Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Economie samenvatting module 1 t/m 8 €3,49   Ajouter au panier

Resume

Economie samenvatting module 1 t/m 8

 99 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Type

Dit document bestaat uit een samenvatting van module 1 t/m 8 van Economie voor 4 en 5 HAVO. Met dit document heb ik mijn economie examen ruim gehaald. Er zitten voorbeelden in van berekeningen en een ezelsbruggetje. Een echte aanrader!

Aperçu 4 sur 53  pages

  • 17 janvier 2018
  • 53
  • 2015/2016
  • Resume
  • Lycée
  • 5
avatar-seller
Module 1

Hoofdstuk 1

 Behoeften: zaken die je nodig hebt of wilt hebben
 Primaire behoeften: je eerste levensbehoeften. deze dingen heb je nodig om in leven te blijven.
vb: eten, drinken
 Secundaire behoeften: zaken die je wilt hebben maar niet noodzakelijk zijn. vb: auto, mobiel
 Middelen: dit heb je nodig om in je behoeften te voorzien. Je middelen zijn beperkt.
Middelen zijn: vrije tijd, geld, bezittingen

 Alternatief aanwendbaar: op welke manier kun je iets gebruiken?
 Aanwendingsrichting: op welke manier kun je iets gebruiken en welke levert het meeste op?

 Budgetlijn: op deze lijn kun je alle combinaties van producten zien die je voor jouw (beperkt)
budget kunt kopen
 Beschikbaar budget = (prijs goed 1 x aantal goed 1) + (prijs goed 2 x aantal goed 2)

, Hoofdstuk 2

 Ruil: komt tot stand wanneer beide partijen er voordeel bij hebben
 Directe ruil: je ruilt goederen en/of diensten tegen andere goederen en/of diensten
 Indirecte ruil: je ruilt goederen en/of diensten tegen elke vorm van geld (creditcard, cheque,
bankpas, gewoon geld)
 Economie in autarkie: mensen ruilen NIET! puur zelfvoorzienend.



Arbeidsproductiviteit:

 De hoeveelheid productie
 Van 1 medewerker
 In een bepaalde periode



Verhoging van APT (arbeidsproductiviteit)

 Betere arbeidsomstandigheden
 Bonus geven op het moment dat iemand meer maakt en/of diensten levert dan het gemiddelde
 Scholing
 Specialisatie
 Mechanisatie en automatisering

Tegenkomen transactiekosten

 Advertentiekosten
 Tijd
 Opstellen van een contract
 Gespecialiseerde kennis
 Benzine

Waarom wil iemand weten hoe groot de arbeidsproductiviteit is?

 De investering van buitenstaanders
 Je wilt weten hoeveel mensen je in dienst moet hebben
 Om de loonkosten per product onder controle te kunnen houden (het liefst verlagen)

Wat kan ik nu doen met mijn 90 cent voordeel?

 Als de verkoopprijs hetzelfde blijft heb ik meer winst
 Uitbreiden: machines kopen
 Verkoopprijs verlagen
 Marktaandeel gaat omhoog
 Combinatie van de bovenste opties

, Hoofdstuk 3

 Chartaal geld: munten en biljetten
 Giraal geld: de tegoeden op de betaalrekening (LET OP!! de tegoeden op een spaarrekening
horen hier niet bij!)

3 functies van geld:

 Ruilmiddel (indirecte ruil)
 Oppotmiddel (spaarmiddel)
 Rekenmiddel: je gaat producten vergelijken NIET op basis van de eigenschappen van het
product maar aan de hand van de waarde (het prijskaartje)

4 technische vereisten van geld:
Als wij een nieuw soort geld gaan verzinnen moet het aan 4 eisen voldoen

 Het moet handzaam zijn (je moet het makkelijk mee kunnen nemen)
 Deelbaar zijn (bijv. 1 euro of 5 cent etc.)
 Duurzaam zijn (lang mee kunnen gaan)
 Het moet niet makkelijk na te maken zijn



 Finuciair geld: wij hebben vertrouwen in onze vorm van geld
 Intrinsieke waarde van geld: de waarde van de materialen in de munt
 Extrinsieke waarde van geld: de waarde die op de munt staat
 Interne waarde van geld: geeft de koopkracht aan van de munt of het bankbiljet

Wet van Gresham: het materiaal moet minder waard zijn dat de waarde die op de munt staat. (m.a.w.
de intrinsieke waarde van het geld moet minder zijn dan de extrinsieke waarde)

 Indexcijfers: gebruik je om een verandering over een langere periode in 1 opslag te kunnen
zien
 Het basisjaar is altijd 100 en kan willekeurig gekozen worden
 Bij elke verandering is altijd ten opzichte van het allereerste jaar (basisjaar)
 Indexcijfers kun je voor alles gebruiken

Reëel (=koopkracht: interne waarde) indexcijfer = nominaal (hoeveelheidaanduiding: extrinsieke
waarde) indexcijfer : consumentenprijsindex (CPI) (inflatie/defaltie) x 100%

Inflatie: geld wordt minder waard


Reden voor inflatie:

 Te veel geld in omloop
 Prijsverandering (grondstoffen worden duurder, de lonen stijgen)

Deflatie: Geld wordt meer waard + de prijzen gaan omlaag

De overheid wil liever inflatie dan deflatie omdat mensen anders gaan wachten met geld uitgeven.

, Module 2

Hoofdstuk 1

Individuele vraag → Verband tussen de prijs v een product en het aantal eenheden dat je voor
die prijs wilt kopen.

De individuele vraag geeft de betalingsbereidheid voor een product weer.

Betalingsbereidheid → Maximale prijs die een consument wil betalen per producteenheid bij
een gegeven aantal eenheden v het product.

Welbevinden → Mate waarin een consument zijn behoeften bevredigt door de inzet v
schaarse middelen.

Gevraagde hoeveelheid → Hoeveelheid die gevraagd wordt bij een bepaalde prijs

Consumentensurplus → Verschil tussen prijs en betalingsbereidheid voor alle eenheden die
een consument v een product koopt.

Y-as = prijs = p
X-as = hoeveelheid = q


Je individuele vraag naar producten wordt beïnvloed door:

1. Individuele voorkeuren
2. Beschikbare budget
3. Aanwezigheid van substitueerbare producten → kunnen andere producten vervangen
4. Aanwezigheid van complementaire producten → 2 producten nodig om in een
behoefte te voorzien
5. Exogene factoren → omstandigheden waar je geen invloed op hebt, zoals het weer of
e verkeersdrukte.

Individuele vraaglijn → Geeft bij verschillende prijzen aan hoeveel eenheden een individuele
consument v het product wil kopen.


Afzetgebied → Gebied waar de producent iets verkoopt

Collectieve vraag is de optelsom v alle individuele vraaglijnen.

Collectieve betalingsbereidheid
Maximaal aantal eenheden dat bij een gegeven prijs door een groep consumenten als geheel
wordt afgenomen.

Collectieve vraaglijnen
Geeft bij verschillende prijzen aan hoeveel eenheden een groep consumenten v het product
wil kopen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur janinecorneliatroost. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

84866 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter