In dit document wordt een samenvatting gegeven van de tentamenstof voor het tentamen 'De Leerkracht' uit het eerste jaar van de minor of deeltijd studie van de pabo. De boeken Portaal en Meer dan Onderwijs worden behandeld.
Begrippenlijst onderwijspedagogiek uitgewerkt PABO 2 (meer dan onderwijs H3.6 en H3.7 + praktijkonderzoek in de school H1, 3, 5 en 6)
Samenvatting Meer dan onderwijs!
Tout pour ce livre (15)
École, étude et sujet
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Lerarenopleiding Basisonderwijs / PABO
De Leerkracht (PBVB20VLK)
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
femkekerstma
Avis reçus
Aperçu du contenu
Tentamen - De Leerkracht
Meer dan Onderwijs - hoofdstuk 1 de pedagogische opdracht
Paragraaf 1 - Inleiding
Elk team en ook elke leraar heeft idealen en een beeld van de ideale basisschool. Er wordt nagedacht
over vragen zoals: hoe zorg ik ervoor dat de kinderen zich veilig voelen op school, hoe zorg ik ervoor
dat ze goed onderwijs krijgen, wat wil ik kinderen eigenlijk leren en hoe wil ik hun dat leren. Een
goede leraar basisonderwijs is in de ogen van dit boek een persoon die ook opvoeder en begeleider is
en die op een respectvolle manier bijdraagt aan de vorming van kinderen tot volwassenen die
zelfverantwoordelijk en zelfredzaam zijn en die op een constructieve manier lid zijn van de
samenleving. Deze idealen zijn verbonden met een bepaalde visie op opvoeding en onderwijs.
De visie uit dit boek is gebaseerd op een aantal inspiratiebronnen:
1) Lea Dasberg (1993)
Zij gaat er vanuit dat het onderwijs de taak heeft mensen te helpen bij menswording, dat wil
zeggen om zowel meeloper (leerlingen bagage meegeven als kennis, fatsoensregels etc.) als
dwarsligger (leren kritisch te zijn) te worden.
2) Micha de Winter (2000)
Hij houdt zich bezig met onderwijs en onderzoek op het gebied van jeugdbeleid, jeugdzorg en
maatschappelijke opvoedingsprocessen. Naast het gezin en de school heeft de gemeenschap
waarin kinderen opgroeien, ook een taak in de opvoeding. Hij pleit voor ‘beter
maatschappelijk opvoeden’. Dit betekent dat de samenleving een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid heeft voor het grootbrengen van de nieuwe generatie.
3) Biesta
Hij vraagt zich af of we in de 21e eeuw naar een andere onderwijscultuur moeten. Het gaat er
in het onderwijs niet om dat de leerlingen leren, maar dat ze iets waardevols leren en dat ze
het van iemand leren: inhoud + doel + relatie.
De wereld verkeerd in een crisis en we hebben in deze eeuw moeite om ons met de wereld te
verbinden. Dit betekent voor het onderwijs: een nieuwe generatie helpen een stap in de wereld te
zetten, zich met de wereld te verbinden: de verbinding van mens en wereld. Onderwijs als verbinding
en als voorbereiding.
“Hoe kunnen we de wereld in het kind krijgen en hoe kunnen we het kind in de wereld krijgen?”
Dat zijn vragen die je niet af kunt doen met scores op toetsen. Daar zijn hoofd, hart en handen voor
nodig. Wij hebben de wereld niet zelf gemaakt en zullen onze weerstand er tegen moeten
overwinnen om erin te kunnen leven. Dat kan door te proberen de wereld je wil op te leggen, al of
niet met geweld (wereldvernietiging). Dat kan door je terug te trekken uit de wereld, je niet
verbinden (zelfvernietiging). En dat kan door de dialoog tussen mens en wereld. De taak van de leraar
is om het dialoog tussen kind en wereld vorm te geven. Een kind leert zich tot de wereld te
verhouden en het in de wereld uit te houden. Tijd, aandacht, doorzetten, uithouden zijn dan
belangrijke begrippen.
