Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
forensische aspecten kindermishandeling hoorcollege €6,49   Ajouter au panier

Notes de cours

forensische aspecten kindermishandeling hoorcollege

 3 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

forensische aspecten kindermishandeling hoorcollege

Aperçu 4 sur 39  pages

  • 24 novembre 2023
  • 39
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Smeets
  • Toutes les classes
avatar-seller
Intro :

 Artikelen > methode in grote lijnen weten (steekproef, retroperspectief
etc.) & resultaten hoofdbevindingen


WEEK 1 > SLACHTOFFER VAN MISBRUIK: WEL OF NIET
VERTELLEN?

Introductie :

 Niet meer zwijgen > #metoo
 Wat maakt dat iemand lang zwijgt
 Disclosure = afleggen van een verklaring(=gaat er om dat je het aan iemand vertelt
o Non-disclosure = niet afleggen van een verklaring
o  Is eigenlijk meer een proces > kan in de kindertijd niet zo zijn en later wel =
delayed disclosure
a. Hoe vaak komt non-disclosure voor?
 Summit 1983 > alle slachtoffers zwijgen aanvankelijk
o Patroon ahv behandeling slachtoffers intrafamiliair misbruik
o  theoretisch model bedacht > Child Sexual Abuse Accomodation Syndrome
(CSAAS) > Lees in artikel London et al. (2005)
o Zag dat slachtoffers vaak last hadden van schuldgevoel, schaamte en angst  gingen
daardoor misbruik geheimhouden = accommodatie  moet er op een bepaalde
manier mee omgaan en het resultaat is dat het wordt geheimgehouden
o Disclosure is a proces, not an event >
hele tijd zwijgen, maar soms
voorzichtige disclosure die dan weer
werd teruggetrokken > als er vragen
werden gesteld werden die ontkennend
beantwoord  proces en dat lijdt
geleidelijk tot een disclosure
o Model later ook breder getrokken > dader niet iemand binnen de familie
 Wat weten we uit wetenschappelijk onderzoek? >
o Quote uit studie > Het niet vertellen varieert tussen de 30 en 80%, schattingen
blijven hiertussen liggen > veel variatie en verschillen blijven constant
 Stuk Londen:
o Eerste deel > Childhood disclosure rates volgens retrospectieve studies (in
volwassenheid vragen gesteld over vroeger > slachtofferschap en heb je dit verteld):
 Disclosure rates uit allerlei studies verschillen > methodologische oorzaak
 Studie Arata > 860 vrouwelijke studenten -> 24% heeft het
meegemaakt onder de 14 en 31% rond die tijd verteld
 Studie Finkelhor > mannen en vrouwen -> 27% heeft het
meegemaakt voordat ie 18 was -> verteld binnen een jaar na het
incident 42%  mensen hebben hier langer de tijd om er over te
vertellen
 Studie Fergusson > jongvolwassenen > 10% misbruik voor hun 16 e >
87% voor hun 18e verteld  nog grotere range om het te vertellen
(eigenlijk delayed disclosure)

,  Conclusie  is nogal wat variatie die deels komt door methodologische
verschillen, maar het is wel opvallend dat er toch wel in veel studies tot 2/3
non-disclosure kan zijn
 Kritiek:
 Nadeel retrospectieve studies:
o Self-reports voor misbruik kindertijd EN disclosure > geen
vormen van steunbewijs, maar moeten vertrouwen op wat
de deelnemer vertelt
o Hoe betrouwbaar zijn deze verklaringen? > hoe zat het ook
alweer > geheugen
 Kan zijn dat je het hebt verteld, maar je je het niet
kan herinneren
 Wat betekent non-disclosure? >
o Zelf geheim gehouden > aan helemaal niemand verteld uit
jezelf
o …of ook ontkend bij directe vragen?
o  let op methodologische verschillen
  wil onderzoek waar deelnemers zeker slachtoffer zijn van
seksueel misbruik > lastig om aan zo’n groep te komen
o Tweede deel > evidentie voor misbruik > klinische studies
 Casus uit Zweden > Leander (2007) > politie op zoek naar drugsbende en
doorzoekt huis van de verdachte. Vonden bewijs voor misbruik van 17
kinderen  uniek > zoveel bewijs
 Deel slachtoffers bekend en deel niet
 Bekende deel > 8 kinderen 3-10 jaar > tijd tussen incident en
verklaring bij de politie verschilt tussen dagen en aantal jaren
 Patroon > Time to disclose in andere studie
 Ofwel vrij snel (binnen enkele maanden)
 Ofwel pas na vele maanden/jaren misbruik
 Deel slachtoffers niet bekend > kan sprake zijn van non-disclosure?
 Van de kinderen die wel vertellen, vertellen er maar weinig over het misbruik
zelf
 Geen herinnering meer?
 Onwaarschijnlijk:
o Zeer gedetailleerd over events pre- en post- misbruik
o Normaliter goed geheugen voor trauma
 Wijst meer op drempel om te vertellen
 Zijn ook kinderen mee geconfronteerd dat er bewijs was en dan toch blijven
sommige kinderen zwijgen
o Studie Leander > uitzonderlijk > hard bewijs is er vaak niet, maar zijn er andere
studies te bedenken waarbij je zeker weet dat de groep die je onderzoekt slachtoffer
is
 Klinische studies > kinderen met een geslachtsziekte
 Onderzoek Lawson & Chaffin
 28 Kinderen (M= 7 jr) met geslachtsziekte
 Procedure:
o 1. Diagnose geslachtsziekte
o 2. Oproep terug te komen naar ziekenhuis

