandelen, rekeningtegoeden (giraal geld), …

- Op naam: niet aan toonder, order of gedematerialiseerd

Wetten voor zekerheidsrechten op schuldvorderingen:

 Wet Financiële Zekerheden: voor financiële zekerheidsovereenkomsten
 Pandwet
 BW

Toepassingsgebied:

­ Financiële activa: bijna alle effecten, derivaten, etc.
 MAAR niet alle effecten want effecten die betalingsinstrument zijn(wisselbrief, cheque,
orderbriefje) zijn effecten, maar geen financiële instrumenten
 Geregeld door Pandwet en BW, maar niet door WFZ

­ Zekerheden op rekeningtegoeden: giraal geld (wat op de rekening staat) (wet zegt
“contanten)
 WFZ geldt

­ Bankvorderingen: schuldvorderingen van banken uit bepaalde soorten kredieten
 WFZ geldt

 Voor overdracht van deze 3 soorten activa geldt de WFZ (ongeacht of die op naam of
gedematerialiseerd zijn)


B. ZAKENRECHT VAN SCHULDVORDERINGEN OP NAAM


1. BEGINSELEN VAN HET ZAKENRECHT ZIJN IN PRINCIPE VAN TOEPASSING

Een SV is…

 Overdraagbaar (behoudens wettelijke beperkingen)
 Beslagbaar (behoudens wettelijke beperkingen)
 Zakelijke rechten op een SV volgens numerus clausus
 eigendom, in pand geven en in vruchtgebruik hebben
 Anterioriteitsbeginsel & derdenbescherming (waarbij publiciteit een rol speelt)
 Eenheids- en specialiteitsbeginsel



2

,  Geen zakelijk recht op een goed (i.c. schuldvordering) dat niet bestaat (louter toekomstig is)
 je kan het wel op voorhand in pand geven, maar het zakelijk recht ontstaat pas vanaf dat
het goed ontstaat
 Niemand kan meer rechten overdragen dan hij zelf heeft:

o Ruzie over het zakelijk recht op SV: 2 personen hebben SV gekocht. 2 maal
gecedeerd. Wie is de eigenaar? In principe zal de oudste koper eigenaar worden.
Nemo plus in de klassieke betekenis zoals je die kent uit het zakenrecht.
o 2e betekenis gaat puur terug naar het verbintenissenrecht. Overdragen via cessie:
debiteur zal aan cessionaris niets verschuldigd zijn dan wat aan mij niet was
verschuldigd. Alle excepties inwerpen zoals hij kon inroepen tov cedent. Cessie
verandert niets inhoudelijk aan SV: ze blijft wat ze is. Dat is het uitgangspunt.
Cessionaris kan niet zeggen: ik heb hier schuldvordering van 5000 euro gekocht, maar
bleek 1000 euro te zijn dus u moet mij 5000 betalen, NEE, ik moet maar 1000
betalen. Die reden wordt genuanceerd in verbrecht door vertrouwensleer.
 Nemo plus uit zakenrecht wordt genuanceerd door derdenbescherming.
 Nemo plus uit verbrecht wordt genuanceerd door vertrouwensleer:
Als ik een schuldbetekenis heb getekend voor 5000 euro, onderling kom ik met SE
overeen dat het maar voor 1000 is. SE is zo bedrieglijk om SV van 1000 voor 5000 te
verkopen aan cessionaris te goeder trouw. Ik kan niet zeggen: het was maar 1000. Ik
heb het vertrouwen geschaden, schijn gecreëerd dat het SV van 5000 was. Dat is de
uitzondering, maar de basisregel is dat cessionaris alleen maar de rechten kan
hebben die oorspronkelijk tussen de partijen overeengekomen waren en niet meer.

Cessie (overdracht van een SV)

 De SA van de overgedragen SV kan in principe alle excepties aan de nieuwe eigenaar
tegenwerpen, die hij kon tegenwerpen aan de oorspronkelijke eigenaar
 Alle excepties die ontstaan zijn, voor de kennisgeving van de overdracht, die zijn
tegenwerpelijk aan de cessionaris

 Bij een cessie gaat de schuldvordering over, in de toestand waarin ze zich bevond, ook
verbintenisrechtelijk