Het gaat om kinderen leren eigen keuzes te maken, zich te verhouden tot de wereld, een eigen weg
te gaan én leren deel te nemen aan de samenleving (nu en later) met eigen waarden en normen en
zo gemeenschappelijke doelen leren na te streven, zodat sociale verbondenheid tot stand komt.
,Paragraaf 1.2 – De pedagogische opdracht van de basisschool
De inrichting en keuzes van de school hebben iets te maken met wat het team belangrijk vindt in de
opvoeding van en het onderwijs aan kinderen. De keuzes die gemaakt worden zeggen iets over de
pedagogische opdracht, ook wel aangeduid met de term pedagogische kwaliteit van de school:
waartoe willen wij kinderen opvoeden? Onstenk (2018) beschrijft het begrip ‘pedagogische opdracht’
als ‘het handelen waarbij de leraar doelbewust werkt aan maatschappelijke en ontwikkelingsgerichte
leerdoelen rond waardengerichte vorming, opvoeden, burgerschap en sociale competentie’.
Wat bedoelen we precies met de pedagogische opdracht of de pedagogische kwaliteit van de school?
Waar naartoe begeleiden we de kinderen? Hoever is de school verantwoordelijk voor de opvoeding
van kinderen (pedagogische opdracht)? Over het beantwoorden van deze vragen is was veel
discussie. De discussie spitste zich toe op drie aspecten:
De taak van de school de leerlingen voor te bereiden op het leven in een democratische
samenleving;
De relatie tussen onderwijs en levensbeschouwing;
De manier waarop volwassenen en kinderen in de school met elkaar omgaan.
In onze tijd zie je een hernieuwde aandacht voor de rol van de school. Enerzijds wordt sterk de
nadruk gelegd op het leren van vakinhouden zoals rekenen, taal etc. anderzijds is er veel aandacht
voor het welbevinden van de leerlingen in de school en daarbuiten. Van scholen wordt verwacht dat
ze leerlingen goed gedrag, waarden en normen bijbrengen, hen in aanraking brengen met
verschillende levensbeschouwingen en culturen. Men spreekt wel van de vormende waarde van de
school. Daarvoor wordt ook vaak de Duitse term ‘Bildung’ gebruikt. Maar een school kan niet alles
dus discussieert men over de taak van de school en over de plaats van de school en haar leerlingen in
de samenleving.
De pedagogische opdracht of pedagogische kwaliteit van een basisschool is dus kinderen begeleiden
bij menswording, dat wil zeggen bij het leren meeloper en dwarsligger te worden én het leren
betrokken, sociale volwassenen te worden. Onderwijs is dus in de eerste plaats gericht op leren
leven, leren mens te zijn; taal, rekenen en alle andere vakken staan in dienst van dat doel!
Ouders dragen als eerste de eindverantwoordelijkheid voor de opvoeding. De school verzorgt in
opdracht van de ouders op een professionele manier dat onderdeel van de opvoeding waarin ouders
niet kunnen voorzien, zoals het onderwijs in rekenen en taal en een inleiding in de cultuur. Maar ook
opvoedende elementen, zoals de manier waarop de school kinderen leert om te gaan met regels en
een mening te vormen over bepaalde onderwerpen behoren bij de pedagogische opdracht van de
school.
De pedagogische opdracht vormt als het ware de kern van het onderwijs, die in alle facetten tot uiting
komt. Vanuit die kern ontstaan de zaken die we kinderen willen leren, hoe we dat doen, welke doelen
we hebben als team zijnde, hoe we dat in de omgang met kinderen en ouders laten zien. Uit de keuze
voor het omgaan met levensbeschouwingen, de waarden en normen die de school belangrijk vindt
en de manier waarop de kinderen voorbereid worden op een democratische samenleving blijkt dat
de pedagogische kwaliteit essentieel is.
Paragraaf 1.3 – Mensen op weg
Wie voor onderwijs, kiest voor omgaan met mensen. Het is van belang stil te staan bij de vraag wie de
mens eigenlijk is. Veel filosofen hebben zich hier een leven lang mee bezig gehouden. Filosofie is dan
ook een belangrijke wetenschap die een leraar kan helpen antwoorden te vinden.
, Opvoeding en onderwijs begeleiden kinderen op weg naar hun menswording. Het begrip ‘wording’
geeft al aan dat kinderen in ontwikkeling zijn: je kunt wel schetsen hoe ze vandaag zijn maar morgen
is het weer anders. Overigens kun je ook van volwassenen zeggen dat ze in ontwikkeling zijn. Ieder
mens is onderweg naar een toekomst. Enkele wezenskenmerken van het mens-zijn:
creator zijn
keuzevrijheid hebben
verantwoordelijkheid kunnen dragen
betekenissen geven
zin zoeken en zin geven
de genoemde vijf kenmerken van mens-zijn zijn tegelijkertijd hun
sterkte en kennen ook hun beperkingen. Niet alles kan een mens
zelf bepalen, niet voor alles kan hij verantwoordelijk zijn, niet alles
kan hij schepen, heeft zin of betekenis voor hem. Belangrijk is ook
dat mensen om kunnen gaan met dingen die niet zelf gekozen of
bedacht zijn. Op de vraag ‘wie is de mens?’ kun je geen eenduidig antwoord geven. Wie van één
mensbeeld uitgaat, loopt de kans aspecten over het hoofd te zien. Sommige mensbeelden zijn op de
natuurwetenschappen gebaseerd en andere op de sociale wetenschappen.
Deze wezenskenmerken vormen een belangrijk vertrekpunt én doel in onze gedachtegang over
opvoeding en onderwijs. Opvoeding en onderwijs hebben als opdracht jonge mensen te helpen zelf
richting te zoeken en te vinden. Beide hebben tot taak een omgeving te realiseren waarin kinderen
zich optimaal kunnen ontwikkelen, in vrijheid eigen keuzes kunnen maken en creatief kunnen zijn,
een omgeving waarin betekenissen gegeven worden en tijd en ruimte is voor zingevingsvragen, zodat
kinderen leren meeloper en dwarsligger te worden. kortom, zelf iemand te zijn.
Dit betekent voor jou als leraar: jonge mensen begeleiden in het zélf richting zoeken en vinden (jouw
eigen mening staat hierbij buitenspel). Dat betekent ook dat je als team de taak hebt een
leeromgeving en een pedagogisch klimaat te realiseren die ruimte bieden voor individuele keuzes en
leerprocessen waarin kinderen leren een eigen standpunt in te nemen, mogen experimenteren met
meningen en gelegenheid krijgen voor eigen onderzoek. Maar het betekent ook dat je eisen aan je
leerlingen stelt om dit soort keuzes te kunnen maken.
Paragraaf 4 – Mensen- en maatschappijbeelden
In de literatuur en gesprekken over opvoeding en onderwijs duikt de term ‘mensbeeld’ vaak op,
evenals het begrip ‘visie’. Het mensbeeld is een bepaalde kijk op mensen, die in de loop der jaren is
opgebouwd. Je zou kunnen zeggen dat je mensbeeld te maken heeft met de unieke wijze waarop je
naar je medemens kijkt en omgaat. We bespreken vier mensbeelden:
1) Naturalistisch mensbeeld
De biologische aanleg van de mens. De mens gaat net zoals alle andere ‘diersoorten’ op zoek
naar voedsel, bescherming en onderdak. Hij wil zich voortplanten voor zijn jongen zorgen.
Daarnaast wil de mens zelfstandig (autonoom) worden.
2) Cultuur-historisch mensbeeld
Dieren volgen altijd hun natuur, maar de mens heeft het vermogen om in te gaan tegen zijn
natuur. Hij heeft meestal keuzemogelijkheden. Met behulp van verstand (de ratio) kan de
mens de beste keuze maken. De mens is dus een rationeel wezen. Met behulp van zijn rede
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur femkekerstma. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.