1. BASISONDERZOEK
1.1. Anamnese
1) Leeftijd
bepaalde aandoeningen komen vooral op bepaalde leeftijd voor
2) Beroep, hobby?
schouderinstabiliteit komt vaak voor bij werpsporten
3) Waar is pijn gelokaliseerd?
pijn op top van schouder = AC gewricht
pijn elders in schouder gelokaliseerd kan bij elke andere schouderaandoening
4) Straalt pijn uit?
meeste schouderaandoeningen veroorzaken uitstralende pijn in C-dermatoom
hoe verder de uitstraling naar distaal, hoe ernstiger de aandoening
5) Wanneer zijn klachten ontstaan?
heftige pijn die in enkele dagen is ontstaan, kan het gevolg zijn van een acute bursitis
aandoeningen van de pezen kunnen vaak maanden bestaan
6) Hoe zijn klachten begonnen?
was er een trauma? (ja, dan trauma-analyse)
7) Kan de patiënt op de aangedane zijde liggen?
is niet mogelijk bij bepaalde stadia van artritis, bursitis en tendopathie vaak bij AC aandoening
8) Is pijn alleen aanwezig tijdens bewegen of ook in rust?
antwoord geeft informatie over het stadium waarin een tendopathie/artritis verkeert
9) Gebruikt patiënt medicatie?
bij inname van anticoagulantia vormen bepaalde behandelingen een contra-indicatie
1.2. Inspectie
Algemeen - Algemene houding: positie hoofd, nek en schouders – curvatuur?
- Het gebruik van hulpmiddelen?
- Hoe geeft de patiënt de therapeut een hand?
- Hoe kleedt de patiënt zich uit?
Inspectie van zodra patiënt het kabinet binnenkomt
Lokaal - Is er atrofie aanwezig?
- Is er een subluxatiestand van het AC-gewricht?
- Kleur?
- Littekens?
1.3. Palpatie
Temperatuur Met de handrug wordt de huidtemperatuur beoordeeld (li-re vergelijking)
Zwelling Aard van de eventuele zwelling wordt beoordeeld
- Intra-kapsulair zwelling meer globaal aanwezig rondom het gewricht
- Extra-kapsulair zwelling heeft een duidelijke lokalisatie
Palpatie zowel voor als na functieonderzoek uitvoeren
Negatief voor EN na functieonderzoek = articulair probleem
1.4. Functieonderzoek
- Patiënt pijn op dit moment?
- Verandert pijn tijdens het onderzoek?
- Eerst niet-aangedane zijde testen, vergelijken met aangedane zijde
Betekenis voor onderzoek en therapie
o Tractierichting = lateraal – ventraal – craniaal (volgens normaal)
o Translatierichting = volgens glijrichting
Tractie-translatie caput humeri in zit
o Patiënt in zit
o Therapeut aan te onderzoeken zijde
o Niet-gelijknamige hand fixeert acromion, duim en
wijsvinger palperen gewrichtsspleet
o Andere hand omvat humerus van mediaal, zo proximaal
mogelijk
o Tractiebeweging in lateroventrale en iets craniale richting
o Translatiebeweging in dorsolaterale richting
o Translatiebeweging in ventromediale richting
Tractie-translatie caput humeri in ruglig (VARIANT 1)
o Patiënt in rugligging, langs de rand van de bank
o Therapeut staat aan de te onderzoeken zijde
, o Schoudergordel fixeert zichzelf (in depressiestand) via de
thorax op de bank
o Niet-gelijknamige hand wordt vanaf lateraal zo proximaal
mogelijk op de humerus geplaatst en voert een
translatiebeweging uit caudaal – ventraal – lateraal
o Onderarm geeft de bewegingsrichting aan
Tractie-translatie caput humeri in ruglig (VARIANT 2)
o Patiënt in ruglig, langs rand van de bank
o Bovenarm in horizontale flexie en exorotatie gebracht met elleboog 90° flexie
o Niet-gelijknamige hand omvat humerus vanaf mediaal zo proximaal mogelijk
o Vanuit 90° horizontale flexie + exorotatie kan humerus naar caudaal gemanipuleerd
worden
b) Art. acromioclaviculare
Bewegingen in het AC-gewricht zijn functioneel gebonden aan bewegingen in het SC- gewricht en het
scapulothoracale gewricht
Gewrichtsvlakken
o Oriëntatie gewrichtsspleet = van dorsomediaal naar ventrolateraal
o Facies articularis acromialis clavicula = convex
o Facies articularis acromii = concaaf
Betekenis voor onderzoek en therapie
o Tractierichting = lateraal en dorsaal
o Translatierichting = volgens glijrichtingen
Tractie scapula
o Patiënt in zithouding
o Elleboog en onderarm rusten op de bank +
schoudergewricht in minimale abductiestand
o Therapeut staat dorsaal van het te onderzoeken gewricht
o Niet-gelijknamige hand fixeert clavicula tussen duim
(dorsaal) en wijsvinger (ventraal)
o Andere hand omvat acromion tussen wijsvinger (ventraal)
en de duim (dorsaal)
Tractiebeweging = lateraal – dorsaal – caudaal
Translatie = ventraal/dorsaal
2.2. Goniometrie
Wanneer er een bewegingsbeperking blijkt uit het passief onderzoek kan in het toegevoegd
onderzoek goniometrie uitgevoerd worden om de mate van bewegingsbeperking objectief te bepalen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lauragaspard. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.