samenvatting slapende honden? wakker maken hoofdstuk 9
samenvatting slapende honden? wakker maken hoofdstuk 8
samenvatting slapende honden? wakker maken hoofdstuk 7
Tout pour ce livre (10)
École, étude et sujet
Speltherapie
Tous les documents sur ce sujet (11)
Vendeur
S'abonner
DragonDaan
Avis reçus
Aperçu du contenu
DragonDaan
Hoofdstuk 10: interventies om barrière cognitieve shift op te ruimen
10.1: Barrière 5- het kind kan niet gaan geloven dat hij onschuldig was
Barrière 5 vormt een probleem als het kind bang is dat zijn moeder, vader of beide ouders hem
de schuld geven van nare gebeurtenissen, zoals mishandeling, verwaarlozing en misbruik. Het
kind kan dan tijdens de traumaverwerking geen cognitieve shift maken en kan niet geloven in
zijn eigen onschuld. Het kind blijft loyaal aan zijn ouders, omdat het kind niet de schuld bij zijn
ouders kan of durft te leggen. Wanneer één van de ouders het kind afwijst, kan de ouder wel
aangeven dat het kind onschuldig is. Wanneer de pleger wel een familielid is, maar niet de
ouder, moet de ouder de schuld bij dit familielid leggen, zoals een opa, stiefouder of broer of
zus. Wanneer beide ouders het kind de schuld blijven geven van de mishandeling,
verwaarlozing of misbruik, dan kan een andere hechtingsfiguur het kind helpen om de
cognitieve shift te maken. Sommige jongeren die zelfstandig zijn, kunnen zonder
hechtingsfiguur de cognitieve shift maken en worden niet beperkt door barrière 5, maar dit
komt niet heel vaak voor.
10.2: Mogelijke disfunctionele, negatieve cognities bedenken
Kinderen zijn vaak geneigd zichzelf de schuld te geven of zich verantwoordelijk te voelen over
traumatische gebeurtenissen uit het verleden. Zeker wanneer kinderen niet goed begrijpen
wat er gebeurt, kunnen zij hun eigen realiteit verzinnen en daarbij negatieve cognities over
zichzelf bedenken. Deze negatieve kernovertuigingen kunnen leiden tot psychische
problematiek, zoals somberheid of depressie. Deze negatieve cognities moeten worden
ontkent. Kinderen kunnen ook negatieve cognities ontwikkelen die wel waar zijn, bijvoorbeeld
wanneer zij in een woede bui iets kapot hebben gemaakt of iemand pijn hebben gedaan.
Deze overtuigingen kunnen niet worden ontkent, maar wel worden omgebogen. Zo kan er
alsnog een cognitieve shift worden gemaakt.
Het is niet altijd duidelijk welke negatieve gedachten een kind over zichzelf heeft. Veel
getraumatiseerde kinderen willen hier ook niet over praten. De therapeut kan zich dan inlezen
in dossiers of navragen bij belangrijke anderen hoe een kind over zichzelf praat.
10.3: Mogelijke cognitieve shift bepalen
Tijdens het traumaverwerkingsproces kijkt het kind terug op de herinneringen om vervolgens
een andere conclusie te trekken. Het kind maakt een cognitieve shift. Het kind heeft hiervoor
corrigerende informatie nodig. De interventies bij deze barrière helpen het kind om deze
informatie te verkrijgen en tot een cognitieve shift te kunnen komen.
10.4: Kernboodschap
De professional stelt een (positieve) kernboodschap op. Deze boodschap is nodig om een
cognitieve shift gaan maken. Het kind kan dan weer geloven in zijn eigen onschuld.
10.5: Verantwoordelijkheid bespreken met pleger-ouder
De visie van de ouder-pleger over wat er is gebeurd, helpt een therapeut om een voorstelling
te make van de positie van het kind. Doordat er contact is met de pleger-ouder, heeft deze
een mogelijkheid om verantwoordelijkheid te nemen over wat er gebeurd is. De pleger-ouder
erkent niet altijd het verhaal wat de andere ouder, het kind of de gezinsvoogd vertelt. Als een
pleger-ouder niet meer in beeld is, kan er geprobeerd worden om deze persoon op te sporen.
Als een ouder overleden is of het niet bekend is wie de ouder is, kan dat helaas niet. Er kan
soms wel contact worden gezocht met andere familieleden.
Er hoeft bij deze interventie niet direct contact te zijn tussen het kind en de pleger-ouder. De
informatie kan ook indirect worden doorgegeven. Soms ontstaat er na het gesprek met de
pleger-ouder meer behoefte aan contact tussen het kind en de pleger-ouder.
10.6: Motiveren betrokkenen
Wanneer kinderen uit huis geplaats zijn is het belangrijk om bij de gezinsvoogd en of
pleegouders aan te geven dat contact met de biologische ouders belangrijk is. Met name
voor het doorgeven van de hechting (het ‘estafettestokje’), maar ook om het kind de leren
omgaan met zijn ouders. Bovendien moet het duidelijk zijn wat er gebeurd als er vanuit ouders
nieuwe informatie naar voren komt over de gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld.
Pagina 1 van 5
, DragonDaan
Nadat de pleegouders of gezinsvoogd hebben ingestemd om het contact met ouders toe te
staan, moeten de ouders van het kind gesproken worden. Het kan voor ouders pijnlijk zijn om
de traumatisering van hun kind te bespreken. Ouders weten vaak niet wat er besproken moet
worden, willen geen oude koeien uit de sloot halen en willen niet beschuldigd worden. Het
helpt vaak om uit te leggen wat het doel van het gesprek is. Er wordt aan ouders gevraagd
om de professional te helpen met het herstel van het kind, zonder met de vinger te wijzen.
Kinderen tillen vaak meer aan hetgeen dat de ouder zegt dan hetgeen dat de therapeut zegt.
10.7: Verantwoordelijkheid
Barrière 5 gaat enkel over het verleden. Het kind kan zich ook schuldig voelen over de
problemen waar hij nu mee zit. Het is belangrijk dat ouders erkennen dat het kind geen schuld
had over hetgeen dat zich in het verleden heeft afgespeeld. Als het het kind lukt om de het
trauma te verwerken en de cognitieve shift te maken, verminderen vaak ook symptomen van
het gedrag in het heden.
Er zijn drie niveaus van erkenning geven. Op het eerste niveau geeft de ouder aan dat het kind
niet de gebeurtenissen heeft veroorzaakt. Op het tweede niveau erkent de ouder de impact
die de gebeurtenissen op het kind hebben gehad en dat het niet had mogen of moeten
gebeuren. De verantwoordelijkheid ligt hier nog in het midden. Op niveau 3 erkent de ouder
dat hij zelf verantwoordelijk was of dat hij spijt heeft dat het gebeurt is.
In het gesprek met ouders kunnen er bij ouders, die in hun jeugd zelf getraumatiseerd zijn
slapende honden naar boven komen. Het is belangrijk om hier als therapeut rekening mee te
houden, o.a. in de belastbaarheid van de ouder en het schuldgevoel wat de ouder mogelijk
zelf ervaart.
Sommige ouders kunnen misbruik of mishandeling ontkennen of gedeeltelijk ontkennen. Er kan
dan aan ouders gevraagd worden wat hun visie is op huiselijk geweld, mishandeling of
misbruik, zodat de visie van de ouder wel met het kind kan worden gedeeld. Het is belangrijk
dat er over de herinneringen van het kind wordt gepraat. De waarheid op zichzelf of het
achterhalen van de waarheid is geen doel van de therapie.
10.8: De intenties van ouders
Het kan voor ouders lastig zijn om de verantwoordelijkheid te nemen. Het kan helpend zijn om
ouders hun intenties te laten vertellen. Soms raken ouders door het dagelijks leven, stress of
eigen traumatisering buiten hun raampje en doen dingen die niet fijn zijn voor het kind.
Ook de niet-beschermende ouder (de ouder die het geweld of het misbruik ‘heeft laten
gebeuren’) moet verantwoordelijkheid nemen. Het voelt voor kinderen alsof de andere ouder
heeft gefaald om hen te beschermen. Dit kan bij het kind het gevoel versterken dat het er niet
toe doet of geen bescherming verdient. Ook als de niet-beschermende ouder niet wist dat de
andere ouder het kind mishandelt of misbruikt, moet het verantwoordelijkheid nemen dat het
het kind niet voldoende heeft kunnen beschermen.
10.9: Informatie aan het kind geven
Als alle informatie is verzameld, moet dit met het kind worden gesproken. Het werkt het beste
als beide ouders aanwezig zijn, maar een ouder kan ook een brief schrijven of een
videoboodschap opnemen. Door het delen van de informatie wordt de blokkade opgeruimd
en kunnen bepaalde traumasymptomen worden verminderd. Ondanks de afname van de
traumasymptomen, is het belangrijk om de traumaverwerking door te zetten. Wanneer
kinderen aangeven geen traumaverwerking nodig te hebben, is dit vaak een indicatie dat er
nog slapende honden zijn. Er wordt aangeraden om het kind nogmaals te verontschuldigen
en/of daarna nogmaals een analyse te doen om te controleren of er nog andere barrières zijn.
Als er geen barrières meer lijken te zijn kan de motivatiecheck worden gedaan. De
notendopcheck wordt in deze sessie niet gedaan.
10.10: Voorbereidingsverhaal traumaverwerking
Doel VVT
Het voorbereidingsverhaal traumaverwerking (VVT) is ontwikkelt om ouders die het lastig
vinden om dingen uit te leggen, het verhaal van een overleden ouder of de gezinssituatie
waarin ouders en/of de gezinsvoogden het niet met elkaar eens zijn, steun en houvast te geven
Pagina 2 van 5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DragonDaan. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.