Hoofdstuk 9: Inclusie.
1.Horen zij wel thuis in onze samenleving?
Martha Nussbaum & Amarrtya Sen.
Capability benadering:
Mensen moeten mogelijkheden krijgen om een kwaliteitsvol leven uit te bouwen naar keuze.
Drie achtergestelde groepen: De derdewereld
Personen met een beperking
Dieren
Nicole Vettenburg.
Uitsluiting en ongelijkheid:
Vanuit een maatschappelijk kwetsbare positie: financieel, sociaal, lichamelijk, psychisch of verstandelijk.
Gevolg: ongelijke kansen en uitsluiting.
Structurele oorzaken:
Individuele factoren: bepaalde persoonlijkheidstrekken, gebrek aan bepaalde vaardigheden.
Institutionele factoren: manier waarop de organisatie/instituties werken.
Structurele factoren: manier waarop de samenleving georganiseerd is (economisch, sociaal, cultureel vlak).
Cumulatief proces: de basis is structurele ongelijkheid, die versterkt de institutionele factoren en individuele
factoren.
Harry Kunneman.
Presteren, concurreren en consumeren zijn de dominante culturele en economische kaders.
Weinig tijd voor ‘trage vragen’ = levensvragen waarvoor geen snelle technologische oplossing is.
‘dikke ik-gedrag’:
o Dik zijn door consumptie: welvaart en toch ontevreden zijn.
o Zich dik maken: scoren en concurreren ten koste van de ander.
o Een dikke huid hebben: moreel onverschillig zijn voor het leed van de ander.
De positie van de hulpverlening volgens Kunneman:
Hulpverlening moet doelstellingen halen, procedures volgen maar moet ook aandacht hebben voor morele
waarden zoals ‘rechtvaardigheid’ en ‘autonomie’.
Hebben van morele kwaliteiten; deugden zoals moed, eerlijkheid, trouw en ondeugden zoals gemakzucht.
Normatieve en reflectieve professionals: niet enkel regels en procedures volgen, maar ook durven nadenken
over morele waarden en normen.
Niet alleen de dingen goed doen (zoals ze vastgelegd zijn) maar ook nadenken over ‘het goede doen’.
Deze houding stimuleren bij de omgeving (politie, huisvestingsdiensten, gemeentes …).
Pas dan kan een hulpverlener ook ruimte en begrip hebben voor de leefwereld van de cliënt.
1
, 2.Community building.
Community building = samenwerken aan een warme samenleving.
Dit wordt nog ruimer gezien als inclusie, wat enkel gericht is op de persoon zelf.
Uitgangspunten:
Versterken, stimuleren, aanmoedigen van verbindingen tussen elkaar.
Klemtoon om sterktes en capaciteiten. Wat kunnen mensen voor elkaar doen?
Community care = vermaatschappelijking van de zorg.
Sociale cohesie, sociale inclusie, solidariteit, gemeenschapszin.
Twee methodieken: kwartiermaken en buurtvervlechting.
3.Kwartiermaken.
Terminologie en ontwikkelaar.
Kwartiermaker = (van oorsprong een militaire term) voor troepen die vooruit worden gestuurd om voorbereidingen
te treffen voordat de rest van de militairen arriveren. In overdrachtelijke zin: iemand die belast is met de
voorbereiding, de organisatie van iets geheel nieuws; voorloper, wegbereider.
Het zijn hulpverleners die gastvrije plaatsen creëren vb. aanloophuizen.
In Nederland ontstaan door Doortje Kal
Ook in Vlaanderen veel toepassingen vb. PC Gent-Sleidinge olv psycholoog Peter Dierinck.
Verschil met herstel: bij kwartiermaken kunnen we gewone dingen kunnen doen, een bijdrage leveren aan de
buurt / maatschappij.
Doelgroep.
Kwetsbare burgers (van patiënt naar burger):
Psychische en psychiatrische achtergrond.
Mensen met een verstandelijke beperking.
Mensen met een migratieachtergrond.
Vaststellingen:
Worden in de eerste plaats gezien als drager van een diagnose en niet als burger die recht heeft op woning,
werk en zinvolle vrijetijd (= activerend burgerschap).
Stigmatisering en uitsluiting (= beeldvorming).
Handelingsverlegenheid bij de burgers.
Doelstellingen.
1 Kwetsbare burger mogen zijn. Geen versmald burgerschapsmodel (werken, autonomie en zelfredzaam zijn)
maar ook zorg morgen krijgen.
2 Werken aan een ‘gastvrije’ samenleving (zinvolle activiteiten, keuzes, emotionele ondersteuning,
medegezelschap) door ‘niches’ ontwikkelen (= veilige ruimtes met voldoende steun zolang nodig).
3 Erkenning van het anders-zijn: ‘vreemde ander’ (anders denken over het anders zijn).
4 Opschorting van de gewone manier van doen en zich afstemmen op de ander in het anders zijn.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmaooghe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.