Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting filosofie €5,49   Ajouter au panier

Resume

samenvatting filosofie

 82 vues  1 fois vendu

Samenvatting filosofie les 1 tot 12

Aperçu 4 sur 34  pages

  • 25 janvier 2018
  • 34
  • 2017/2018
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (107)
avatar-seller
tinederoy
Les 1: de oorsprong van de filosofie
1.1 Inleiding
Filosofie komt van het Griekse felein (houden van) en sophia (godin van de wijsheid)

Oorsprong? Er zijn 2 juiste antwoorden
1 filosofie is zo oud als de mens zelf  er is een verband met denken en taal, we denken in
tegenstellingen
2 filosofie ontstond in een bepaalde regio en tijd binnen een bepaalde cultuur (overgang van Mythos
naar logos) , zo ontstond de westerse cultuur in de 7de eeuw v.Chr.
Mythos = verhaal
Logos = reden/logica (nieuwe manier van denken)

Upanishaden = filosofische reflecties op de oeroude Vedische geschriften. In deze periode leefden
ook Boeddha en Mahavira. Twee figuren die de traditionele brahmaanse levensbeschouwing in vraag
stelden en aan de basis lagen van wat men later het boeddhisme en jainisme is gaan noemen.
Boeddha zijn grote vraag was: hoe verlossen uit het lijden?
In China hebben we het Confucius = een manier vinden om om te gaan met vrouwen, lagere en
hogere klassen.
Taoïsme = voortdurende wisselwerking tussen Yin en Yang (tao = de weg)


Shiva en Shakti  mannelijke en vrouwelijke pool (wat zich afspeelt in het bewust zijn
Het ontstaan van de Westerse filosofie wordt ook wel de overgang van mythos naar logos genoemd.
Van een wereldbeeld gebaseerd op mythes, meestal met veel goden en verhalen naar een
wereldbeeld dat meer rationele verklaringen zoekt. Bv: observatie en argumentatie wordt
belangrijker dan geloven.

Voorbeeld wereldbeeld gebaseerd op mythes: Odysseus (uit de Griekse mythologie) en de Zondeval
(uit de Oudtestamentische verhalen) beide mythes zijn meer dan gewone verhaaltjes. Ze raken op
diepe menselijke vragen die op metaforische wijze worden behandeld.


1.2 omschrijving en indeling van de filosofie
1.2.1 tussen religie en wetenschap
De Italiaanse filosoof de Crescenzo zegt dat de wetenschap teruggrijpt op verschijnselen die in de
natuur werden bestudeert en dat religie de menselijke geest. Dus filosofie ligt ergens tussen
wetenschap en religie
1.2.2 drie grote vragen en domeinen
De grote filosoof van de Verlichting Immanuel Kant bracht alle filosofische vragen terug tot 3
essentiële vragen en vatte die samen tot 1 vraag: WAT IS DE MENS?
 Hoe moeten we handelen?
 Hoe kunnen we kennen?
 Wat mogen we hopen?




De hedendaagse filosoof Luc Ferry zegt het nog korter en krachtiger
 Kennis (objectieve feiten en objectieve begrippen)
1

,  Ethiek
 Wijsheid (de manier waarop je in het leven staat en hoe je omgaat met tegenslagen in het
leven)
1.2.3 het huis van de filosofie
Aan de hand van het soort vragen wordt de filosofie ingedeeld in verschillende deeldisciplines. Het
vertrekt van het onderscheid tussen feiten en waarden.
Feiten verwijzen naar dat wat is (ontologie = de leer van het zijn) drie grote feiten zijn
 Wereld
 Bovenwereld
 Mens
De drie grote waarden van Plato
 Het Goede
 Het Ware
 Het Schone
De ontologie ( leer van het zijn) wordt onderverdeeld in 3 grote domeinen
 De natuur en kosmos (kosmologie)
 Datgene wat boven of buiten de natuur staat (metafysica)
 De mens die als onderdeel van de natuur een speciale plek inneemt (antropologie)
Kosmologie : vraagt naar de oorsprong van de kosmos, de natuur, de krachten binnen de natuur (bv:
fysica, astronomie, scheikunde, biologie)
Bv: hoelang brandt de zon nog?
Matafysica : letterlijk : boven de fysica stelt een vraag naar de achterliggende principes
Bv: wat is tijd?
Antropologie : letterlijk : wijsgerige houdt zich bezig met de mens (wie ben ik, wat drijft mij) en gaat
over sociologie, psychologie…
Bv: waarom nood aan godsdienst? Hoe denken we? Wat is de relatie tussen mens en tijd?
Plato heeft 3 grote waarheden
 Waarheid
 Goedheid
 Schoonheid

Waarheid (hoe denken?) (hoe juist denken?)
In de 20e eeuw ontstonden de epistemologie (kennisleer), wetenschapsfilosofie, taalfilosofie en de
bewustzijnsfilosofie (logica)
Epistemologie (kennisleer) stelt vragen over waarheid en kennis (wat is kennis? Wat is waarheid?)
Bewustzijnsfilosofie (logica) houdt zich bezig met wat is een geldige redenering ‘logisch denken’
Wetenschapsfilosofie houdt zich bezig met de kennis van de afzonderlijke wetenschappen 
methoden, grondstellingen… het wordt aan een kritisch onderzoek ontworpen
Taalfilosofie houdt zich bezig met het ontstaan, ontwikkeling, betekenis en functie van de taal en het
verband leggen tussen taal en denken




Goedheid en rechtvaardigheid (hoe moeten we het goede doen?)
Ethiek houdt zich bezig met het goede. Wat is goedheid en rechtvaardigheid?
Sociale en politieke filosofie houdt zich bezig met de samenleving. Hoe moet er een rechtvaardige
maatschappij worden georganiseerd?

