Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Handboek Jeugdhulpverlening €2,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Handboek Jeugdhulpverlening

1 vérifier
 278 vues  35 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van het boek Handboek Jeugdhulpverlening van H. Grietens, J. Vanderfaeillie en B. Maes

Aperçu 3 sur 45  pages

  • Oui
  • 27 janvier 2018
  • 45
  • 2017/2018
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: shardeedp • 5 année de cela

avatar-seller
Handboek jeugdhulpverlening

Inleiding
Problematische opvoedingssituatie (POS): een opvoedingssituatie waarbij opvoeders en/of
buitenstaanders menen dat de ontwikkeling van een kind of jongere als gevolg van de opvoeding wordt
geschaad en/of dat de opvoeding niet resulteert in het bereiken van gewenste opvoedingsdoelen en als een
probleem wordt ervaren door de opvoeder en/of buitenstaander.
- Intern gedefinieerde problematische opvoedingssituatie
 Er is een opvoeder X die het wenselijk acht dat de ontwikkeling van opvoedeling Y in een
bepaalde richting verloopt. Opvoeder X heeft een aantal opvoedingsdoelen die hij al dan niet
bewust belangrijk vindt en nastreeft.
 X denkt dat er iets mis is of al misgaan met de ontwikkeling van Y, beoordeeld vanuit de
opvoedingsdoelen die X zich stelt voor de opvoeding van Y.
 X ziet geen bevredigende middelen meer om de ontwikkeling van Y gunstig te beïnvloeden
 handelingsverlegenheid bij X.
 X meent dat hij niet binnen een acceptabele termijn bevredigende middelen zal vinden om
de ontwikkeling van Y in de gunstige richting te bevorderen.
- Extern gedefinieerde problematische opvoedingssituatie
 Er is een buitenstaander Z die het belangrijk vindt dat de ontwikkeling van Y gunstig
verloopt.
 Z constateert of verwacht dat de ontwikkeling van Y niet gunstig verloopt of zal verlopen.
Deze constatering is niet gebaseerd op persoonlijke waarden en oordelen, maar op
maatschappelijk breed gedragen waarden en opvoedingsdoelen.
 Z is van mening dat de ongewenste ontwikkeling van Y verband houdt met het opvoeden
door X.
 Z verwacht niet dat het gedrag van X, binnen een voor Z acceptabele termijn, in positieve zin
zal veranderen.
Een problematische opvoedingssituatie kan het gevolg zijn van:
- De manier waarop opvoeders opvoeden
 Primaire opvoedingsproblemen: een opvoeder slaagt er moeilijk in om de pedagogische
vraag van het kind goed in te schatten of de opvoeding die hert kind nodig heeft te realiseren.
De opvoeder ervaart onzekerheid over wat te doen in bepaalde situaties en wat verwacht
kan worden van kinderen van een specifieke leeftijd of in een specifieke situatie.
- Kenmerken van het kind, de ouders of de bredere maatschappelijke context
 Secundaire opvoedingsproblemen: de handelingsverlegenheid van de opvoeder is (mede)
het gevolg van:
 Kenmerken van het kind: een opvoeder kan als gevolg van de individuele
beperkingen van het kind opvoedingsverlegenheid ervaren. De opvoeder kan het
gevoel hebben door kenmerken van het kind gedwongen te worden om een bepaalde
(problematische) opvoeding te hanteren.
 Kenmerken van de ouder: ouders kunnen door individuele psychische
problematiek hun eigen wensen en verlangens boven de noden van hun kind
plaatsen en daardoor de ontwikkeling van het kind belemmeren.
 Kenmerken van de bredere maatschappelijke context: een buitenstaander kan
een opvoedingssituatie als problematisch beschouwen.
- De interactie tussen beiden

Orthopedagogiek: de wetenschappelijke studie van het handelen in als problematisch omschreven
opvoedingssituaties. Problemen bij kinderen en jongeren worden niet als individuele problematiek
benaderd, maar vanuit een pedagogische perspectief dat interactioneel en ecologisch van aard is.
- Orthopedagogiek is een handelingswetenschap: op basis van een grondige en systematische
wetenschappelijk gefundeerde diagnostische beeldvorming van de problemen en de context, worden
op een planmatige wijze acties ondernomen, met een duidelijke specificatie van doelstellingen,
strategieën en evaluatiewijzen.

, - Daarbij wordt gewerkt vanuit een holistische visie: door interventies trachten bij te dragen aan de
ontwikkelings- en ontplooiingskansen en de kwaliteit van leven, zowel van het individu in alle
aspecten van haar functioneren als van haar context.


H1: Kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele problemen
Kinderen met gedrags- en emotionele problemen (KGEP): overkoepelende beschrijvende term voor alle
kinderen die zich zichtbaar ongewoon of abnormaal gedragen of die zichtbaar ongewone of abnormale
emoties vertonen en dat afgezien van de ernst, oorzaak of context van het gedrag of de emotie.
- Lichte, tijdelijke problemen in bepaalde situaties of bij bepaalde personen
- Leeftijds- of fasegebonden problemen
- Ernstige problemen: wanneer problemen langdurig of blijvend worden, in combinatie met andere
problemen en/of een ernstig lijden tot gevolg hebben bij het kind en/of de directe omgeving.

GEP worden op een bepaald moment in de tijd door welbepaalde personen uit de omgeving van he kind in
een welbepaalde socio-economische en culturele context opgemerkt en storend, ongewenst of ongewoon
genoemd.
Ontwikkelingsperspectief: gedrag of emoties die op de ene leeftijd nog adequaat en aangepast worden
genoemd, worden dat op andere leeftijden niet meer.
Continuümgedachte: gedragingen of emoties komen ook voor bij kinderen zonder gedragsproblemen.
Gedragingen en emoties kunne echter op een continuüm worden geplaatst naargelang onder meer hun ernst,
intensiteit en chroniciteit.
Gedrag en emoties van kinderen mogen niet los gezien worden van de situatie waarin ze zich
voordoen en de beoordelaar. De setting, activiteiten en pedagogische aanpak kunnen een grote invloed
hebben op het gedrag van het kind.
Classificatie van GEP
De behoefte aan een degelijk classificatiesysteem is groot.
Classificatie: het systematisch ordenen en groeperen van gedragsproblemen o.b.v. gelijke eigenschappen en
onderlinge relaties.
Bij het classificeren van GEP wil men een gemeenschappelijke taal ontwikkelen ter bevordering van de
onderlinge communicatie tussen professionals. In de diagnostiek zoekt men naar inzicht in de individuele
problematiek van een kind.
- Klinisch-psychiatrische classificatiesystemen: psychiatrische stoornissen worden als
onafhankelijke en duidelijk afgelijnde zieke-entiteiten beschouwd. Voor elke psychiatrische stoornis
zijn diagnostische en differentiaal-diagnostische criteria vastgelegd. Wanneer voldaan is aan de
nodige criteria, kan de stoornis worden geclassificeerd.
 DSM: systeem om de problematiek van individuen te beschrijven en classificeren in
stoorniscategorieën. Het leeftijdsbereik van de DSM is onbegrensd, wel zijn sommige
stoornissen leeftijdsgebonden.
 De DSM is gekoppeld aan het medische model, waarbij ervan wordt uitgegaan dat
iedere stoornis een aparte oorzaak heeft.
 De DSM-5 biedt een uitgebreid overzicht van alle tot dusver in de westerse wereld
erkende klinische geestelijke gezondheidsstoornissen en andere aandoeningen die
een reden voor zorg kunnen zijn.
 Kritiek: op het alles-of-niets karakter en het soms te gedecontextualiseerde gebruik
van het systeem. Daarbij is het niet altijd duidelijk of de gehanteerde
stoorniscategorieën valide zijn in andere culturen.
 ICD
- Empirisch-statistische classificatiesystemen: steunen op de uitkomsten van multivariate analyses
op gegevens die werden verzameld in grote steekproeven van kinderen.
 Gedragsvragenlijst: een instrument die een inventaris van probleemgedrag tracht te aken
en specifieke probleemgedragingen laat beoordelen door verschillende betrokkenen.
 Achenbach System of Empirically Based Assessment (ASEBA): dimensionaal
classificatiesysteem: ieder syndroom wordt beschouwd als een continuüm, waarop ieder
individu een relatieve plaats inneemt t.o.v. andere individuen.

,  Child Behavior Checklist (CBCL; 1,5-5 jaar en 6-18 jaar)
 Teacher Report Form (TRF; 1,5- 5 jaar en 6-18 jaar)
 Youth Self-Report (YSR; >11 jaar)
 Acht syndroomschalen:
 Teruggetrokken/depressief
 Lichamelijke klachten
 Angstig/depressief
 Sociale problemen
 Denkproblemen
 Aandachtsproblemen
 Normafwijkend gedrag
 Agressief gedrag
 De scores van een individueel kind kunnen worden vergeleken met de gemiddelde
scores van zijn leeftijdsgroep en er kan worden aangegeven wanneer een score
afwijkt van de norm en het kind ernstige gedragsproblemen vertoont.
 De ASEBA is populair door zijn heldere structuur en vele toepassingsmogelijkheden.
De vele vertalingen hebben het uitvoeren van grootschalige cross-nationale en
multiculturele vergelijkingen mogelijk gemaakt.
 Kritiek: het dimensionele karakter en comorbiditeit tussen de verschillende
syndroomschalen leidt tot een minder scherpe diagnosestelling.

Externaliseren: probleemgedragingen van kinderen die in eerste instantie storend zijn voor de omgeving.
Internaliseren: probleemgedragingen waarvan in eerste instantie het kind zelf last heeft.
Epidemiologie: de systematische studie naar de prevalentie (= het voorkomen op een bepaald
moment in de tijd) en de verspreiding van een ziekte of toestand in een bepaalde bevolkingsgroep, als ook
naar de factoren die het voorkomen en de verspreiding beïnvloeden.
De prevalentie van GEP in de populatie van 0-18-jarigen ligt hoog, hangt nauw samen met demografische
variabelen en ligt hoger bij jongens en kinderen uit zwakkere sociale milieus. De kwalitatieve verschillen in
problemen tussen jongens en meisjes kunnen worden toegeschreven aan biologisch-genetische invloeden,
rijping en socialisatieprocessen. Leeftijdsverschillen hebben betrekking op de aard van gedragsproblemen.
GEP van kinderen zijn vrij stabiel en nemen vaak in frequentie en intensiteit toe wanneer iet tijdig wordt
ingegrepen.
Etiologie van GEP
Het is niet mogelijk om KGEP te begeleiden zonder te begrijpen waarom sommige kinderen deze problemen
ontwikkelen en anderen niet.
Ontwikkelingspathologie: de problemen waarvoor men hulp komt zoeken zijn het product van een lange
voorgeschiedenis, war verschillende factoren elkaar continu hebben beïnvloed.
Uitgangspunten van de verklaringsmodellen:
- Multicausaliteit van GEP
- Operationalisering in termen van risicofactoren en protectieve factoren.
- Cumulatiehypothese: de kans op ontwikkeling of bestendiging van GEP wordt groter naarmate er
meer risico- en minder protectieve factoren aanwezig zijn.
Chronic adversities: chronische negatieve leefomstandigheden.
Het uitgangspunt van biologische verklaringsmodellen is dat gedrag intern wordt gestuurd door
biologische processen. Er ontstaan problemen als er zich in deze processen fouten voordoen. Gedrag is
hierbij een bijverschijnsel dat in zeer grote mate kan worden verklaard door de biologische constellatie van
het individu dat het gedrag vertoont. De vooruitgang van het biologische paradigma wordt bepaald door de
technologische ontwikkeling en allesomvattende theorieën die ook de rol van de omgevingsinvloeden
verrekenen.
- Gedragsgenetica: in hoeverre zijn GEP erfelijk?  erfelijk bepaalde problemen. Het gaat om een
identificatie van specifieke (sets van) genen die betrokken zijn bij de problemen.
 Risicogen associatiestudies: o.b.v. pathofysiologische kennis het verband tussen
risicogenen en de aanwezigheid van problemen te onderzoeken in grote steekproeven.
 Genoomwijde associatiestudies: hypothesevrij een dergelijk verband opsporen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mirteo. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99  35x  vendu
  • (1)
Ajouter au panier
Ajouté