Uitgebreide uitwerking van de NPFS, neuropsychologische functiestoornissen. Bevat onder adnere: neglect, agnosie, apraxie, emotie- en gedragsstoornissen, sensorische stoornissen, afasie, dysartrie en hemianopsie.
Functieverlies.
NPFS (neuropsychologische functiestoornis)
Neuropsychologische functiestoornissen komen frequent voor bij mensen met aangeboren of
verworven hersenletsels.
Waarnemingsstoornissen (neglect, agnosie, apraxie)
Neglect: Bij neglect wordt stelselmatig één lichaamshelft of een deel van de ruimte om iemand heen
verwaarloosd. De zijde van het neglect is tegenovergesteld aan de hersenhelft waar de
hersenbeschadiging zich bevindt. Neglect is geen visuele stoornis: Men is zich er niet van bewust dat
slechts een deel wordt waargenomen. Het vermogen om te zien, horen of voelen is niet uitgevallen.
De hersenen verwerken wat iemand aan één kant ziet, hoort of voelt niet goed. De patiënt kan dus
wel zien, maar is zich er niet bewust van dat hij iets ziet.
Neglect kan geleidelijk verbeteren, maar zal in de meeste gevallen nooit helemaal overgaan. De
behandeling van een neglect behoort tot het terrein van een neuropsycholoog.
Symptomen: Slechts één sok aantrekken, het bord maar half leeg eten, één zijde van het gezicht
scheren. Bezoek aan één zijde negeren. Een neglect kan zich op verschillende manieren manifesteren.
Agnosie: Agnosie is het onvermogen om beelden, geluiden, geuren, etc. te herkennen die via de
zintuigen (oren, ogen, neus, mond, tast) waargenomen worden. De zintuigen zijn nog intact en er is
geen sprake van geheugenverlies. Agnosie is meestal beperkt tot één zintuig. Met andere woorden:
een patiënt ziet/hoort het wel, maar herkent het niet. Iemand kan iets niet meer identificeren en
meent het nooit eerder gezien te hebben. Het kan zowel verlies van herinnering als het verlies van
het benoemen van voorwerp/mens betreffen. Agnosie is meestal neurologisch van aard, soms heeft
het een psychische oorzaak.
Auditieve agnosie: Iemand kan een rinkelende telefoon horen, maar het signaal niet als een verzoek
tot communicatie herkennen.
Visuele agnosie: Iemand kan wel reageren op een telefoonsignaal, maar herkent de telefoon niet als
het toestel dat daarvoor gebruikt moet worden.
Apraxie: Door apraxie lukt het niet meer om gewone, alledaagse handelingen uit te voeren. Iemand
begrijpt te opdracht wel, maar het doelgericht uitvoeren van de handeling lukt niet. Dit onvermogen
komt niet voort uit verlamming, onhandige coördinatie, neglect, gezichtsuitval of onwil. Voor het
hersenletsel konden deze handelingen wel uitgevoerd worden.
Het onvermogen om handelingen uit te voeren kan komen door een stoornis in de planning en
volgorde (ideatoire apraxie), maar ook door een stoornis in het hanteren van voorwerpen
(ideomotore apraxie). In sommige gevallen kan iemand een complexe handeling wel imiteren direct
nadat hij deze gezien heeft, maar kan dit vervolgens niet uitvoeren op een later tijdstip. Het nadoen
kan intact zijn, terwijl opdrachten of spontante acties niet kunnen worden uitgevoerd.
Een andere mogelijkheid is dat iemand met apraxie onbewuste handelingen wél kan uitvoeren, maar
bewust ingezette bewegingen niet. Zo kan krabben aan het oor bij jeuk wel lukken, maar het nadoen
van het voorbeeld dat iemand aan zijn oor krabt lukt niet. Iemand kan ook te lang doorgaan met een
handeling of dit maar blijven herhalen, dit heet persevereren en is ook een vorm van apraxie. Het
omgekeerde is impersistentie, dit is wanneer iemand een beweging niet kan volhouden.
Er wordt gesproken van verbale apraxie wanneer de spieren van de mond niet juist kunnen worden
aangestuurd om woorden te vormen. Dit terwijl de spieren van de mond nog goed werken. Vaak
worden mengbeelden van verschillende vormen apraxie gezien.
, Ideatoire apraxie: Van jongs af aan hebben we geleerd handelingen in een bepaalde volgorde
te doen. Bij mensen met deze vorm van apraxie wordt een verstoorde volgorde gehanteerd.
Zo kan iemand een hemd over een shirt aantrekken. Een stapel kleren op een stoel kan leiden
tot volledige verbijstering omdat een patiënt niet weet hoe en waar te beginnen. Een
methode om hier mee om te gaan is om de kleding altijd volgens een vaste volgorde klaar te
leggen. Als aangewezen wordt aan welke kant begonnen moet worden, lukt het vaak wel. Het
plannen van de opeenvolgende bewegingen is verloren gegaan.
Constructieve apraxie: Bij deze vorm is het ruimtelijke aspect van een handeling verstoord.
Iemand kan bijvoorbeeld niet meer iets natekenen, eenvoudige figuren construeren of iets in
elkaar zetten.
Limb kinetische apraxie: Er is een onvermogen om nauwkeurige of exacte bewegingen te
maken met een vinger, arm of been. Zo kan er het onvermogen zijn een schroevendraaier te
gebruiken, ondanks dat iemand begrijpt wat er gedaan moet worden en in het verleden wel
met schroevendraaiers heeft gewerkt.
Buccofaciale of orofaciale apraxie: De bewegingen aan het gezicht (lippen, tong, ogen)
kunnen niet goed uitgevoerd worden wanneer iemand dit vraagt. Fluiten, tong uitsteking,
fluisteren, knipperen met de ogen bijvoorbeeld.
Ideomotore apraxie: Iemand weet wel waarvoor een voorwerp gebruikt wordt, maar kan niet
bedenken welke juiste bewegingen daarbij horen. Iemand lijkt hierdoor heel onhandig. Bij het
doorsnijden van een boterham wordt het mes bijvoorbeeld met het snijvlak omhoog
gehouden of de boterham wordt geprakt in plaats van gesmeerd. Het dichtknopen van een
overhemd kan moeilijk zijn omdat iemand niet weet hoe de vingers gebruikt moeten worden
om een knoop door het knoopsgat te krijgen.
Apraxie komt veel voor in combinatie met afasie. Mensen die alleen afasie hebben zijn in staat om
nog een relatief normaal leven te leiden, maar komt daarbij een aanzienlijke apraxie dan is iemand
bijna altijd afhankelijk.
Het kan soms helpen voor de persoon met apraxie als de handeling in deel handelingen wordt
opgesplitst of als handelingen worden vereenvoudigd. Ook helpen concrete aanwijzingen die gegeven
worden tijdens het uitvoeren van een handeling. Iemand kan er bij gebaat zijn als alles in de juiste
volgorde wordt klaargelegd of als er plaatjes worden gebruikt in de vorm van een stappenplan.
Belangrijk is om geduld te hebben en iemand de tijd te geven. Ook moet men aansluiten bij de
opgebouwde (levens-)gewoontes van de persoon met apraxie.
Geheugen- en inprentingsstoornissen
Amnesie: Wanneer iemand veel meer vergeet dan normaal kan er sprake zijn van amnesie. Dit is
onder te verdelen in drie fasen:
- Opnemen (inprenten)
- Bewaren (geheugen)
- Ophalen (herinneren van informatie)
Plotseling geheugenverlies met slechts gedeeltelijk herstel, wordt meestal veroorzaakt door een
hersenbloeding, tia, verwonding of fractuur. Geheugenverlies met volledig herstel wordt meestal
veroorzaakt door een hersenschudding. Geleidelijk geheugenverlies met gedeeltelijk herstel, wordt
veroorzaakt door gezwellen (cysten/tumoren) en weefselachteruitgang (dementie, veelvuldige
epileptische aanvallen met lange perioden van bewusteloosheid).
Er wordt gesproken van anterograde amnesie wanneer iemand met een CVA moeite heeft met het
opnemen van nieuwe informatie. Het is niet meer bekend wat er onlangs gezegd is, iemand leert
moeilijk, raakt voorwerpen kwijt of vergeet dat er bezoek is geweest.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lizavdw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.