Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
ALLE SYLLABUSVRAGEN STAATSRECHT €5,49   Ajouter au panier

Réponses

ALLE SYLLABUSVRAGEN STAATSRECHT

2 revues
 122 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit document bevat alle vragen en antwoorden die bij het vak horen.

Aperçu 3 sur 21  pages

  • 14 janvier 2018
  • 21
  • 2017/2018
  • Réponses
  • Inconnu

2  revues

review-writer-avatar

Par: Joycewillems • 5 année de cela

review-writer-avatar

Par: jaimyhardeman • 6 année de cela

avatar-seller
College 1 en 2.
1. Leg uit dat Nederland een parlementaire democratie is.
Een parlementaire democratie is een representatieve democratie waarbij de burgers
via gekozen vertegenwoordigers in het parlement, de wetgevende macht, invloed
hebben op het beleid. In het parlementair systeem ontleent de uitvoerende macht, de
regering, haar mandaat aan het vertrouwen van het parlement.

2.a. Zoek in de (internationale) regelgeving minimaal twee grondrechten op die
niet kunnen worden beperkt door de overheid.
Twee (of meer) grondrechten die niet kunnen worden beperkt door de overheid:
A. De doodstraf (art. 114 Grondwet);
B. Verbod van foltering (art. 3 EVRM);
C. Verbod van slavernij en dwangarbeid (art. 4 EVRM).

b. Kunt u voorbeelden uit de wetgeving geven waaruit blijkt dat de rechterlijke
macht op de stoel van de uitvoerende macht gaat zitten? Wat is de verhouding
van de rechterlijke macht tot de wetgevende macht?
 Wetgevende macht  regering en Staten-Generaal.
 De uitvoerende macht  de regering.
Rechterlijke macht  artikel 2 Wet op de rechterlijke organisatie jo art 116 lid 1
Grondwet:
- De rechtbanken
- De gerechtshoven
- De Hoge Raad

In artikel 8:72 lid 3 sub a Awb zit de rechterlijke macht op de stoel van de uitvoerende
macht. Hieruit kan worden afgeleid dat de rechterlijke macht, de naleving van de
wetten gemaakt door de wetgevende macht controleert.

c. Leg het verschil uit tussen de Grondwet en de constitutie.
De constitutie omvat in ons recht veel meer dan alleen de Grondwet. In Nederland
betekend constitutie dan ook: alle regels met betrekking tot het Statuut, de Grondwet,
verdragen, Regelementen van orde voor de Eerste en Tweede Kamer en
ministerraad, Algemene maatregelen van bestuur, ministeriele regelingen,
jurisprudentie en ongeschreven regels.

3. Is het mogelijk dat een wet in formele zin geen wet in materiële zin is? Leg
uit.
Een wet in formele zin zegt alleen iets over wie de wet heeft gemaakt. Hierbij hoort
artikel 81 van de Grondwet. Een wet in formele zin wordt namelijk gemaakt door de
regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.

Een wet in materiële zin wordt juist door de inhoud ervan gekenmerkt. Men spreekt
van een ‘wet in materiële zin’: is een besluit dat algemeen(= niet gericht tot bepaalde
personen), dat voor herhaalde toepassing vatbaar(= voor een onbepaald aantal

,gevallen) is, dat bestemd is om buiten de administratie te werken en dat burgers of
overheidsorganen bindt.

Een voorbeeld van een wet in formele zin, die geen wet in materiële zin is, zijn:
 De wetten die op het koningschap duiden. Voorbeeld: artikel 24 van de
Grondwet.

4.a. Wat wordt verstaan onder het legaliteitsbeginsel?
Elk overheidsoptreden dient te berusten op een daaraan voorafgaande algemene
regel die zijn grondslag moet vinden in een wet in formele zin of de grondwet.

b. Wat wordt verstaan onder het democratiebeginsel?
Het volk kiest de mensen die over hen regeren. Wij kiezen namelijk de Tweede-
Kamer via rechtstreekse verkiezingen.

c. Leg uit welk verband er bestaat tussen het legaliteitsbeginsel en het
democratiebeginsel.
Als we kijken naar het verband tussen het legaliteitsbeginsel en het
democratiebeginsel, komen we tot de conclusie dat wij als volk eigenlijk indirect de
regels (wetten) maken. Wij kiezen namelijk de personen die de bevoegdheid krijgen
om wetten te maken.

