Deel 1: Introductie
Perspectief: Idee: Bepaling gedrag: Door:
Biologisch Lichaam kan apart van geest worden bestudeerd Hersenen, zenuwstelsel, endocriene stelsel en René Descartes
genen
Cognitief Wetenschappelijke methoden kunnen worden Iemands patroon van waarnemingen, Wilhelm Wundt
gebruikt om de geest te bestuderen interpretaties, verwachtingen, overtuigingen en William James
herinneringen
Psychologie moet de wetenschap van De prikkels in onze omgeving en de voorgaande John Watson
Behavioristisch observeerbaar gedrag zijn, niet van mentale consequenties van ons gedrag B.F. Skinner
processen
Geheel Psychodynamische psychologie
persoon = persoonlijkheid en psychische stoornissen komen Processen in onze onbewuste geest Sigmund Freud
voort uit processen in het onbewuste
Humanistische psychologie Onze aangeboren behoefte om te groeien en ons
= psychologie moet de nadruk leggen op potentieel zo goed mogelijk te verwezenlijken Carl Rogers
menselijke groei en potentieel in plaats van op Abraham Maslow
psychische stoornissen
Psychologie van karaktertrekken en temperament Unieke persoonlijkheidskenmerken die in de tijd
= individuen kunnen worden begrepen in termen en in alle situaties consistent zijn De oude Grieken
van hun temperament en blijvende
karaktertrekken
Ontwikkeling Mensen veranderen als gevolg van een interactie De interactie tussen de erfelijkheid en omgeving, Mary Ainsworth,
tussen erfelijke eigenschappen en de omgeving die zich het hele leven door uit in voorspelbare Jean Piaget
patronen en vele anderen
Sociocultureel Sociale en culturele invloeden kunnen de invloed Stanley Milgram,
overstemmen van alle andere factoren die gedrag De kracht van de situatie Philip Zimbardo
beïnvloeden en vele anderen
,Biologisch perspectief = zoekt oorzaken van gedrag in functioneren van genen, hersenen, zenuw- en
hormoonstelsel
Neurowetenschap = vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen, gedachten, gevoelens,
motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren
Evolutionaire psychologie = relatief nieuw specialisme in de psychologie dat gedrag en mentale
processen beschouwt op basis van hun genetische aanpassingen aan overleving en voortplanting
Cognitief perspectief = nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen, perceptie en denken
Introspectie = beschrijving eigen innerlijke, bewuste ervaringen
Structuralisme = stroming die probeerde de basisstructuren van geest en gedachten te ontrafelen
Structuralisten zochten de elementen van de bewuste ervaring
Functionalisme = psychologie die dachten dat psychische processen het beste begrepen konden
worden, kijkend naar de nut en functie ervan
Gestaltpsychologie = het geheel wordt als belangrijker gezien dan delen
Behavioristisch perspectief = bron van handelingen wordt gezocht in gedrag en verschijnselen vanuit omgeving
Perspectieven vanuit de gehele persoon = draaien om globaal inzicht in persoonlijkheid
Psychodynamische psychologie = benadering die nadruk legt op begrijpen van menselijk functioneren;
onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten
- Psychoanalyse = benadering van psychologie die nadruk legt op onbewuste processen
Humanistische psychologie = klinische benadering die nadruk legt op mogelijkheden, groei, potentie
en vrije wil van de mens
Psychologie van karaktertrekken en temperament = psychologisch perspectief dat gedrag en
persoonlijkheid ziet al producten van fundamentele psychologisch kenmerken
Ontwikkelingsperspectief = onderscheidt zich door nadruk op erfelijkheid, omgeving en voorspelbare
veranderingen in de levensloop
Sociocultureel perspectief = legt nadruk op belang van sociale interactie, sociaal leren en cultureel perspectief
- Sociale psychologie = kijkt naar menselijke gedachten, gevoelens en gedragingen, of het wordt
beïnvloed door fysieke of niet-fysieke mensen
- Crossculturele / multiculturele psychologie = er wordt gekeken naar de manieren waarop
psychologische processen verschillen tussen mensen van diverse culturen
- Holisme = visie die totaliteit altijd belangrijker vindt dan delen
Psychologie = wetenschap van het gedrag en de psychische processen
,Psychiatrie:
- is een medisch specialisme en maakt geen deel uit van de psychologie
- hebben een medische opleiding (geneeskunde) gehad en hebben een gespecialiseerde opleiding
gedaan in de behandeling van geestelijke en gedragsmatige problemen, meestal met behulp van
geneesmiddelen
- richten zich voornamelijk op de behandeling van mensen met ernstiger psychische stoornissen dan
psychologen en zij doen dit vanuit een medisch perspectief
- zien de mensen die zij helpen als patiënten
psychiaters behandelen psychische stoornissen
Psychologie:
- groter vakgebied dan psychiatrie
- beslaat hele terrein van menselijk gedrag en geestelijke processen, van hersenfuncties tot sociale
interacties
- nadruk ligt vaak op onderzoeksmethoden, in combinatie met het bestuderen van bijv. een van de
specialismen
- geen officiële medische opleiding en mogen dus ook geen medicijnen voorschrijven
- zien de mensen die ze helpen als cliënten
Pseudopsychologie = niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke waarheden
worden gepresenteerd (zoals horoscopen en paranormale fenomenen)
2 specialisaties in de psychologie:
- Experimenteel psychologen / onderzoekspsychologen
doen onderzoek dat nieuwe psychologische kennis creeërt
1. Hypothese ontwikkelen
moet falsificeerbaar zijn = weerlegbaar, hypothese moet zo opgesteld worden dat kan
worden bewezen dat het juist of onjuist is
2. Experiment uitvoeren
3. Data verzamelen
4. Resultaten analyseren en hypothesen verwerpen of accepteren
statistiek en significantie = statistische term die aangeeft dat het waargenomen effect
niet door toeval is ontstaan, maar door de onafhankelijke variabele te veranderen
5. Resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
repliceren = onderzoek opnieuw uitvoeren om te zien of dezelfde resultaten worden
verkregen, wordt vaak gedaan door iemand anders om zo bias uit te sluiten
- Toegepast psychologen
gebruiken kennis die door experimenteel psychologen is verzameld om problemen van
mensen op te lossen door middel van trainingen, het ontwerpen van speciale gereedschappen
of psychologische behandelingen
Deel 2: Biopsychologie
, Het drievoudige brein:
- Neo Cortex intellect, leer- en taalvermogen
- Reptielenbrein / reptilian brain overleving, voortplanting en instincten
- Zoogdierenbrein / limbic brain emoties
Charles Darwin ontdekte de evolutietheorie
Natuurlijke selectie; individuen die het best zijn aangepast op hun omgeving hebben de grootste kans op
overleving en voortplanting
Hoe werkt de natuurlijke selectie?
1. Omgeving legt druk op een soort
2. Er ontstaat concurrentie om schaarse bronnen
3. Meest geschikte organismen zullen overleven
4. Succesvolle organismen zullen zich voorplanten
5. In de volgende generatie zullen er meer dragers zijn met het succesvolle genotype
Genotype = kenmerken van een organisme zoals die genetisch zijn vastgelegd
Fenotype = waarneembare, fysieke kenmerken van een organisme
Mutaties = verandering in de genen, zorgt voor een nieuwe erfelijke eigenschap
Chromosomen genen DNA
Chromosomen = lange, dunne en spiraalvormige draad waarlangs de genen zijn gerangschikt
Genen = stukjes van chromosoom waarop codes voor erfelijke informatie ligt
Genen zijn vastgelegd in DNA (desoxy-ribnucleïnezuur), ze liggen aan elkaar in lange ketens (chromosomen)
Mensen hebben 23 paar chromosomen