, o 3. Verzorger informeren over diagnose, praten over seksuele
transmissie en mogelijk misbruik  reactie observeren
(ouder kan pleger zijn)
o 4. Kind wordt apart geïnterviewd  disclosure /
nondisclosure?
 12 van de 28 kinderen vertellen wel en 16 niet, terwijl er bewijs is
dat er toch iets seksueels gebeurt moet zijn  bewijs dus geen
garantie voor disclosure
o Kans om te gaan vertellen is wel groter als er bewijs is
o Disclosure hoger als evidentie sterker is
  Allerlei factoren die ervoor zorgen dat iemand niet wil vertellen > onderzoek geshift naar
deze vraag > geaccepteerd dat het gevarieerd is hoe vaak het voortkomt, maar meer
inzoomen op de vraag hoe het komt en welke factoren het moeilijk maken om te vertellen
b. Wat zijn drempels om te vertellen bij seksueel misbruik?
 Artikel Lemaigre > review studie > overzicht van factoren die disclosure belemmeren maar
ook faciliteren
 Ecologisch model disclosure > factoren die disclosure belemmeren
o Individuele factoren > leeftijd, geslacht > dingen die vanuit het slachtoffer zelf ervoor
zorgen dat die liever niet verteld
o Maar staat in een groter perspectief > ook afhankelijk van hoe er bijvoorbeeld in de
maatschappij naar gekeken wordt > micro, Meso, Exo, Macro
 Meer disclosure bij oudere kinderen dan bij jongeren kinderen:
o Kan juist zijn > kleuters hebben betere verbale vaardigheden dan peuters > beter
onder woorden brengen wat er aan de hand is
o Kan onjuist zijn > tieners schamen zich meer, kennen taboes, denken meer na over
de gevolgen etc.
 Leeftijd :
o Jong:
 Verbaal zwakker
 Geen besef dat het verkeerd
is (accidential disclosure)
o Adolescentie weer afname:
 Taboe
 Gevolgen overzien
 Geslacht :
o Veel studies > jongens wachten langer met vertellen
 Jongens als slachtoffer minder geaccepteerd (t.o.v. meisjes)
 Angst voor associatie homoseksualiteit (als pleger ook een man is)
 Jongens willen zelf geen zwakte laten zien
 Licht verstandelijke beperking (developmental disabilities) > intellectuele beperking (IQ
beduidend lager dan gemiddeld), problemen in sociale aanpassingsvermogen
o Aanwijzingen dat intellectuele beperkingen samenhangen met disclosure > relatief
weinig onderzoek
 Kinderen met een beperking kwetsbare groep (Hershkowitsz et al 2007)
o Vaker slachtoffer
 Minder kennis seksualiteit > moeilijker in te schatten of iets normaal is
 Afhankelijk van verzorger
 Verzorger belangrijke keuzes > allerlei keuzes dus misschien ook op
seksueel gebied?

,  Meer fysiek contact (aanraking, hygiëne)
 Verzorgers juist vaker daders..? > wil niet zeggen dat het alleen maar
verzorgers zijn die daders zijn, maar ook groepsgenoten
 Kwetsbare groep = goed doelwit
o Hogere kans delayed- of non-disclosure?
 Beperking op communicatief gebied (beschrijven incident lastiger)
 Moeilijker stappen ondernemen (justitieel) > weet niet hoe dit aan te pakken
 Worden minder serieus genomen? Hebben dat gevoel
o  Onderzoek Hoe erger de beperking, hoe minder disclosure en vaker delayed
disclosure
 Ook factoren die vanuit een ander perspectief een rol spelen
o Micro > systemen om het kind heen -> school, thuis:
 Opvoeding: mate van dialoog in het gezin
 Relatie met de dader > dader een bekende -> moeilijker om er over te
vertellen
 Doordat de dader een bekende is, zijn er bijvoorbeeld meer angsten
(ook positieve gevoelens en dat maakt het dat je meer angsten kan
hebben voor bijv. de mogelijke consequenties)
 Verleden moeder als slachtoffer >
 Open over gesproken > misschien makkelijker vertellen
 Moeder die zelf slachtoffer is > suggestieve vragen stellen
o Exo >
 Andere support netwerken (extended family, buren, etc)
 Invloed van lokale politiek > bijv. opening loket bij de gemeenten
 Massamedia
o Macro > Attitudes en ideologie van cultuur (taboes, discriminatie)
 Vb: acceptatie mannen als slachtoffer
 CSAAS > schuld en angst zorgt ervoor dat ze blijven zwijgen
o Schuld over het stukje misbruik zelf > bijv.:
 Meewerken (get it over with / erger voorkomen) > zijn gaan meewerken met
het misbruik en dus het gevoel hebben dat ze er zelf aan mee hebben
gedaan
 Vorm van zelfbescherming om erger te voorkomen
 Niet tegenstribbelen > kan een stressreactie zijn (freeze > weet niet meer
hoe je moet reageren)
 Fysieke reacties > lichamelijke reactie zoals een erectie (wil iemand niet,
maar lijf reageert wel zo)
 Blaming the victim > slachtoffer legt deel van de schuld bij zichzelf en gaat
het daardoor niet vertellen, maar omgeving kan dit ook doen -> legt (deel)
schuld bij het slachtoffer
 Grooming > online misbruik (foto/filmpje sturen) > hebt zelf op die
knop gedrukt. Was onder druk en wilde dat natuurlijk niet, maar
dader heeft slachtoffer wel zo ver gekregen  toename van het
schuldgevoel en omgeving die schuld neerlegt bij het slachtoffer
o Angst voor:
 Bedreigingen
 Voor de gevolgen
 Gevolgen voor de dader  ook positieve gevoelens naar de dader
 Gevolgen gezin (valt uit elkaar)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noanolte. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78075 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter