Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Sociaal Wetenschappelijk Kader 2: Ontwikkelingspsychologie €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Sociaal Wetenschappelijk Kader 2: Ontwikkelingspsychologie

 8 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Haiii :) Dit is een samenvatting van het vak sociaal wetenschappelijk kader 2: ontwikkelingspsychologie. In deze samenvatting zijn de hoorcolleges 7 t/m 12 behandeld + alle begrippen die op de begrippenlijst staan! :) In hoorcollege 7 word de cognitieve ontwikkeling in de schooltijd en meer...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 28  pages

  • 26 novembre 2023
  • 28
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
SWK DEEL 2


Hoorcollege 7 Cognitieve ontwikkeling in de schooltijd (6 tot 12 jaar)

H12

Er vindt super veel cognitieve ontwikkeling plaatst in de schooltijd. Na 6 jaar zijn kinderen echt in
staat om te ontwikkelen. Volgens Piaget denken peuters en kleuters pre operationeel. (De mate
waarin kinderen in staat zijn om denken) Ze denken vooral grotendeels egocentrisch denken, en
symbolisch. Ze denken met plaatjes.


Volgens Piaget verandert dit tijdens de concreet-operationeel stadium (tussen 7 tot 12 jaar).

 Kinderen leren in dit stadium om concreet te kunnen denken, ze kunnen logische operaties
toepassen op concrete problemen. Het idee dat kwantiteit (de hoeveelheid) los staat van de
verschijning vorm. (Conservatie) Dus voorbeeld met een glas de ene heeft meer dan de andere, en
een drop veter. Kinderen denken tijdens dit stadium minder egocentrisch en houden rekening met
verschillende aspecten in situaties. Ze kijken niet naar de uiterlijke verschijningen, zoals bij pre
operationeel. Een actief en juist gebruik van logica.

Dit wordt ook wel decentreren genoemd.  Het vermogen om rekening te houden met
verschillende aspecten van een situatie. Veder kan kijken wat dan wat alleen maar centraal staat.
Naar meerdere dingen tegelijk kijken is nieuw.
Een voorbeeld: Papa is boos, waarom is die boos? Oh hij is nat, hoezo? Kijk naar buiten, oh het
regent.


Het veranderen van stadium gebeurt niet van de ene naar de andere dag. Aan het begin van de
kindertijd schuiven ze heen en weer tussen pre operationeel en concreet operationele stadium.
Als kinderen bijvoorbeeld een fase hebben waarbij zij concrete problemen oplossen (concret-
operationeel) maar niet kunnen verwoorden waarom iets zo is, en reageren met ‘Gewoon, daarom’.
(pre operationeel)

Maar als ze eenmaal goed in het concreet-operationeel stadium zitten, kunnen ze het concept van
reversibiliteit begrijpen.  Het vermogen een uitgevoerde handeling (in gedachten) weer terug te
draaien.
Voorbeeld: Kaarsjes worden uitgeblazen door ander kind, kind flipt helemaal maar kan nog niet
vooruitdenken om te denken dat de kaarsjes opnieuw kunnen worden aangestoken. De rekensom 5
keer 3 om te draaien en dat je dan op hetzelfde antwoord uit komt. Een klei bonk veranderen naar
een slang en daarna weer naar een bonk te kleien.


Het concreet-operationeel denken zorgt er ook voor dat kinderen de relatie tussen tijd en snelheid
begrijpen. Het denken in deze fase heeft nog één belangrijke beperking: Kinderen blijven vastzitten
aan de concrete, fysieke realiteit. Ze zijn nog niet in staat om echt abstracte vragen te begrijpen, of
vragen waarin formele logica is verwerkt.

,Kritiek op fasetheorie van Piaget:

Volgens onderzoekers onderschat Piaget de capaciteiten van kinderen. Het lijkt erop dat Piaget een
verkeerde inschatting te hebben gemaakt van de leeftijd waarop het stadium komt. Dit heeft te
maken met

 Kinderen passen minder stelselmatig in Piagets Stadia.
Kinderen zijn in het dagelijks leven veel sneller zijn, ze ontwikkelen zich eerder dan Piagets
zijn voorspelling.
 Cultuurgebonden: Geen universele beschrijving.
In bepaalde culturen loopt het anders. Andere culturen maken allemaal wat anders mee. Het
stadium vindt dus dan later plaats bij verschillende culturen.
 Rol instructie en ervaring wordt wel is onderschat.



Volgens de informatieverwerkingstheorie leren kinderen steeds beter omgaan met informatie. Net
als computers kunnen zij meer informatie verwerken.

Herinnering wordt binnen de informatieverwerkingstheorie omschreven als het vermogen om
informatie te coderen, op te slaan en weer terug te halen.
Als een kind iets wil herinneren zijn er 3 functies.
- Coderen
Het kind neemt informatie op, in een bruikbare vorm voor het geheugen.
- Opslag
De informatie moet ook worden opgeslagen. Het moet blijvend in je geheugen worden geplaatst.
- Toegang en terughalen
De informatie wordt in de geheugen opslag gelokaliseerd, en dus teruggehaald.


Er zijn dus ook 3 verschillende opslagsystemen, een model van geheugen van Atkinson en Shiffrin 

 Het sensorische (zintuigelijke) geheugen.
Deze verwijst naar de eerste tijdelijke opslag van de informatie.
Het duurt slecht een moment.
 Het kortetermijngeheugen (werkgeheugen)
Er wordt informatie gedurende 15 tot 25 seconden opgeslagen en gerubriceerd naar de
inhoud.
 Lange termijn geheugen
De informatie wordt relatief permanent opgeslagen. De informatie kan moeilijker
toegankelijk worden naarmate ze langer opgeslagen zijn.


Kinderen gaan steeds meer begrijpen wat het geheugen inhoudt en steeds meer
geheugenstrategieën gebruiken  doelbewuste tactieken ter verbetering van de cognitieve
verwerking.

, Belangrijke geheugen strategieën:

 Herhaling
Terug te luisteren etc. Om dingen beter te houden.
 Organisatie
Ze doen steeds meer moeite om materiaal in samenhangende patronen te organiseren.
 Cognitieve elaboratie
Dat wil zeggen dat je informatie koppelt met dingen die je al weet, je gebruikt je eigen
levenservaring en die koppel je met informatie.
 Sleutelwoordstrategie
Een woord wordt gekoppeld aan een ander woord die hetzelfde klinkt.

Een andere geheugenstrategieën is het maken van mindmaps  Het is een diagram waarin een
centraal thema omgeven wordt door gerelateerde onderwerpen en sub onderwerpen.

Je maak een mindmap door eerst centrale thema bedenken en dat te noteren in het midden van een
diagram. Vervolgens bedenk je hieromheen de onderwerpen die een relatie met dit thema hebben.
En dan kan je aan elk onderwerp, sub onderwerpen toevoegen.



Vygotski’s visie op cognitieve ontwikkeling en klassikaal onderwijs.

Hij stelde dat cognitieve ontwikkeling zich voltrekt door blootstelling aan informatie binnen de zone
van naast ontwikkeling. De zone van naast ontwikkeling is het niveau waarop een kind een taak bijna,
maar nog niet helemaal zelfstandig kan begrijpen en uitvoeren. Volgens Vygotski zou het onderwijs
zich meer moeten richten op activiteiten waarbij interacties met anderen komt kijken.

Verschillende soorten ‘leren’ zijn gebaseerd om Vygotski’s visie.

 Samenwerkend ‘leren’
Kinderen in groepen samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
 Rolwisselend ‘leren’
Het is een techniek om kinderen tekstbegrip strategieën bij te brengen. Ze leren de inhoud
van de tekst, wat is het centrale punt, om samen te vatten, en wat er daarna zal gebeuren.

Door dit leren breiden de kinderen hun zone van naast ontwikkeling uit, en leren ze deze strategieën
steeds beter te gebruiken, tot dat ze in staat zijn om deze strategieën over te dragen naar andere
kinderen.



Taalontwikkeling in de schooltijd:

Als je luistert naar wat schoolkinderen tegen elkaar zeggen, klinkt hun taalgebruik niet zo heel anders
dan bij volwassenen. Maar dit is niet waar, aan de taalontwikkeling van kinderen is nog wel
verbetering nodig voordat ze het niveau van de volwassenen bereiken, en dit vooral in het begin van
de schooltijd.

 Technische taalontwikkeling
o Woordenschat
Ze leren op een vrij snel tempo nieuwe woorden kennen. Het blijft groeien in de jaren.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maradreijer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

83750 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99
  • (0)
  Ajouter