 Externe en interne bepalingen/beperkingen
o EXTERN -> tussen zekerheden
= SV is een actief (een waarde in uw vermogen), een onlichamelijk goed
= oudste recht eerst, behalve al derde beschermd wordt door derdenbescherming +
nuances

o INTERN -> inhoud van de SV
= SV hebben geen ander bestaan dan een “gelden” tussen partijen
= Het goed ‘SV’ bestaat zakenrechtelijk in beginsel slechts zoals het geldt tussen
partijen
 de zakenrechtelijke positie van een schuldvordering of effect op naam wordt dus in
beginsel bepaald door de (interne) rechtsverhouding tussen schuldeiser en
schuldenaar
= SV is geen recht op een zaak, maar op een prestatie

= alle beperkingen die overeen gekomen zijn, gelden in de oorspronkelijke
verhouding tussen de oorspronkelijke schuldeiser en de oorspronkelijke schuldenaar


3

,  wanneer een SV tussen partijen bepaalde modaliteiten heeft, dan werken deze
bepalingen (als ze intern geldig zijn!!) ook “extern" of "zakenrechtelijk” omdat ze
inherent zijn aan de “zaak” zelf (de schuldvordering), met gevolg dat ze
tegenwerpelijk zijn aan derden OP VW DAT ze verbintenisrechtelijk geldig zijn
DUS geen externe werking bij:
 Simulatie (derde mag kiezen tussen schijn of realiteit)
 iets anders overeengekomen tijdens het sluiten van een ovk dan in de ovk
staat
 Aan debiteur toerekenbare schijn dat inhoud anders is
 als na het sluiten van de ovk iets anders wordt overeengekomen dan in de
ovk staat, de debiteur heeft schijn gewekt
 Abstractie/niet op naam, ihb door incorporatie in waardepapier (waarvoor de
regels dus op hun beurt afwijken van die van rechten op naam)
 Bv. ik teken een orderbrief of wisselbrief. Dat zijn instrumenten waarin de
schuldvordering wordt geïncorporeerd en die dus ook abstract zijn, waardoor
een abstracte verbintenis ontstaat, althans in verhouding tot derden. Ik
aanvaard een wisselbrief en ik geef die wisselbrief aan een derde. De nieuwe
eigenaar van de wisselbrief komt bij mij en zegt: je moet 10 000 euro betalen,
je hebt de wisselbrief geaccepteerd. Kan ik dan zeggen aan die derde zeggen
ja maar dat was een betaling voor een aankoop van goederen en die
goederen waren gebrekkig dus de koop is ontbonden en daarom moet ik niet
betalen? Nee: die schuldvordering is abstract en je zal die moeten betalen
aan de houder van de wisselbrief en dan eventueel terugvorderen van de
verkoper. Dus de schuldvordering op naam en de schuldvordering in een
waardepapier zijn verschillend.
 Bij waardepapieren: alleen de excepties die in het papier zijn opgenomen,
zijn tegenwerpelijk aan derden
 Inpandgeving van geldvordering: bij inpandgeving van een schuldvordering
die de betaling van een geldsom tot voorwerp heeft, een beding dat de
overdraagbaarheid of verpandbaarheid beperkt, niet tegenwerpelijk is aan
de pandhouder, tenzij deze derde-medeplichtig is aan de wanprestatie van de
pandgever (art. 64 Pandwet)
o Bij SV werken GELDIGE interne bepalingen (tussen SE en SA!!) in beginsel ook
extern en hebben in die zin dus ook zakenrechtelijke werking
o GEVOLG: Partijen van een SV (intern) kunnen met uitwendige werking bepalen dat de
SV niet overdraagbaar is, dat meerdere SV een ondeelbaar geheel vormen, of
omgekeerd, dat een SV onbeschikbaar wordt, etc.

o ONDERSCHEID TUSSEN: overeenkomsten of andere regels die de verhouding tussen
SE en SA op geldige wijze intern wijzigen  bedingen en overeenkomsten die extern
zijn aan die verhouding
 Overeenkomsten of andere regels die de verhouding tussen schuldeiser en
schuldenaar "intern" wijzigen zijn niet aan de beperkingen van het zakenrecht
onderworpen, rechtshandelingen die "extern" zijn aan die verhouding wél
o VOORBEELDEN:
- Overdraagbaarheidsbeperkingen, verpandingsverboden, ondeelbaarheden of
onbeschikbaarheden die geldig zijn overeengekomen tussen schuldenaar en
schuldeiser, zowel bij het ontstaan van de schuldvordering als achteraf, zijn dus
inherent aan het goed zelf, en werken dan ook op analoge wijze als zakenrechtelijke



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur 19lena95. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,99  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté