Orthopedagogische
handelingsplanning.
Hoofdstuk 1: Methodisch handelen.
Wat is methodisch handelen?
‘Methode’ (Grieks: ‘meta hodos’) = ‘de weg waarlangs’, ‘manier van handelen’.
Methodisch werken = handelen volgens een vaste, doordachte manier om een bepaald doel te bereiken.
Doelgericht handelen: werken op zo’n manier dat cliënten zich in hun situatie kunnen ontwikkelen of
handhaven (uitdrukkelijk belang). Samen met cliënt en netwerk wordt een doel gekozen, nadien nagedacht
over hoe dit doel kan bereikt worden.
Bewust handelen: afvragen welke invloed jouw gedrag op de andere heeft.
Systematisch handelen: stap voor stap handelen. Elke stap in de richting van de gewenste verandering dient
verbinden te zijn met de voorafgaande situatie.
Procesmatig handelen: voortdurend afvragen of je in de richting van het vooropgestelde doel werkt of je
eventueel moet bijsturen.
Ter Horst.
‘Problematische opvoedingssituatie’ (POS) = de door de betrokkene ervaren uitzichtloze opvoedingssituatie waarin
men niet slaagt zonder getrainde hulp van buitenaf verandering te brengen.
Taak opvoeder: perspectief bieden aan POS.
Kok.
‘Vraagstellingstype’ dat om actie vraagt.
Geen kwestie van tekortkoming of afwijking bij het kind, maar gehele functioneren van het kind en de
opvoedkundige actie.
Vraagstellingstype en specifieke strategieën bepalen orthopedagogisch behandelingstype.
Broekaert.
“Orthopedagogiek is een handelingswetenschap.”
Handelingswetenschap = een vorm van wetenschapsbeoefening die niet uit is op verklaren, voorspellen of
begrijpen, maar die het ondersteunen en verbeteren van menselijk handelen als insteek ziet.
Deze drie visies illustreren dat we steeds moeten vertrekken vanuit ons handelen met de cliënt en daar ook naar
moeten terugkeren. Door samen te handelen kunnen we vragen ontdekken, en zullen we naar de theorie moeten
grijpen om ons handelen te ondersteunen. Het is een voortdurende wisselwerking tussen theorie en praktijk.
Werken met doelen.
Doelgroep: mensen met een specifieke ondersteuningsvraag.
“Die mensen, die we ins ons werk bedoelen te bereiken.”
Belangrijke vragen: Wie is de persoon die je wenst te ondersteunen? Wat is zijn vraag? Hoe kan je hem het best
ondersteunen? (Deze vragen worden gesteld bij het intakegesprek).
Belang van functionele (geen persoonlijke) relatie: afstand-nabijheid.
Geïndividualiseerde aanpak: elke persoon is uniek. Het is niet de bedoeling dat mensen in een vakje worden
geplaatst.
1
,De cyclus van het orthopedagogisch handelen.
Bijsturen Plannen
Evalueren Uitvoeren
Er bestaan 4 soorten plannen:
- Instellingsplan / beleidsplan: visie, doelstelling en werkwijze van voorziening.
- Afdelingsplan: agogische doelen en werkzaamheden die op de afdeling plaatsvinden om doelen te bereiken.
- Individueel handelingsplan: plan voor de individuele cliënt.
- Activiteitenplan: aanbod, doel en werkwijze van activiteiten (groepsgericht / gericht op individu).
Bij het uitvoeren van een handeling is de begeleidingsstijl van de opvoeder van belang vb. een puberende jongere
zal een andere stijl vragen dan een persoon met dementie.
Autoritair Democratisch Laisser faire
De begeleider bepaalt alles. Alles wordt bepaald via Veel vrijheid voor de hulpvrager,
groepsbeslissingen. De begeleider weinig inbreng van de begeleider.
helpt daarbij.
De begeleider geeft stap voor stap De begeleider geeft de grote lijnen De begeleider geeft geen
aanwijzingen. aan en de mogelijkheden om te aanwijzingen.
kunnen kiezen.
De begeleider verdeelt het werk. De cliënten verdelen zelf het werk De begeleider geeft geen
en de taken, in overleg met de taakverdeling.
begeleider.
De begeleider doet zelf niet mee. De begeleider doet mee als De begeleider doet niet mee.
groepslid.
Bij de evaluatie wordt de product- en procesevaluatie besproken.
Productevaluatie: vooraf had je concrete werkdoelen geformuleerd: ‘Dat wil ik bereiken met de cliënt.’ Na afloop
moet je nagaan of je samen met de cliënt dit doel effectief hebt bereikt.
Procesevaluatie: hier onderzoek je alle aspecten van het methodisch handelen: ‘Was de beginsituatie correct?’,
‘Pasten de doelen bij de beginsituatie?’, ‘Waren de activiteiten goed gekozen?’, ‘Heb je rekening gehouden met
onverwachte situaties?’ …
Op grond van de product- en procesevaluatie worden conclusies getrokken voor de toekomst. Deze kunnen
resulteren in het bijsturen van het methodisch handelen, de beginsituatie, de doelen of het plan.
2
,Hoofdstuk 2: Handelingsplanning binnen het
hulpverleningsproces.
Inleiding (naamgeving).
Jaren ’80: centraal begrip ‘handelingsplanning’ in de orthopedagogiek.
Handelingsplanning als proces = het hele cyclische proces dat ons orthopedagogisch handelen aanstuurt.
Handelingsplan als product = elke fase van de handelingsplanning die in een document is neergeschreven.
De naam die wordt gegeven aan een handelingsplan verraadt veel over de visie waaruit gewerkt wordt of hoe – door
bepaalde accenten te leggen – meer aandacht wordt besteed aan bepaalde zaken vb. zorgplan, hulpverleningsplan,
behandelingsplan en ondersteuningsplan.
Definitie.
Handelingsplanning = het gebeuren in een instelling waarbij functionarissen zich beraden over de manier waarop de
leefsituatie van hun cliënten verbeterd kan worden ten gevolge van hun eigen optreden naar de cliënten toe
(Van Rink).
In de definitie wordt de dynamiek, betrokkenheid en permanent karakter van het proces beklemtoond.
Het gebeuren:
- Permanent gebeuren: dynamisch en cyclisch.
- Wanneer een doelstelling is bereikt, kan je meteen de andere nastreven.
- Beeldvorming plannen handelen evalueren beeldvorming plannen …
In de instelling:
- Residentiële sector.
- Ambulante sector: ook belangrijk, met eigen invulling.
Functionarissen:
- Wie het handelingsplan opstelt (enkel deskundigen).
- Drie modellen.
Deskundigheidsmodel: het opstellen van het plan is de taak van deskundigen (orthopedagoog, psycholoog,
hoofdopvoeder). De teambegeleider moet dit plan vertalen voor – en overbrengen aan – de begeleiders.
Betrokkenheidsmodel: de ervaringen van de begeleiders staan centraal in dit model. Deze begeleiders stellen
autonoom het plan op en kunnen, indien nodig, beroep doen op deskundigen.
Participatiemodel (meest wenselijk): het opmaken van het plan is de verantwoordelijkheid van iedereen die bij de
cliënt betrokken is en de cliënt zelf. Er wordt vertrokken vanuit het handelen (vanuit alledaags leven) en bij het
evalueren wordt er beroep gedaan op een zo breed mogelijke waaier van theoretische invalshoeken.
Belangrijk: cliënt en zijn belangenvertegenwoordigers nemen als volwaardige participanten deel aan het proces van
handelingsplanning.
De leefsituatie:
- Gevaar bij opstellen handelingsplan: centrale cliënt met centraal probleem.
- Belang van het (h)erkennen van variabelen.
o Kind – K-variabele: diegenen die begeleid worden.
o Opvoeder – O-variabele: zij die de begeleiding uitvoeren.
o Situatie – St-variabele: de hele situatie, context, omgeving waarin de begeleiding plaats vindt.
3
, Hun eigen optreden:
- Kwaliteitsvol, methodisch en planmatig handelen (samen!!).
De plaats van de handelingsplanning binnen het hele
hulpverleningsproces.
Het gehele hulpverleningsproces kunnen we onderverdelen in verschillende procesfasen.
Procesfase 1: probleem stellen/signaleren.
- Door cliënt (meest effectief).
- Anderen (wanneer cliënt situatie niet als problematisch ervaart).
Procesfase 2: probleemanalyse.
- Wat is er precies aan de hand?
- Cruciale fase: komen tot ondersteuningsvraag van cliënt en zijn netwerk (cliëntsysteem).
Procesfase 3: ontwerpen van een hulpaanbod.
- Duidelijke formulering van de hulpvraag/hulpvragen.
- Indicatiestelling: Welke vormen van hulpverlening kunnen een antwoord bieden op de hulpvraag: Wat? Aan
wie? Waar? Hoe vaak?
- Geheel moet duidelijk worden via een intakegesprek.
Een cyclisch proces.
HULPVERLENING: probleem probleemanalyse hulpaanbod.
Knorth & Smith.
1. Diagnostiek = analyse en beoordeling van de (aanvankelijke) stand van zaken: de probleemsituatie.
2. Besluitvorming = bepaling van mogelijke interventies en keuze voor bepaalde wijze/methode van hulpverlening.
3. Planning = uitwerking van de gekozen wijze van hulpverlenen in een hulpverleningsplan.
4. Evaluatie = analyse en beoordeling van de (nieuwe) stand van zaken: het verloop van de hulpverlening in relatie
tot de probleemsituatie.
Men kan (moet vaak) tijdens het proces teruggaan naar een vorige fase, zodat het proces optimaal kan verlopen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmaooghe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.