SAMENVATTING BIOLOGIE
Silke Dekeyser
,Deel 1: neurofysiologie
1. Anatomie en Fysiologie
Neuro → neuronen → zenuwcellen → zenuwstelsel
Anatomie: vorm, hoe ziet het eruit?
→ studie van inwendige en uitwendige structuur en de fysieke relatie
tussen lichaamsdelen
Fysiologie: functie, werking van de anatomie (het lichaam)
→ Studie van levensfuncties van levende organismen
ALGEMEEN: cel
BIJZONDER: weefsels, organen, stelsel
TOEGEPAST: inspanning, omgeving,
leeftijd, geslacht, ziekte,…
1.1 De mens als biologisch organisme
A. Van molecule tot mens
De mens:
Orgaanstelsel of Zijn opgebouwd uit minstens 2 organen
orgaansystemen
Organen (specifiek) Vervullen een bepaalde functie en zijn
opgebouwd uit 2 of meer types weefsels die
samenwerken om een specifieke functie uit te
voeren
Bv: skeletspieren
Wat? zijn organen die krachten kunnen
ontwikkelen en zijn opgebouwd uit
spierweefsel, bindweefsel en meestal ook wat
vetweefsel
Weefsels Opgebouwd uit cellen van dezelfde soort → deze
cellen zijn zodanig in het weefsel gerangschikt
dat het weefsel zijn functie kan uitoefenen
1
, Bv: in het skeletspierweefsel zijn alle
skeletspieren parallel gerangschikt zodat deze
cellen bij contractie inkorten in dezelfde richting
cellen (algemeen) Cellen in ons lichaam
- Heel gelijkaardig van samenstelling en
werking + zijn afkomstig van één en dezelfde
cel (de bevruchte eicel)
! cellen verschillen in bouw (morfologie)
→ zo’n 200 verschillende celtypes in ons
lichaam (spiercel, zenuwcel, …)
→ Bezitten specifieke functies
In de biologie
Bouw (anatomie) en functie (fysiologie) zijn in
de biologie met elkaar verheven.
Bv: door hun vele, soms lange uitlopers
kunnen zenuwcellen op een complexe manier
met elkaar communiceren en boodschappen
overbrengen over lange afstanden
Moleculen - Alle cellen zijn opgebouwd uit moleculen
- Kleinste niveau van organisatie
Bestaan vooral uit: water
Mens: zeer complexe verzameling van
moleculen
1.2 De taal van de biologie
Biologie heeft zijn eigen jargon
1.2.1 Anatomische gebieden
Enkel volgende termen:
• Anterieur
• Ventraal
• Superieur
• Inferieur
• Posterieur
• Dorsaal
• Mediaal
2
,De cel
= Kleinste onderdeel van de mens
Basisonderdelen van elke cel
Celmembraan: vlies van de cel dat alles samenhoudt
- hier zitten poriën rond (portiers) die zeggen wat wel/ niet naar binnen
mag
Cytoplasma: waterige vloeistof (energiestoffen, eiwitten),… om cel te laten
werken
Organellen: kleine orgaantjes die ervoor zorgen dat de cel kan
functioneren
3
,Mitochondriën
1. energiecentrales van de cel
2. Bevatten een klein stukje van het DNA
Hoe meer energie een cel nodig heeft om te functioneren, hoe meer
mitochondriën er aanwezig moeten zijn
Centriolen
Aanmaak nieuwe cellen, belangrijk voor de celdeling
Ribosomen
Codekrakers van het DNA, geven betekenis aan het DNA
Celkern of nucleolus
- Ons volledig DNA (kern DNA)
- Belangrijk
Verschillende cellen hebben verschillende orgaansystemen
!!! Allemaal verschillend toch hetzelfde
Pigmentcel: de huid
Beencel: skelet
Spiercellen: spierstelsel
Kliercel: endocrien stelsel
Bloedcellen: hart en bloedvaten
stelsel
Zaadcel: voortplantingstelsel
Zenuwcel: zenuwstelsel
M.O.: stamcellen
2. Het zenuwstelsel
2.2 Belang van zenuwstelsel
Functie zenuwstelsel: dankzij ons zenuwstelsel kunnen we waarnemen,
denken, ervaren we emoties en nemen we beslissingen
Hormoonstelsel of endocrien stelsel beïnvloedt ook het menselijk
gedrag
4
, Hogere, unieke menselijke functies (abstract denken, bewustzijn,
emotionele intelligentie,…): vinden hun basis in fysiologische processen
die plaatsvinden in de hersenen.
Wat is 1 van de belangrijkste ontwikkelde kenmerken van de
mens?
Toename van grootte en complexiteit van de hersenen
Menselijk gedrag
Wordt door wetenschappers van verschillende disciplines bestudeerd:
1. Biopsychologen
2. Sociologen
3. Pedagogen
4. Antropologen
5. …
Neurobiologen= proberen relatie tussen psychologische functies
(geheugen, slapen, emoties,…) en hersenprocessen te ontrafelen.
‘Geen gedrag zonder brein’
Neurologie: Tak in de medische wetenschappen die de
anatomie, het normaal functioneren en de ziekten van het
zenuwstelsel bestudeert.
! ziekten van het zenuwstelsel + motorische beperkingen kunnen
aanleiding geven tot diverse stoornissen
De neurobiologische invalshoek van de psychiatrie
Wat? De biologische psychiatrie zoekt naar medicijnen die therapeutisch
kunnen werken voor mensen die lijden aan mentale stoornissen
Bv: farmacotherapie & psychotherapie kan bij dezelfde persoon gelijktijdig
toegepast worden.
Motoriek
= een complexe zaak
Bv: Hoe lang het duurt vooraleer baby’s bepaalde motorische
vaardigheden (stappen, lopen, fietsen,..) onder de knie hebben?
Het zenuwstelsel stuurt het bewegingsapparaat: spieren worden
geactiveerd na een prikkel afkomstig uit het zenuwstelsel
5