5. Het leerboek noemt vier waarborgen tegen machtsmisbruik van
staatsorganen. Welke zijn dit en breng deze, voor zover mogelijk, in verband
met de beginselen van de democratische rechtsstaat.
1. Er dient sprake te zijn van een staatsvrije sfeer
2. Legaliteitsbeginsel
3. Een bevoegdheid van een staatsorgaan moet door een ander orgaan zijn
gemaakt.
4. Onafhankelijke en onpartijdige rechters


6. Geef de belangrijkste grondwetswijzigingen weer die plaatsvonden in a)
1848, b) 1917,c) 1983.
1840: invoering strafrechtelijke verantwoordelijkheid. In die grondwetswijziging werd
bepaald dat een minister strafrechtelijk aansprakelijk is voor zijn handelen.
Bovendien moesten voortaan alle koninklijke besluiten en beschikkingen
medeondertekend worden door de betrokken minister (het hierboven genoemde
contraseign).

1848: In 1848 vond de tweede Grondwetsherziening plaats, wederom onder leiding
van de liberaal Johan Rudolf Thorbecke. Naast een aantal andere
democratiseringen, werd nu ook de politieke ministeriële verantwoordelijkheid
ingevoerd, evenals de onschendbaarheid van de Koning. Wat voorheen de
grondwettelijke bevoegdheden van de Koning waren, werden nu bevoegdheden van
de regering, dus van de Koning plus de ministers.

, Artikel 42 van de Grondwet bepaalt sindsdien dat de Koning onschendbaar is. Dit
betekent dat ministers sinds 1848 verantwoordelijk zijn voor het (politieke) handelen
van de Koning. Door dit alles kan het parlement vanaf 1848 de ministers ter
verantwoording roepen. De ministers zijn echter geen verantwoording schuldig aan
de Koning.

Het rechtstreekse kiesrecht was toen alleen bestemd voor mannen die een bepaald
belastinggeld konden betalen. Leden van de Eerste Kamer werden benoemd door de
provinciale staten. Het recht van Kamerontbinding werd in de wet opgenomen. De
2de Kamer kreeg tevens het recht van amendement en enquête.

1917: Algemeen stemrecht voor mannen, Het districtenstelsel werd vervangen door
stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Vrouwen krijgen het recht om te kiezen
en gekozen te worden.

1983: Kwamen bepalingen over sociale grondrechten en anti-discriminatie bepaling,
ook werd de zittingsduur van de tweede kamer verlaagd van 6 naar 4 jaren. De
doodstraf wordt wettelijk verboden. De zittingsduur van de Eerste Kamer werd gelijk
gesteld. Welke gerechten tot de rechterlijke macht behoorde werd uit de Grondwet
gehaald en in de formele wet RO gezet.

7. De Grondwet kan niet eenvoudig worden gewijzigd.
a. Wat is hiervan de ratio?
De grondwet bevat belangrijke wetten, zoals bijvoorbeeld grondwetten. Het is
belangrijk dat deze niet zomaar gewijzigd kunnen worden.

b. Geef in hoofdlijnen de herzieningsprocedure weer.
Eerste lezing
a) De regering maakt normaal gesproken een grondwetsherziening ( de
Tweede Kamer kan dit ook gewoon doen)
b) Deze sturen ze naar de Raad van State, de Raad van State geeft dan
advies en stuurt dit advies naar de regering.
c) Regering geeft een reactie op advies
!Op ieder moment kan de indiener besluiten om te stoppen!
d) Dat voorstel met de memorie van toelichting en het advies van de Raad
van State en de reactie worden gestuurd naar de Tweede Kamer.
e) Tweede kamer behandeld het in commissie verband.
f) Het wordt naar de plenaire zaal gestuurd en er wordt gedebatteerd. De
helft plus 1 moet het eens zijn (76 of meer)
g) Dan wordt het doorgestuurd naar de Eerste Kamer.
h) In commissie verband wordt het in de eerste kamer besproken.
i) In de plenaire zaal van de eerste kamer wordt het besproken (weer de
helft plus 1) (38 of meer)

Tweede lezing.
a) Verkiezingen voor de Tweede Kamer.
b) Kabinetsformatie.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur veragubbels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78075 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  4x  vendu
  • (2)
  Ajouter