- Schizoaffectieve stoornissen zijn psychotische stoornissen die samengaan met een
stemmingsstoornis (bijvoorbeeld depressie).
- Kortdurende psychotische stoornis
o Goedaardig verlopende psychosen, minimaal een dag, minder dan een maand, plots
begin
WAT IS EEN PSYCHOSE?
Een psychose wordt gekenmerkt door het verlies van het normale contact met de werkelijkheid. De
toetsing van de realiteit is ernstig gestoord en er wordt een nieuwe werkelijkheid geschapen. Er is
sprake van een grove verstoring van de verwerking van informatie (waarneming en denken), waardoor
verkeerde conclusies worden getrokken omtrent de externe werkelijkheid. Dit kan blijken uit wanen
en/of hallucinaties.
DSM-5 CRITERIA
- Aanwezigheid van een (of meer) van de volgende symptomen
o Wanen
o Hallucinaties
o Onsamenhangende spraak (bijvoorbeeld frequent de draad kwijtraken of incoherentie)
o Ernstig chaotisch of katatoon gedrag
- De duur van een episode van de stoornis is ten minste één dag, maar niet langer dan één
maand met uiteindelijk een volledige terugkeer naar het premorbide niveau van functioneren.
- De stoornis is niet toe te schrijven aan een stemmingsstoornis met psychotische kenmerken,
schizoaffectieve stoornis of schizofrenie, en is niet het gevolg van de directe fysiologische
effecten van een middel (bijvoorbeeld drug, geneesmiddel) of een somatische aandoening.
SPECFICEER INDIEN
- Met duidelijke stressveroorzakende factor(en)
Indien de symptomen optreden kort na en kennelijk in reactie op gebeurtenissen die, alleen of
samen, bij vrijwel iedereen in de zelfde omstandigheden en binnen de eigen cultuur,
uitgesproken stressvol zouden zijn
- Zonder duidelijke stressveroorzakende factor(en)
Indien de symptomen niet optreden kort na en kennelijk niet voorkomen in reactie op
gebeurtenissen die, alleen of samen, bij vrijwel iedereen in de zelfde omstandigheden en
binnen de eigen cultuur, uitgesproken stressvol zouden zijn
- Met begin post partum (indien begin binnen vier weken post partum)
PSYCHOPATHOLOGIE VAN HET KIND EN DE JONGERE – HOORCOLLEGE 1:
KINDEREN EN HUN ONTWIKKELING
INLEIDING
Ontwikkeling van het kind wordt bepaald door biologische en omgevingsfactoren (nature-nurture)
hangt af van leeftijdsgebonden evoluties
NORMAAL OF ABNORMAAL GEDRAG
NIVEAUS
- Ontwikkelingsniveau
Pagina 109 van 149
, - Intellectuele mogelijkheden: kijken of de patiënt sociale problemen heeft, of hij hoogbegaafd is
of zwakbegaafd
- Emotioneel-affectief functioneren
o Vb: gemoedstoestand
- Sociaal functioneren
- Persoonlijk en adaptief functioneren = vaardigheden die er nodig zijn om goed te functioneren
ERNST VAN HET GEDRAG
- Kijken ten opzichte van leeftijdsgenootjes
- Hardnekkig?
- Psychosociale achtergrond
- Socio-culturele achtergrond
- Uitgebreidheid, aard, ernst, frequentie en duur van de symptomen
zijn deze situatie gebonden of niet
GEVOLGEN
- Lijdt het kind zelf?
- Sociale beperkingen?
- Invloed op verdere ontwikkeling
- Effect op omgeving
altijd kijken naar een referentiekader!! (wat jij druk vindt, vindt iemand anders misschien
niet druk)
PATHOGENESE (= HET ONTSTAAN VAN KINDERPSYCHIATRISCHE STOORNISSEN)
SAMENSPEL VAN VERSCHILLENDE FACTOREN
Verschillende factoren
Genetisch Genafwijkingen
vb: fenylketonurie
Chromosale afwijkingen
vb: trisomie 21, fragiel X syndroom
Polygenetisch bepaalde afwijkingen
vb: autisme
Biofysische factoren Noxen (= schade) Infecties
Pagina 110 van 149
, Intoxicaties
Traumata
Metabole afwijkingen
Zwangerschapscomplicaties
Cerebrale aandoeningen
Deprivatie (= tekorten) Voeding
Ruimte
Psychosociale Noxen (=schade) Psychopathologie bij de ouders (KOPP
factoren kinderen)
Symbiose/ambivalentie/mishandeling/misbruik
Overstimulatie
Deprivatie (= tekorten) Gebrek aan affectieve band of stimulatie
Normering (kunnen leiden tot groeiretardatie,
ontwikkelingsretardatie en
hechtingsstoornissen)
Socioculturele Noxen (= schade) Identificatie met deviante peergroep met
factoren overname waarden en normen
Deprivatie (= tekorten) Kansarm milieu (economisch, sociaal,
pedagogisch)
GEVOLGEN VAN DEZE FACTOREN ZIJN AFHANKELIJK VAN
- Tijdstip
- Duur
- Intensiteit
- Individuele verschillen (veerkracht)
- Context
o Verzorgende figuren, gezin
Weg wijzen in zijn milieu, in de maatschappij, met begrip voor interesses en
de mogelijkheid van het kind
Begrip hebben voor driftmatige uitingen van het kind
Identificatie met anderen mogelijk maken zodat het kind zijn eigen
persoonlijkheid kan opbouwen
Stimuleren tot onafhankelijkheid
Aanvoelen, steunen in zijn eigen problemen, oplossingen aanbieden
o Leeftijdsgenoten, derden
evolutie in interactie, gezin heeft belangrijke functie
DRAAGKRACHT VS DRAAGLAST
- Draagkracht = de sterkte om te kunnen omgaan met stress en moeilijkheden, hangt af van:
o Intelligentie en leermogelijkheden
o Sociale vaardigheden
o Gezondheid
o Kwaliteit van sociaal netwerk
o Materiële welvaart
- Draaglast = alle stress en moeilijkheden die de draagkracht belasten, hangt af van:
o Psychische druk/problemen/stoornissen
o Gezondheidsproblemen
Pagina 111 van 149
, o Problemen op vlak van werk/school/gezinsleven
o Gebeurtenissen van vroeger en nu (in het gezin/familie/ruimer)
o Sociaal isolement
o Materiële problemen
INDELING VAN DE KINDERPSYCHIATRISCHE AANDOENINGEN
- Internaliserend = het kind heeft er zelf last van
- Externaliserend = de omgeving heeft er last van
- (Neurobiologische) ontwikkelingsstoornissen
DSM-5 INDELING
- Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
- Internaliserende stoornissen
o Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen
o Angststoornissen
- Externaliserende stoornissen
o Disruptieve ggedragsstoornissen
o Impulsbeheersing
o Andere gedragsstoornissen
- Trauma en stressorgerelateerde stoornissen
PSYCHOPATHOLOGIE VAN HET KIND EN DE JONGERE - HOORCOLLEGE 2:
HET VERLOOP VAN EEN KINDERPSYCHIATRISCH ONDERZOEK
De kinder- en jeugdpsychiater is in staat om te schakelen tussen het toepassen van op algemene
wetmatigheden rustende wetenschappelijke kennis en het intuïtief-empathisch kunnen begrijpen van
unieke kenmerken en achtergronden van de individuele patiënt en zijn gezin.
AANMELDING
- Contact met centrum
Pagina 112 van 149