2

,Rechtsfilosofie houdt zich bezig met de oorsprong van recht en haar verhouding tot ethiek (het
goede) bv: deontologie (plichtenleer) en criminologie
Schoonheid (bestaat schoonheid?)
Esthetica (kunst en cultuurfilosofie) houdt zich bezig met de vraag naar wat schoonheid en kunst
zijn.
De voor-socratische filosofie (5e en 6e eeuw v.Chr.)
Deze voor socratische filosofen zetten de eerste stappen naar een nieuw soort denken en hun vragen
zijn vooral kosmologisch geïnspireerd.
Thales van Milete
Hij wort beschouwd als de eerste filosoof omdat:
Hij was de eerste die de complexe werkelijkheid terugbracht tot een beginsel (arché). Volgens hem is
de oorsprong van alles water (alles ontstaat uit water en keert er naar terug). Zonder water was er
geen leven mogelijk

Er is een wiskundige stelling naar hem genoemd  stelling van Thales (A/B = D/C)
Thales werd bekend door zijn uitspraak ‘ken uzelf’ (wie ben ik?) (wat is de mens?). Hij beweerd dat
het makkelijk is om raad te geven aan anderen, maar het moeilijkste is om zichzelf te kennen.
Anaximander van Milete
Een leerling van Thales  Anaximander ging verder in op de vraag naar het eerste beginsel. Hij is niet
zeker dat water het beginsel was. Hij ging ervan uit dat water ook uit iets ontstond. Hij kwam met een
abstract eerste beginsel naar voor: het onbepaalde (peiron, onbegrensde)  water is ook iets
bepalend
Hij beschouwde de wereld als een platte schijf, tekende als eerste een wereldkaart en waagde zich
aan de eerste kosmologie (het ontstaan en evolutie van de wereld)
Pythagoras
Hij gebruikte als eerste de term philosophos (voor zichzelf) Hij blijft nadenken en zoeken tot hij de
werkelijkheid begrijpt. Ook naar hem is een stelling genoemd : stelling van Pythagoras (a² + b² = c²)
Hij zag achter de wereld die wij ervaren een ander soort perfecte wereld die werd uitgedrukt in
getallen. Via getallen en hun verhoudingen kon de wereld in kaart gebracht worden of het nu om
planeten of noten van de muziek. Voor hem was dat een geordend geheel : de kosmos. Pythagoras en
zijn leerlingen leefden in een soort commune, ze waren vegetarisch en geloofden in de reïncarnatie.




Parmenides en Herakleitos
Zij zagen maar 1 realiteit. Parmenides vertrekt hierbij van ‘het zijn’ en zegt dat ‘het zijn is’. Al het
veranderlijke verschijnt daar uit en is onveranderlijk en aan zichzelf gelijk. Buiten het zijn is niks. Hij
ligt hiermee aan de basis van de ontologie.



3

, Herakleitos vertrekt niet vanuit het onveranderlijke zijn, maar vanuit de verandering zelf. Wat je ook
waarneemt alles veranderd. (dag wordt nacht, zomer wordt winter…) enkele uitspraken: ‘je kan nooit
twee keer in dezelfde rivier stappen’ en ‘alles vloeit’
Democritos
Voor hem bestond alles in de werkelijkheid terug te brengen naar het ‘ondeelbare’ (atomos). 
atoom
Vragen les 1
 Geef de indeling van de filosofie met bij elk onderdeel telkens een eigen filosofische vraag
 Waarom filosofie in de opleiding?
 Toon aan de hand van drie thema’s aan waarom Thales van Milete als “(eerste) filosoof” kan
bestempeld worden
 Oorlog is de vader van alles, de koning van alle dingen.” Deze uitspraak komt van
 Herakleitos
 Parmenides
 Hesiodos
 De metafysica bestudeert de aard en de status van de ordenende principes van de wereld. Als
dit principe God genoemd wordt, spreekt men van theologie.”
 Juist
 Verkeerd


Les 2: Socrates en de sofisten
In de loop van de 5e eeuw komt er een nieuw thema bij: de mens. Het centrum van de filosofie
verplaatst zich naar GriekenlandAthene. In de periode van Pericles (469-421) verschenen Socrates
en andere sofisten.
Rondtrekkende leraars
In Athene boden in de 5e eeuw leraars-filosofen hun diensten aan. Ze noemden zichzelf sofistès
(beoefenaren van wijsheid). Tegen betaling gaven de sofisten filosofisch onderricht aan jonge mannen
die politieke ambities hadden. Ze zijn erg pragmatisch ingesteld (waarheid is wat werkt)
De sofisten sluiten zich aan bij de kunst van:
 Het spreken (grammatica)
 Het argumenteren (dialectica)
 Overtuigen (retorica)
Voorbeeld: politicus
De sofisten maakten als eersten een duidelijk onderscheid tussen de natuur (psysis)  datgene wat
zich vanzelf ontwikkelt en nomos (datgene wat door de mens is gemaakt)
Nomos = wet, traditie of gewoonte
Vanuit het besef dat gewoonten, tradities en waarden van streek tot streek verschilden, kwamen de
sofisten tot de conclusie dat niemand zomaar kan beweren dat zijn eigen tradities en waarden de
enige juist zijn. Elke gemeenschap heeft zijn eigen gewoonten, waarden en regels. Deze gewoonten,
waarden en regels zijn relatief  er bestaat geen absolute waarheid (geen waarheid die voor
iedereen geldt)
2 grote filosofen
Protagoras: de mens is de maat
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tinederoy. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter